100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychological Science, 6th International Student Edition - Basiskennis $6.14   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychological Science, 6th International Student Edition - Basiskennis

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de hoofdstukken 3,6 & 12 van Psychological Science 6e editie.

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • 3,6,12
  • March 19, 2024
  • 8
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Basiskennis stof periode 2
HOOFDSTUK 3

(106-116)- Genen: de erfelijkheidseenheden die de kenmerken helpen bepalen van een organisme.

Genexpressie: of een bepaalde gen aanwezig of afwezig is.

Genoom: is de hoofdblauwdruk die gedetailleerde instructies biedt voor alles, van het laten groeien
van een galblaas tot waar de neus op een gezicht wordt geplaatst.
of een cel een onderdeel van een galblaas of een neus wordt, wordt bepaald door signalen van zowel
binnen als buiten de cel. het genoom biedt de opties en de omgeving bepaalt welke optie wordt
genomen.

Chromosomen: structuren in het cellichaam die zijn opgebouwd uit DNA, segmenten van die
individuele genen omvatten.

Dominante gen: een gen dat tot expressie wordt gebracht in de nakomelingen wanneer het
aanwezig is.
Recessief gen: een gen dat alleen tot expressie wordt gebracht wanneer het wordt gekoppeld aan
een vergelijkbaar gen van de andere ouder.

Genotype: de genetische samenstelling van een organisme, bepaald op dit moment van bevruchting.
(bloedgroep& temperament)
Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken die het gevolg zijn van zowel genetische als milieu
invloeden. (haarkleur, oogkleur, sproetjes, littekens)

Polygeen: Afwijking of kenmerk die door meerdere genen wordt bepaald.

Zygote: Eerste cel van een nieuw individu, die tijdens de bevruchting is ontstaan door samensmelting
van een eicel en een zaadcel. Een bevruchte eicel.

Man heeft 23 chromosomen met een X & Y. Een vrouw heeft 23 met X & X.

Mutatie: Een verandering in een gen. Soms wordt hierbij ook de informatie van het gen veranderd,
zodat het gen niet goed werkt. Dit kan een genetische aandoening veroorzaken.

Sikkelziekte is een genetische aandoening die de bloedstroomverwerking van zuurstof verandert. Kan
leiden tot pijn, orgaan- en botschade en bloedarmoede. Recessief gen.

Monozygotische tweeling: 1 zygote die in tweeen is gesplitst, hierom dezelfde genen delen.
tweeeiige tweeling: 2 aparte bevruchtte eicellen en hierom niet meer genetisch gelijk dan niet-
tweelingen.

Erfelijkheid: overdracht van kenmerken van ouders tot nakomelingen door genen.

Erfelijkheid: een statistische schatting van de omvang naar welke variatie in een eigenschap binnen
een populatie is te wijten aan genetica.

Lagere maten van MAO(enzym monoaminen oxidase) worden vaak gevonden in agressief gedrag.

Geeindigd op blz 114.

Document The Genetic and Evolutionary Roots of Behavior uit Gleitman (2010) :

, Drie voorwaarden voor het optreden van Darwins natuurlijke selectie: variatie tussen individuen; een
hoger percentage reproductief succes voor individuen met enkele variaties; een manier om de
succesvolle variatie van de ene generatie op de andere over te dragen.

Mensen met een lager IQ sterven volgens de natuurlijke selectie niet uit omdat intelligentie geen
deel uitmaakt van natuurlijke selectie. Sommige eigenschappen doen er niet toe als het gaat om
overleven.

H3 (blz 69-80) – Centrale zenuwstelsel (CZS) : de hersenen en het ruggenmerg, hier bevinden zich
super veel neuronen.

Perifere zenuwstelsel (PZS) : alle zenuwcellen in het lichaam die geen deel uitmaken van het centrale
zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel omdat het somatische en autonome zenuwstelsel.
PZS stuurt veel verschillende informatie naar de CZS, de CZS organiseert en evalueert die informatie
en geeft vervolgens de PZS opdracht specifiek gedrag te vertonen of lichamelijke aanpassingen te
maken.

Neuronen: de basiseenheden van het zenuwstelsel; cellen die ontvangen, integreren en informatie
overdragen in het zenuwstelsel. Ze werken door elektrische impulsen communiceren met andere
neuronen door chemische signalen en vormen neurale netwerken.

Sensorische en motorische (sturen bewegingen en acties aan) neuronen werken samen om
beweging te beheersen. Een reflex is een automatische motorische reactie, voor elke reflexactie zet
een aantal neuronen sensatie eenvoudig om in actie.

Dendrieten: takachtige uitbreidingen van het neuron die informatie van andere neuronen
detecteren.

Cellichaam: de site in het neuron waar informatie van duizenden andere neuronen wordt verzameld
en geïntegreerd.

Axon: Ieder neuron heeft maar één axon. Het is de langste neuriet die vanuit het cellichaam vetrekt:
een kabel met meerdere eindvertakkingen. Een axon voert elektrische signalen vanuit het cellichaam
weg naar andere neuronen.
Zenuw is een bundel van axonen die informatie draagt tussen het brein en andere specifieke locaties
in het lichaam.

Aan het einde van een axon zitten terminal buttons: kleine knobbeltjes die chemische signalen van
het neuron afgeven in de synaps.

Synaps: de kloof tussen de terminale knoppen van een 'zendend' neuron en de dendrieten van een
'ontvangend' neuron, de plaats waar chemische communicatie plaatsvindt tussen neuronen.

Het buitenoppervlak van een neuron is een membraan, een vetbarrière die niet oplost in de waterige
omgeving binnen en buiten het neuron.

Ionenkanalen: op het membraan, deze gespecialiseerde poriën laten ionen toe elektrisch geladen
moleculen, komen negatief geladen en sommige positief geladen. door de beweging van ionen te
regelen, speelt het membraan een belangrijke rol in de communicatie tussen neuronen; het regelt de
concentratie van elektrisch geladen moleculen die de basis vormen van het elektrische neuron.

Actiepotentiaal: een golf van elektrische ontlading over het membraan van een prikkelbare cel zoals
een neuron of een spiercel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninacgw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.14
  • (0)
  Add to cart