Duitsland in Europa (1918-1991)
§1 Duitsland: van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog
Doordat er steeds meer Amerikaanse soldaten en wapens arriveerden in Europa in de
laatste maanden van de WOI, werden de Duitsers teruggeslagen. Het werd duidelijk voor de
Duitse opperbevelhebbers dat de oorlog niet gewonnen kon worden. Maar het sluiten van
een wapenstilstand zou ten koste gaan van de eer van het leger. Daarom wilden de
generaals dat het parlement het initiatief nam. Het kwam als een grote schok voor het volk
dat de oorlog in het westen niet gewonnen kon worden. Jarenlang had de pers onder
censuur gestaan, waardoor negatieve berichtgeving zoveel mogelijk uit de kranten werd
gehouden. Ook had de overheid veel propaganda gemaakt, waardoor veel Duitsers er nog
steeds van overtuigd waren dat Duitsland de oorlog zou winnen. De onrust aan het front en
in de steden nam snel toe.
Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand getekend. De situatie in Duitsland bleef
gespannen. Er was veel honger, tekorten aan allerlei producten en geen werk en onderdak
voor teruggekeerde soldaten. Duitsland was op politiek gebied erg verdeeld:
- Sociaaldemocratische partij
- Conservatieve elite
- Extremistische groeperingen
Tot in de zomer van 1919 woedde er in Duitsland een burgeroorlog tussen de linkse en
rechtse groeperingen. Er werden verkiezingen gehouden voor een nieuw parlement. De
parlementsleden kwamen in Weimar bijeen. In de periode die volgde op het Keizerrijk werd
Duitsland daarom de Republiek van Weimar genoemd.
Taken van het nieuwe parlement:
- Nieuwe grondwet schrijven. Men ging uit van 3 principes:
- Parlementaire democratie
- Gelijkheid van iedereen voor de wet
- Gegarandeerde rechten en vrijheden voor iedere burger
- Trias politica
- Wetgevende macht - parlement
- Uitvoerende macht - ministers en rijkskanselier
De regering moest verantwoordelijkheid afleggen aan de Rijksdag. Behalve regering en
Rijksdag was er een rijkspresident. Hij mocht de noodtoestand uitroepen.
In 1919 kwam de Vrede van Versailles. De onderhandelaars waren ervan overtuigd dat
Duitsland als enige schuld was aan het uitbreken van WOI. Straffen:
- Gebieden afstaan o.a. Elzas Lotharingen aan Frankrijk en stukken aan Polen
- Duitsland moet koloniën afstaan
- Leger maximaal 100.000 man (wel eigen land verdedigen maar niet in staat om
andere landen aan te vallen)
- Geen luchtmacht
- Geen oorlogsvloot
- Rijnland gedemilitariseerd
- Duitsland moet 132 miljard goudmark aan herstelbetalingen betalen aan Frankrijk
De Duitsers konden moeilijk vrede sluiten met het feit dat ze de oorlog hadden verloren. De
populariteit van de 'dolkstootlegende' groeide. Volgens deze legende was de Duitse
nederlaag in de oorlog onvermijdelijk geworden nadat het Duitse leger door de eigen politici
en delen van het eigen volk in de steek was gelaten. Volgens veel Duitsers hadden de
democratisch gekozen politici schuld aan de 'schande van Versailles'.
, Het was voor Duitsland onmogelijk om de financiële afspraken na te komen. Toch beloofde
de Duitse overheid de afspraken zo goed mogelijk te zullen nakomen. Toen Duitsland niet
genoeg meer kon betalen, bezetten Franse troepen als reactie het Ruhrgebied. Dit
accepteerde de Duitse regering niet. Arbeiders in het Ruhrgebied gingen staken. Door de
stakers te kunnen blijven betalen werd er veel geld bijgedrukt, waardoor er een
hyperinflatie ontstond. Een commissie onder leiding van Charles Dawes, stelde het
Dawesplan op:
- Fransen zouden zich uit het Ruhrgebied terugtrekken
- Er werd in Duitsland een nieuwe munt ingesteld
- De VS leende veel geld aan Duitsland
Er ontstond een soort kringloop: de VS leenden geld aan Duitsland → Duitse economie
groeide → Duitsland betaalde herstelbetalingen aan Engeland en Frankrijk → Engeland en
Frankrijk konden hun oorlogsschulden terugbetalen aan de VS.
Het economische herstel bleek van tijdelijke aard te zijn. Door de afhankelijkheid van
Amerikaanse leningen was de economie kwetsbaar. Er ontstonden economische problemen
in de VS door overproductie. 24 oktober 1929 → beurskrach op Wall Street.
Er kwam een wereldcrisis. Duitsland werd zwaar getroffen. De werkloosheid nam snel toe.
De regering van de Republiek van Weimar kon dat probleem niet oplossen. De politieke
voorkeur van steeds meer Duitsers verschoof daardoor naar politieke partijen met
extreemlinkse of extreemrechtse opvattingen.
Hitler werd leider van een partij met extreemrechtse opvattingen: de NSDAP. Het
partijprogramma van de nationaalsocialisten (nazi's) benadrukte vooral waar men 'tegen'
was. De NSDAP onderscheidde zich op twee punten van de ideologie van het fascisme.
Dit was het antisemitisme, de Jodenhaat en de rassenleer. Kenmerken fascisme:
1. Eenheid van de natie
2. Verheerlijking van geweld en militarisme
3. Het gevoel en de intuïtie zijn belangrijker dan het verstand
4. Het leidersbeginsel: gaan uit van een natuurlijke ongelijkheid tussen mensen
In 1930 werd de NSDAP dankzij de snel toenemende aanhang een massaorganisatie. Dit
kwam mede door de manier waarop Hitler zijn campagne voerde:
- Propaganda
- Massabijeenkomsten
- Goed ingestudeerde toespraken en op theatrale wijze verteld
Omdat de NSDAP de grootste partij was en er geen andere regering kon worden gevormd,
werd Hitler op 30 januari 1933 rijkskanselier.
Een week voor de verkiezingen vloog het Rijksdaggebouw in brand. Hitler gaf de
communisten de schuld hiervan. Hitler vergrootte door propaganda de angst van veel
Duitsers voor het communisme. Hitler kreeg van rijkspresident Von Hindenburg de
bevoegdheid alles te doen wat nodig was voor het herstel van de orde en de rust. De
NSDAP behaalde niet de absolute meerderheid, dus riep Hitler de noodwet uit. Hierdoor
kregen ze alsnog de meerderheid en kwam de Rijksdag in de nieuwe samenstelling. Er werd
geregeld dat de Rijksdag de meeste van haar rechten overdroeg aan de regering - en dus
aan Hitler. Hierdoor kregen de nazi's vrij spel in Duitsland.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irissmeets1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.67. You're not tied to anything after your purchase.