Hoofdstuk 1: Wat bestudeert de sociologie?
SOCIAAL ALS MORELE KWALITEIT
= menselijke eigenschappen die zich t.o.v. anderen uiten, d.m.v socialisatieprocessen
1. Horizontaal niveau = één op één relaties
- Interactie, wisselwerking
- Empathie
- Uiten directe omgeving
2. Verticaal niveau = zorg van de gemeenschap
- Harmonie als doel
- Sociale rechtvaardigheid en solidariteit
- Voor grotere gemeenschap/ maatschappij
SOCIAAL ALS STUDIEOBJECT
a) Een waarneembare wijze van handelen, denken en voelen van individuen
b) Die uiteindelijk los gaat staan v/h individu maar er een dwingende werking op geeft
B. Determinisme/ Structure
= vanuit sociale omgeving kijken hoe handelen van actor beïnvloed wordt
Durkheim
Vertrekt vanuit regels
C. Circulaire causaliteit
= sociale werkelijkheid is altijd beide!
We maken ons sociale milieu en we worden ook zelf bepaald door
deze sociale omgeving
Ze beïnvloeden elkaar voortdurend
,SOCIALE CONSTRUCTIE ACTORPERSPECTIEF (Max Weber)
- Sociaal handelen
= gedrag dat zinvol betrokken is op anderen. Je gaat in interactie met anderen vanuit een
betekenisvolle relatie. Rekeninghoudend met anderen (positief/ negatief)
o Kan betrekking hebben op: heden, verleden en toekomst
o Veronderstelt een actief denkend wezen in sociale omgeving
- Individueel handelen
= gedrag dat geen rekening houdt met de ander
o Geen betekenisvolle relatie
- Sociale interactie
= wederzijdse beïnvloeding (= sociale handeling als reactie op een sociale handeling)
o Kan veranderen obv ervaringen
A. Typologie van sociaal handelen
1. Affectief sociaal handelen
- Emoties, onbewust en niet- rationeel
- Ongecontroleerde reactie op een stimulus
- Gebonden aan tijd/ plaats/ cultuur/ …
2. Traditioneel sociaal handelen
- Gewoontes, tradities, min of meer onbewust -> zinvolheid hoeft niet gezien te worden
3. Waardenrationeel handelen
- Ethische, religieuze of sociale waarden
- Bewust: expliciete gedachten die we belangrijk vinden
4. Doelrationeel handelen
- Bereiken van een doel
- Bewust: effectief + efficient werken
= > Wat is het motief waarom iemand een handeling stelt
B. Actoranalyse van het sociale
Thomas- theorema
“als mensen iets voor waar aannemen, dan gaan ze daarop handelen”
= Niet de situatie bepaalt ons handelen maar de interpretatie die we geven aan de situatie
Stereotype : ideeën over groep
Vooroordelen : redeneren, interpretaties over individu
Discriminatie : gedrag
Self- fulfilling prophecy/ Zelfbevestigende voorspelling
- Voorspellingen over gedrag die je bij jezelf maakt zullen effectief uitkomen
Self- denying prophecy/ zelfvernietigende voorspelling
- Voorspellingen is uitspraak die zo krachtig is dat mensen alles zullen doen om te
voorkomen dat die zal uitkomen
C. Het zelfbeeld = sociale constructie
Looking Glass Self
= het beeld over jezelf wordt gevormd door:
- Hoe gedraag ik mij naar anderen toe?
- Hoe zien anderen mij?
, D. Sociale gevolgen, perverse effecten
= onbedoelde en ongewenste effecten van sociaal handelen
1. Mattheus effect
“rijken worden rijker, armen worden armer”
Doordat ze beroep doen op allerlei sociale voorzienigen -> ze profiteren
meer dan de armen van het sociaal beleid
2. Gentrificatie
= opwaardering van een buurt of stadsdeel, het aantrekken van kapitaalkrachtige
nieuwe bewoners. + verdrijven van lagere klassen uit de buurt
Gevolgen van perverse effecten
- Gedrag en interactie leiden tot onbedoelde of negatieve gevolgen
- Actoren hebben geen volledige grip op de gevolgen van hun handelingen
o Staan dus los van de actoren
SOCIALE BEPAALDHEID: SOCIAAL SYSTEEMPERSPECTIEF (Emile Durkheim)
Determinisme!
Sociaal feit
Sociaal systeem: bestaat uit structuur en cultuur
Systeem = duidelijk afgrensbaar, sociaal netwerk. Deze theorie stelt dat deze
systemen het gedrag van mensne bepalen
Structuur -> positie obv kenmerken
+
Cultuur -> ideeën, waarden en normen + richtlijnen voor handelen
=
Systeem -> sociaal netwerk
= wordt beïnvloed door structuur en cultuur
A. Structuur bepaalt ons handelen
Social ongelijkheid
- Structuur (= positie obv kenmerken)
- Zorgt voor bepaalde positie in maatschappij
- Indien boven- en onderschikking in hiërarchische structuur
B. Cultuur bepaalt ons handelen
1. Uitdrukken van rouw
2. Technische mogelijkheden
3. Peer pressure van allochtone meisjes in NL
C. Structuur én cultuur bepalen ons handelen
Anomietheorie van Merton
Theorie die deviant gedrag verklaart
Stelling: mensen uit lagere sociale klassen zitten vaker in de gevangenis
- Middelen zijn niet gelijk verdeeld = sociale ongelijkheid
- Anomie = als de middelen niet toereiken om doelstelling te behalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanalagae. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.