Samenvatting jurisprudentie mededingingsrecht 2023/2024
HC 1 en 2: introductie en hardcore kartels
Mastercard
Uit de rechtspraak volgt, algemeen gezegd, dat de begrippen „overeenkomst”, „onderling
afgestemde feitelijke gedraging” en „besluit van een ondernemersvereniging” in artikel 101 lid
1 VWEU iedere vorm van collusie tussen ondernemingen beogen te omvatten die, ongeacht
de vorm waarin deze zich manifesteert, gericht is op het veroorzaken van de in deze bepaling
verboden gevolgen. Derhalve kunnen ondernemingen niet ontsnappen aan het verbod van
deze bepaling enkel en alleen omdat zij hun marktgedrag coördineren via een collectieve
structuur of een gemeenschappelijk orgaan of omdat zij een dergelijke coördinatie overlaten
aan een onafhankelijk orgaan. (r.o. 33)
Anic
De in art. 101 VWEU bedoelde overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke
gedragingen zijn noodzakelijkerwijs het uitvloeisel van een samenwerking van meerdere
ondernemingen, die alle medeplegers van de inbreuk zijn, maar wier deelneming verschillende
vormen kan hebben afhankelijk van met name de kenmerken van de betrokken markt en de
positie van elke onderneming op die markt, de nagestreefde doelen en de gekozen of
voorgenomen uitvoeringswijzen. Het enkele feit dat elke onderneming op haar eigen wijze aan
de inbreuk deelneemt, volstaat niet om haar aansprakelijkheid voor de gehele inbreuk uit te
sluiten, daaronder begrepen voor gedragingen die in feite door andere deelnemende
ondernemingen zijn begaan, maar die hetzelfde mededingingbeperkende doel of gevolg
hebben. Art. 101 VWEU kan niet alleen door een op zichzelf staande handeling worden
geschonden, maar eveneens door een reeks handelingen of door een voortgezette gedraging.
Onder deze omstandigheden heeft het Gerecht terecht geoordeeld, dat een onderneming die
aan een dergelijke inbreuk heeft deelgenomen door middel van voor haar kenmerkende
gedragingen die een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging met een
mededingingbeperkend doel in de zin van artikel 85, lid 1, van het Verdrag vormen en die een
bijdrage aan de verwezenlijking van de inbreuk in zijn geheel beoogden te leveren, voor de
gehele duur van haar deelneming aan die inbreuk eveneens aansprakelijk is voor de
gedragingen van andere ondernemingen in het kader van diezelfde inbreuk. Dit is namelijk het
geval wanneer komt vast te staan, dat de betrokken onderneming de onrechtmatige
gedragingen van de andere deelnemers kende of redelijkerwijs kon voorzien en bereid was
het risico ervan te aanvaarden. (r.o. 79-83)
Consten & Grundig
dat een overeenkomst derhalve, ook wanneer zij - en wellicht zelfs in aanzienlijke mate - tot
een toeneming van de handel tussen staten leidt, niettemin zeer wel die handel in
bovenbedoelde zin "ongunstig kan beinvloeden";
overwegende voorts dat bij de toepassing van artikel 101 lid 1 VWEU op de concrete gevolgen
ener overeenkomst geen acht meer behoeft te worden geslagen, wanneer eenmaal is
gebleken dat zij ten doel heeft de concurrentie te verhinderen, te beperken of te vervalsen.
Calí
Art. 101 VWEU moet aldus worden uitgelegd, dat milieu-inspectietaken waarmee een
privaatrechtelijk lichaam door de overheid in een petroleumhaven van een lidstaat is belast,
niet tot de werkingssfeer van dit artikel behoren, ook niet wanneer van de gebruikers van de
haven een vergoeding wordt verlangd ter financiering van deze taken. (r.o. 25).
Eurocontrol
In hun geheel beschouwd, komen de werkzaamheden van Eurocontrol wegens hun aard en
hun doel en de regels waaraan zij zijn onderworpen, neer op het uitoefenen van prerogatieven
inzake de controle en de politie van het luchtruim, die typisch overheidsprerogatieven zijn. Zij
hebben geen economisch karakter dat de toepassing van de mededingingsregels van het
,EEG-Verdrag zou kunnen rechtvaardigen. Een internationale organisatie zoals Eurocontrol is
dus geen onderneming die aan de bepalingen van de artikelen 102 en 106 VWEU is
onderworpen. (r.o. 30 en 31)
FFSA
Een orgaan zonder winstoogmerk, dat is belast met het beheer van een als aanvulling van een
verplicht basisstelsel bedoeld stelsel van ouderdomsverzekering, dat bij wet als facultatief
stelsel is ingevoerd en, met inachtneming van de door de daartoe bevoegde autoriteiten
vastgestelde bepalingen, met name inzake aansluitingsvoorwaarden, bijdragen en
uitkeringen, werkt volgens het kapitalisatiebeginsel, is een onderneming in de zin van de
artikelen 101 e.v. VWEU. (r.o. 22)
AOK
Bepaalde instellingen belast met het beheer van wettelijke stelsels van ziektekosten- en
ouderdomsverzekeringen hebben een zuiver sociaal doe en oefenen geen economische
activiteit uit. Deze organen zijn geen onderneming in de zin van art. 101 VWEU. (r.o. 47 en
57).
AG2R
Overeenkomsten die in het kader van collectieve onderhandelingen tussen sociale partners
worden gesloten ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden, moeten wegens hun aard en
doel niet worden geacht onder art. 101 lid 1 VWEU te vallen. (r.o. 29)
Trelleborg
Het is aan de Commissie om de door haar vastgestelde inbreuken te bewijzen en
bewijsmateriaal aan te voeren dat rechtens genoegzaam het bestaan aantoont van de feiten
die een inbreuk vormen. De rechtspraak heeft verschillende criteria vastgesteld die relevant
zijn voor de beoordeling of sprake is van één enkele inbreuk: de vraag of de betrokken
praktijken dezelfde doelstellingen nastreven (…), of het gaat om dezelfde producten en
diensten (…), of dezelfde ondernemingen aan de inbreuk hebben deelgenomen (…) en of de
uitvoeringswijze dezelfde is (…) Bij dit onderzoek kan ook rekening worden gehouden met het
feit dat dezelfde natuurlijke personen voor rekening van de ondernemingen optreden en dat
de betrokken praktijken hetzelfde gebied bestrijken. (r.o. 50 en 60).
Aalborg
De deelneming van een onderneming aan mededingingsverstorende gedragingen en
overeenkomsten is een economische inbreuk die ertoe strekt de winst te maximaliseren,
doorgaans via een opzettelijke beperking van het aanbod, een kunstmatige opdeling van de
markt en een kunstmatige stijging van de prijzen. Die overeenkomsten of gedragingen
beperken de vrije mededinging en beletten de totstandkoming van de gemeenschappelijke
markt, met name door een beperking van de intracommunautaire handel. Daar het verbod op
deelneming aan mededingingsverstorende gedragingen en overeenkomsten en de sancties
die overtreders riskeren, algemeen bekend zijn, worden de activiteiten die met die gedragingen
en overeenkomsten verband houden, doorgaans clandestien verricht, worden de
bijeenkomsten in het geheim gehouden, meestal in een derde land, en wordt de
desbetreffende documentatie tot een minimum beperkt. Zelfs wanneer de Commissie stukken
ontdekt waaruit met zoveel woorden onrechtmatig overleg tussen marktdeelnemers blijkt,
zoals de notulen van een vergadering, zijn die doorgaans slechts fragmentarisch en schaars,
zodat vaak bepaalde details via deductie moeten worden gereconstrueerd. (r.o. 53-56)
ICI
De functie van de mededinging op het stuk van de prijzen is een zo laag mogelijk prijsniveau
te handhaven en het goederenverkeer tussen lidstaten te bevorderen ten einde aldus naar
gelang de productiviteit en het aanpassingsvermogen van ondernemingen, een optimale
spreiding van activiteiten mogelijk te maken. Het staat iedere fabrikant weliswaar vrij zijn
, prijzen te wijzigen en daartoe rekening te houden met het tegenwoordige of te verwachten
gedrag van zijn concurrenten, maar het is anderzijds in strijd met de mededingingsregels
wanneer een fabrikant op enigerlei wijze met zijn concurrenten samenwerkt ten einde een
gecoördineerde gedragslijn inzake prijsverhogingen vast te stellen en het welslagen daarvan
te verzekeren door tevoren iedere onzekerheid omtrent het over en weer te volgen gedrag ten
aanzien van de hoofdzaken van de te ondernemen actie uit te sluiten. (r.o. 115-118)
Budapest Bank
Om te rechtvaardigen dat een overeenkomst wordt aangemerkt als een beperking van de
mededinging “naar strekking” zonder dat de gevolgen ervan hoeven te worden onderzocht,
moet sprake zijn van voldoende ervaring die zodanig solide en betrouwbaar is dat deze
overeenkomst kan worden geacht naar haar aard schadelijk te zijn voor de goede werking van
de mededinging. (r.o. 76)
Cartes Bancaires
Het staat vast dat bepaalde kartelafspraken beschouwd kunnen worden als afspraken die een
zodanig groot risico op negatieve beïnvloeding van inzonderheid de prijs, de hoeveelheid en
de kwaliteit van de producten en diensten inhouden, dat het overbodig kan worden geacht
voor de toepassing van art. 101 VWEU aan te tonen dat zij concrete effecten hebben op de
markt. De ervaring leert namelijk dat dergelijke gedragingen leiden tot
productieverminderingen en prijsstijgingen, waardoor de middelen inefficiënt worden ingezet,
hetgeen inzonderheid de consumenten schaadt. (r.o. 51)
EDP
Het loutere bestaan van mededingingsbevorderende gevolgen volstaat niet om een
kwalificatie uit te sluiten. Enkel indien deze gevolgen bewezen, relevant, specifiek voor de
overeenkomst in kwestie en voldoende groot zijn, zodat er redelijkerwijs kan worden betwijfeld
of die overeenkomst in voldoende mate schadelijk is voor de mededinging, moet de kwalificatie
als beperking naar strekking terzijde worden geschoven. (r.o. 104)
GSK
Elke overeenkomst die de mededinging beperkt, hetzij door haar gevolgen hetzij door haar
strekking, kan in beginsel in aanmerking komen voor ontheffing. De toepassing van art. 101
VWEU is onderworpen aan bepaalde voorwaarden waarvan de vervulling zowel noodzakelijk
als toereikend is. Ten eerste moet de betrokken overeenkomst bijdragen aan de verbetering
van de productie of de distributie van de betrokken producten dan wel de technische of
economische vooruitgang bevorderen, ten tweede moet een billijk aandeel van de daaruit
voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komen, ten derde mag de overeenkomst
de betrokken ondernemingen geen beperkingen opleggen die niet onmisbaar zijn, en ten
vierde mag het hen niet de mogelijkheid geven om voor een wezenlijk deel van de betrokken
producten de mededinging uit te schakelen. Degene die een beroep doet op art. 101 VWEU
moet door middel van overtuigende argumenten en bewijsstukken aantonen dat aan deze
voorwaarden is voldaan. De Commissie moet dit naar behoren onderzoeken. Zij moet nagaan
of aantonen dat aan de voorwaarden voor toepassing van art. 101 VWEU is voldaan. (r.o. 233-
236)
Orkem
Verordening nr. 17 kent de onderneming waartegen een onderzoeksmaatregel wordt
genomen, evenwel niet het recht toe zich aan de tenuitvoerlegging van die maatregel te
onttrekken met het argument, dat het resultaat ervan het bewijs zou kunnen opleveren dat zij
de mededingingsregels heeft overtreden. De verordening legt de onderneming integendeel
een verplichting op om actief mee te werken; dit betekent, dat zij alle informatie die betrekking
heeft op het voorwerp van het onderzoek, ter beschikking van de Commissie moet houden.
(r.o. 27)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janinehoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.