Complete samenvatting voor biologie examen 2024.
De samenvatting is opgedeeld in subdomeinen van de syllabus.
Per subdomein is het per onderwerp precies uitgeschreven.
Inclusief; Binas tabellen, overzichtelijk en duidelijk omschreven onderwerpen, verduidelijkende afbeeldingen en belangrijke be...
,B2.1 homeostase
Opbouw cellen:
- alle levende organismen bestaan uit cellen, een cel is de kleinste bouwsteen van een
organisme dat nog alle genetische informatie van dat organisme bevat.
- elk organisme bestaat uit minimaal 1 cel.
Twee soorten organismen:
Prokaryoot Eukaryoot
Eencellig organisme zonder celkern Meercellige organismen met een celkern
Cellen bestaan uit cytoplasma -> omgeven Celkern in cytoplasma -> omgeven door
door celmembraan (selectief doorlaten van celmembraan -> niet allemaal een celwand.
stoEen) -> omheen zit een celwand
DNA ligt vrij in cytoplasma DNA in celkern
Bevatten plasmiden -> stuk DNA, codeert Bevatten organellen -> organel is onderdeel
voor extra eigenschappen) van de cel, met specifieke bouw en functie.
Organellen liggen in het cytoplasma en zijn
omgeven door eigen membraan.
Organellen:
- binas 79B, C, D
- alleen eukaryote cellen hebben organellen
Organellen Functie
Chromosoom Drager erfelijk materiaal.
Bevat DNA en eiwitten
Mitochondriën Zorgen voor afbraak van glucose, hiermee
wordt ATP aangemaakt. Energiecentrale van
de cel
Endoplasmatisch reticulum (ER) Netwerk membranen
Speel rol bij aanmaak en transport van
eiwitten
Ribosomen Kleine bolletjes informatie die info van RNA
aflezen -> maken eiwit
Golgi-systeem Eiwitten en vetten uit ER worden bewerkt,
opgeslagen en getransporteerd.
Vacuolen Kleine holten waarin cel bouwstenen opslaat
Lysosoom Onderdeel van cel dat enzymen bevat. Breken
eiwitten, koolhydraten en vetten af
Trilharen Buitenzijde cel, vervullen specifieke functies
in cel. (Waarneming omgevingssignalen)
Homeostase:
- vermogen om het interne milieu van een cel constant te houden, ondanks veranderingen in de
externe omgeving.
Virus:
- bestaat uit een kern met DNA of RNA, omgeven door eiwitmanrel.
- virussen koppelen zich aan een levende cel van een ander organisme en injecteren daarin het
eigen erfelijk materiaal -> leidt tot ziekte
, B2. 2 transport
Actief/passief transport :
Passief transport ->
- vorm van transport door een celmembraan dat geen energie (ATP) kost.
-DiEusie: verspreiden van opgeloste stoEen van een plek met een hoge concentratie naar een
plek met een lagere concentratie.
- Osmose: diEusie van water, hierbij gaan watermoleculen door het membraan.
Verplaatst geen opgeloste stoEen, alleen water.
Verplaatsen ze zich naar een plek met een hoge concentratie opgeloste stoEen.
- osmotische waarde: aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid.
Hoogste waarde, hypertonisch & laagste waarde, hypotonisch & gelijk, isotonisch
Water gaat naar plek met hoge osmotische waarde & water verlaat plek met lage osmotische
waarde
Actief transport ->
- kost energie (ATP) en vindt plaats met behulp van transporteiwitten in het membraan.
- Endocytose: transport door het celmembraan van buiten de cel naar binnen de cel.
- Exocytose: transport van binnen de cel naar buiten de cel.
- Cel maakt gebruik van eiwitkanalen, die bevatten receptoreiwitten in het celmembraan ->
molecuul bindt zich aan receptoreiwit -> activering signaal -> eiwitkanaal opent of sluit.
B2.3 assimilatie en dissimilatie
Assimilatie:
- organische moleculen worden gevormd uit kleinere
moleculen
- assimilatieproces kost energie, deze energie wordt
tijdens assimilatie vastgelegd in de nieuwgevormde
organische moleculen.
- nodig voor aanmaak van bouwstoEen, brandstoEen,
reservestoEen en enzymen.
Voortgezette assimilatie:
- grotere moleculen worden opgebouwd uit glucose en
ander stoEen.
- bijvoorbeeld koolhydraten, zijn opgebouwd uit glucose
- kost energie
Koolstofassimilatie:
- met behulp van water en koolstofdioxide wordt glucose
en zuurstof gemaakt.
- fotosynthese -> gebeurt onder invloed van zonlicht.
- komt voor bij autotrofe organismen
Dissimilatie:
- wanneer organische moleculen worden afgebroken
- vastgelegde energie komt vrij -> wordt gebruikt om ATP te maken.
Aerobe dissimilatie:
- verbranding van organische molecule met behulp van zuurstof.
- afhankelijk van zuurstof.
- verbranding glucose
- ontstaan 38 ATP - 2 ATP = totaal 36 ATP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FTSK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.