1.1 Economische conjunctuur
Economische groei ontstaat door groei van arbeidsaanbod, ingezette kapitaal en
factorproductiviteit. Dit geeft het langetermijngroeipad - de gemiddelde reële economische
groei over een lange periode. Doordat de economie hiervan soms afwijkt, ontstaat de
economische conjunctuurlijn.
Economische recessie - als een economie twee kwartalen achter elkaar krimpt
Economische depressie - als de economie minimaal drie kwartalen achter elkaar krimpt
- voorlopende en achterlopende conjunctuurindicatoren
1.2 Prijsrigiditeit en loonstarheid
Er is op korte termijn sprake van prijsrigiditeit en loonstarheid, beide kan je niet zomaar
aanpassen. 4 reden waarom prijzen op de korte termijn star zijn:
1. Aanbieders kunnen minder makkelijk hun prijzen aanpassen bij vraagtoename zonder
goede onderbouwing
2. Het is voor aanbieders moeilijk te bepalen bij welke prijs hun winst maximaliseert. Als ze
bij een bepaalde prijs voldoende winst maken, laten ze de prijs meestal zo.
3. Productiekosten kunnen niet snel aangepast worden en prijzen kunnen daardoor maar
beperkt naar beneden worden bijgesteld. Ook inkoopprijzen en lonen zijn vaak vastgesteld.
4. Mensen leiden aan een geldillusie: kijken alleen naar nominale waarde, niet de reële.
De conjunctuurlijn slingert rond het langetermijngroeipad door de krachten van vraag en
aanbod en prijsrigiditeit en loonstarheid.
1.3 Hoogconjunctuur en laagconjunctuur
Als alle productiefactoren optimaal worden gebruikt, brengt de economie voort wat het in het
ideale geval kan voortbrengen: de potentiële productie. Het verschil wat een economie
werkelijk voortbrengt en wat het in de optimale situatie voortbrengt is de output gap.
- Positieve output gap → hoogconjunctuur → sterkere groei dan trend
- Negatieve output gap → laagconjunctuur → zwakkere groei dan trend
Bij een stijgende output gap neemt de inflatie toe en bij een dalende output gap neemt de
inflatie af.
Werkloosheid - mensen zonder baan die wel willen werken voor minstens 12 uur per week.
1. Structurele werkloosheid
Werkloosheid die past bij de economische structuur van een land
↳ kwantitatief & kwalitatief
2. Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die meebeweegt met de economische conjunctuur
↳ hoogconjunctuur → lage conjuncturele werkloosheid
↳ laagconjunctuur → hoge conjuncturele werkloosheid
3. Frictiewerkloosheid\
Werkloosheid als gevolg van het zoekproces op de arbeidsmarkt, waarbij het zoeken
minder dan een jaar duurt (iemand die is afgestudeerd en solliciteert).
4. Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die seizoensgebonden is (ijscoman verkoopt in de winter geen ijs).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineBarmentloo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.