Mijn docent was Catherine Cornette. Het is een heel uitgebreide samenvatting, het bevat + 140 pagina's. Hierbij zit ook een soort samenvatting van het fonetisch schrift dat je moet kennen.
Ik heb er vaak bij geschreven om de powerpoint af te drukken, dit is dan bijvoorbeeld voor afbeeldingen, of ...
- Linguïstiek is taalwetenschappen
o Studie van taal als algemeen menselijk verschijnsel.
• Wat is ‘taal‘ ?
o Blootleggen van
• Universele grammatica
→ Principes, eigenschappen van alle talen
▪ Sommige aspecten zijn algemeen voor alle talen, zoals het gebruik van klanken
• Taalspecifieke grammatica
→ Parameters, eigenschappen die per taal kunnen verschillen
▪ Er zijn taalspecifieke verschillen, zoals de zinsbouw in het Frans en Nederlands
o Expliciteren van grammaticale regels van taal
Het verwoorden van de grammaricale regels van taal
1
,2
,Hoofdstuk 2: De menselijke, natuurlijke taal
2.1 Algemene kenmerken van menselijke, natuurlijke taal
De menselijke, natuurlijke taal heeft verschillende kenmerken:
- Interactief:
o Taal is een communicatiemiddel bij uitstek om bewust samen te handelen.
o Doormiddel van taal (wat een sociaal materiaal is) kunnen we de cultuur vorm geven en een
maatschappij organiseren
o Taal is een sociaal gebeuren; je stemt uw taalgebruuik af op uw gesprekspartner.
Er is een continue wisselwerking (actie-reactie) waarbij de spreker luisteraar wordt en
omgekeerd.
o Taal is belangrijk voor de evolutie van de menselijke soort
- Creatief of productief:
o De mens kan hun woordenschat aanpassen en vernieuwen, er komen nieuwe woorden bij,
andere verdwijnen. De mens is in staat om nieuwe woorden te bedenken.
De mens kan ook steeds nieuwe zinnen maken, die nooit eerder uitgesproken zijn.
Dus we kunnen altijd aanpassen en variëren in boodschap uiten
o Er is veel variatie mogelijk in zinslengte, dit is theoretisch oneindig, maar je geheugen kan dit
niet aan in theorie (zo zal je niet het eerste woord van de zin onthouden).
Woordgebruik kan ook variëren afhankelijk van onderwerp/situatie, ander jargon.
- Gestructureerd:
o Rule-governed creativity:
Taal is creatief, dit wil niet zeggen dat je de volledige vrijheid hebt in taal, het wordt namelijk
begrensd door regels. (op vlak van klank- en zinsniveau)
o Taal is gestructurerd en heeft grammatica:
• Beperkte set van regels
• Beperkt aantal elementen
Je hebt maar 26 letters, en bepaald aantal klanken
• Oneindig aantal combinatiemogelijkheden
Met 26 letters kan je oneidig veel woorden maken, de hoeveelheid klanken kan je op
oneidig veel manieren combineren
- Referentieel:
Taal heeft een referentiële functie, het verwijst naar iets in de realiteit.
Dit maakt het mogelijk om iets in de afwezige werkelijkheid te verwijzen of op te roepen, hierdoor
kan je praten over iets op elk moment.
- Spontaan:
o Taal is spontaan tot stand gekomen zonder dat er een aanleiding of stimilus nodig is, we
kunnen op elk moment over van alles en nog wat praten, onafhankelijk van het ‘hier en nu’.
o Het ontstaan van taal is niet gemaakt door iemand, het is ontstaan en evolueert voortdurend.
We weten pas dat taal bestaat doordat de mens is beginnen met schrijven
3
, - Arbitrair en conventioneel:
o Arbitrair:
• Is dat er een willekeurige relatie is tussen vorm en betekenis.
-> er is geen logische verband tussen de vorm en naar wat dat het verwijst.
Het verband hierin wordt aangeleerd dus waarom noemen we een stoel een stoel? Er
is geen verband tussen het woord stoel en hoe het er uitziet
• Niet iedereen geeft aan dezelfde klankcombinatie, dezelfde betekenis
-> Waarom vis en waarom in het frans poisson en engels fish
o Conventioneel:
• Impliciete afspraak tussen sprekers van dezelfde taal
Het is u niet geleerd, je hebt het gewoon gaande weg opgepikt
-> Een impliciete afspraak dat een stoel een stoel is of Noord het noorden is
Het is objectief waarneembaar
Er zijn ook een aantal uitzonderingen:
- Uitzonderingen over het feit dat woorden compleet arbitrair zijn:
o Onomatopeeën of klanknabootsende woorden:
Woef is een hond, omdat het dat geluid maakt
Toch noemen ze een koekoek in andere landen anders; klinkt niet helemaal hetzelfde in het
nederlands, maar maakt wel het zelfde geluid
- Uitzonderingen: gebarentaal
o Gebarentaal:
De vorm van een relatief groot aantal woorden is niet arbitrair, ongeveer 1/3 van de gebaren
is iconisch (niet sluitend) (en 2/3 willekeurig).
Bij gebarentaal is er meer een relatie tussen het gebaar en daar waar het gebaar naar
verwijst. Er zijn ook verschillende soorten gebarentaal;
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alanisvalle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.82. You're not tied to anything after your purchase.