100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting van scheikunde 4 en 5 havo $35.09   Add to cart

Summary

Complete samenvatting van scheikunde 4 en 5 havo

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Deze samenvatting is een complete samenvatting van de stof van 4 en 5 havo van scheikunde gebaseerd op de aantekeningen die ik in de les heb gekregen en het boek Polaris uit de 4e en 5e. De samenvatting heeft de hoofdstukken 1 t/m 10.

Last document update: 6 months ago

Preview 5 out of 13  pages

  • March 20, 2024
  • March 20, 2024
  • 13
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Hoofdstuk 7 Industriële processen
§7.1 Chromatografie

Chromatografie is een scheidingsmethode. Vloeistoffen trekken in papier (de loopvloeistof),
ook kleurstoffen die in vloeistoffen zitten. Een stof die beter in de loopvloeistof oplost, zal
hoger op het papier terechtkomen. Deze scheidingsmethode heet papierchromatografie en
berust op het verschil in oplosbaarheid in de loopvloeistof en het verschil in
aanhechtingsvermogen aan het papier. De loopvloeistof heet de mobiele fase en het papier
de stationaire fase. Polaire stoffen hebben meer affiniteit met de hydrofiele loopvloeistof,
apolaire stoffen lopen minder mee met een hydrofiele vloeistof.

Dunnelaagchromatografie → dun laagje vaste stof wordt aangebracht op bv. een glasplaat,
kleine stipjes van het te onderzoeken mengsel worden onderaan de plaat aangebracht. De
glasplaat wordt in een bak met loopvloeistof gezet. (ondergrond is steviger als papierchromatografie).

De Rf-waarde is een getal dat de verhouding weergeeft tussen de afgelegde weg van de
stof en de afgelegde weg van de loopvloeistof, hiermee identificeer je de verschillende van
elkaar gescheiden stoffen uit een mengsel bij chromatografie. Rf-waarde van 1 betekent dat
de stof volledig met de loopvloeistof meeloopt. Chromatografie wordt veel ingezet als
analysemethode, waarbij de verschillende componenten in een mengsel aangetoond
kunnen worden. Formule:



§7.2 Blokschema’s

Processen in de chemische industrie geef je weer in een blokschema met verschillende
‘tekens’:
● Rechthoekig blok: reactor of scheidingsinstallatie
● Pijlen: stofstromen, bij elke pijl geef je aan welke stoffen zich er bevinden:
○ Horizontale pijlen: geven het proces aan.
○ Verticale pijlen: laten toevoegingen of afvalstromen zien.
○ Teruggaande pijl: recirculatie → stoffen die het proces verlaten worden
ergens anders in het proces gebruikt.

Aan de hand van een blokschema kunnen fabrikanten hun chemisch proces verbeteren en
de benodigde hoeveelheden en opbrengst berekenen.

,§7.3 Chemische processen

Batchproces = proces waarbij beginstoffen ingevoerd worden, de reactie plaatsvindt en dat
de eindproducten uit het reactievat gehaald moeten worden voordat er weer een nieuwe
hoeveelheid beginstoffen ingevoerd kan worden (zoals soep bv.).
Fijnchemie = het productieproces van kleine hoeveelheden.

Continuproces = proces waarbij de beginstoffen in een onafgebroken stroom naar de reactor
gaan, terwijl tegelijkertijd de reactieproducten continu worden afgevoerd uit de reactor.
Bulkchemie = het productieproces met grote hoeveelheden (kun je geautomatiseerd
uitvoeren).

Voor het vormgeven van metalen is veel energie nodig, doordat metalen pas vervormbaar
zijn bij hoge temperaturen. Met behulp van een warmtewisselaar kun je een overschot aan
energie nuttig inzetten. Metaal worden op verschillende manieren geleverd:
● door het metaal plat te walsen;
● in een vorm te gieten;
● of in een vorm te persen.

Met behulp van vormingswarmte kun je het energie-effect (reactiewarmte) van een reactie
berekenen. Formule: ΔE = EV (reactieproducten) - EV (beginstoffen).
Bereken de reactiewarmte voor de verbranding van methaan. Stappenplan:
1. Noteer de reactievergelijking: CH4 (g) + 2 O2 (g) → CO2 (g) + 2 H2O (l)
2. Zoek de vormingswarmte op (binas 57):
CH4 (g) → -0,75 ∙ 105 H2O (l) → -2,86 ∙ 105
O2 (g) → 0 (want is een element) CO2 (g) → -3,935 ∙ 105
3. Noteer de vormingswarmte in de formule:
(2 x -2,86 ∙ 105 + 1 x -3,935 ∙ 105) - (1 x -0,75 ∙ 105 + 2 x 0) = -8,905 ∙ 105 J/mol.
Let op: min getal betekent exotherm, plus getal betekent endotherm.
Let op de coëfficiënten in de reactievergelijking, deze moet je gebruiken bij het
vermenigvuldigen in de formule van de reactiewarmte. (Zie het voorbeeld dat gebruikt is).

Katalysator = stof die een reactie versnelt zonder dat hij daarbij wordt gebruikt, want zorgt
dat de activeringsenergie lager wordt. Wordt in een reactievergelijking boven de pijl gezet.


§7.4 Groene chemie

Als producenten werken aan chemische processen die de toekomstige generaties beter
beschermen, noem je dat groene chemie (duurzaam). Dit kan door bijvoorbeeld door de
hoeveelheid afval te verminderen door efficiënter te produceren of door oude materialen om
te vormen tot nieuwe materialen (= recyclen). Downcyclen → oude waardevolle materialen
worden omgezet in producten van mindere kwaliteit. Upcycling → kwaliteit verbetering.
Cradle-to-cradle = stoffen afbreken tot beginstoffen die weer opnieuw gebruikt kunnen
worden.

Bij elk procesdeel van een proces worden de reactieomstandigheden afgewogen: benodigde
temperatuur, druk en eventuele katalysatoren worden per reactievat bepaald. Er komt een
inventarisatie van eventuele nevenreacties of mogelijke bijproducten die gevormd worden.
Dit alles is nodig zodat eventuele ondermaat of overmaat van stoffen duidelijk in beeld zijn.

,GHS-systeem → universeel systeem om stoffen te etiketteren en van pictogrammen te
voorzien.
Er wordt een grenswaarde vastgesteld voor stoffen waarmee men werkt (= max toegestane
concentratie van de stof). De veiligheidsgrenzen kunnen worden uitgedrukt in:
● ADI-waarde → aanvaardbare dagelijkse inname.
● LD-50 → concentratie van de stof waarbij 50% van de proefdieren sterft.

Binas 97A → gevaarlijke chemicaliën.
Binas 97F → uitgangspunten om productieprocessen te beoordelen op duurzaamheid.


§7.5 Rekenen aan industriële processen

Kwantitatieve manieren om duurzaamheid te beoordelen van chemische processen:

● Atoomeconomie → je rekent uit hoeveel massaprocent van je grondstoffen
terechtkomt in het product. Bepaalt de verhouding tussen de molaire massa’s van
het product en de beginstoffen uit de reactievergelijking.




● Rendement → de verhouding tussen de werkelijke opbrengst en de theoretische
opbrengst die uit de reactievergelijking volgt.




● E-factor → je berekent hoeveel afval er in de praktijk is bij een productieproces. Hoe
lager de E-factor, hoe duurzamer.




Let op: houdt bij formules altijd rekening met de coëfficiënten uit de reactievergelijking!

,Ezelsbruggetje voor elementen met 2:
Clara (Cl2) fietst (F2) naar (N2) haar (H2) oma (O2) in (I2) Breda (Br2).

Ionen opschrijven bij:
- zoutoplossing
- sterk zuur
- sterke base

Een reactie is aflopend als er een sterk zuur of een sterke base aanwezig is. Een reactie is
in evenwicht als er alleen zwakke basen of zuren aanwezig zijn.

, Hoofdstuk 8 Biochemie
§8.1 Esters

Een alkanol en alkaanzuur kunnen reageren tot een ester. Er ontstaat dan een binding
tussen de zuur- en de alcoholgroep. De OH-groep van het zuur wordt gebruikt en het
O-molecuul van de alcoholgroep (zie voorbeeld). Bij de reactie tussen een alkanol en een
alkaanzuur wordt ook een watermolecuul gevormd. Een reactie waarbij ook water vrijkomt,
noem je een condensatiereactie.

Het vormen van een ester door een condensatiereactie tussen een alkanol en alkaanzuur is
een omkeerbare reactie. Het afbreken van de ester is een hydrolysereactie, hiervoor heb je
een watermolecuul nodig. Als er meerdere esterbindingen aanwezig zijn, heb je voor de
hydrolyse per esterbinding een watermolecuul nodig.




§8.2 Vetten

Een vet dat bij kamertemperatuur vloeibaar is → olie.
Vetten worden gebruikt als brandstof, opslagplaats van energie en bouwstof.

Vetmolecuul bestaat uit glycerol en vetzuren. BINAS 67G2 → verschillende vetten. Het
vormen van een vet is een condensatiereactie en gaat als volgt:




Het gevormde vetmolecuul is een tri-ester, ook wel triglyceride. Vetzuren bevatten lange
koolstofketens, daarom kort je die af met R (restgroep) of kort je ze af door bijvoorbeeld
C17H35 aan de structuurformule toe te voegen.

Tijdens de spijsvertering worden vetten gehydrolyseerd. Er zijn ook vetten die je lichaam niet
kan maken en die dus in je voeding moeten voorkomen. Dit zijn essentiële vetzuren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneluitjens22. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $35.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$35.09
  • (0)
  Add to cart