Communicatie, Media en Interactie (CI3V14303)
All documents for this subject (22)
1
review
By: giuliakuiper • 8 months ago
Seller
Follow
laura43
Reviews received
Content preview
Stuvia: Communicatie, Media en
Interactie
Kennisclips
Week 1: Media Richness Theory
Daft, R.L., & Lengel, R.H. (1986). Organizational information requirements,
media richness, and structural design.
Daft en Lengel vroegen zich 2 dingen af:
1. Waarvoor hebben organisaties eigenlijk informatie nodig? Voor wat voor
soort taken gebruiken ze informatie?
2. En als je dat weet, hoe kun je dan een organisatie zo inrichten dat de
informatie op de juiste plek komt?
Ze kijken vanuit een organisatiekundig perspectief naar de vraag welk medium
je voor welke communicatie moet inzetten.
Waarvoor gebruiken organisaties informatie?
Verminderen van uncertainties (onzekerheden). Dus gebreken aan
informatie/kennis. ‘Welke vakken kan ik allemaal volgen met mijn studie?’.
Stuvia: Communicatie, Media en Interactie 1
, Of: Hoeveel van onze klanten zijn vrouw? Hoeveel van product x moeten
we inkopen?
Oplossing: Meer informatie verzamelen.
Verminderen van equivocality (ambiguiteit). Er is hier niet een gebrek aan
informatie, maar een gebrek aan duidelijke antwoorden. Het zijn ook geen
ja/nee vragen, maar er zijn verschillende interpretaties mogelijk van de
vraag. bv: ‘welke richting kan ik het beste op met mijn studie?’. Met deze
vraag zul je van verschillende mensen verschillende antwoorden krijgen.
Het heeft namelijk ook meestal te maken met persoonlijke voorkeur.
Oplossing: Onderwerp bespreken met andere mensen en zo tot een
gezamenlijke interpretatie komen. Je hebt behoefte aan rijke informatie.
Wat is informatierijkheid? → De mogelijkheid van informatie om begrip te
kweken in een bepaalde time interval. Neem de vraag ‘welke richting kan ik
het beste op met mijn studie?’ nog eens. Deze vraag kun je niet zo goed
oplossen met arme informatie (numerieke data) zoals het startsalaris. Met
arme informatie duurt het lang of is het niet mogelijk om tot een gedeeld
begrip te komen. Rijke informatie is snel en efficient, en heb je de
mogelijkheid om een gedeeld begrip te kweken, zoals een adviesgesprek.
Daft & Lengel: Media verschillen in hun capaciteit voor het verwerken van rijke
informatie. Zij vinden face-to-face gesprekken en telefoongesprekken bv erg
mediarijk. Deze media kunnen goed rijke informatie overbrengen. Persoonlijke
documenten (zoals brieven) al iets minder, en handleidingen/numerieke
documenten als heel media arm.
Wat maakt een medium rijk?
De mogelijkheid om feedback te geven. Feedback kunnen geven = rijker
Onderscheid tussen synchrone (directe) feedback zoals
telefoongesprekken, vs asynchrone (vertraagde) feedback zoals via de
mail.
Meer cues en kanalen. = rijker. Denk aan de toon van je stem en
lichaamstaal
Stuvia: Communicatie, Media en Interactie 2
, De mogelijkheid tot personalisatie. = rijk. Als je bv ziet dat iemand iets niet
goed begrepen hebt, kun je het opnieuw uitleggen. Of als je weet dat
iemand alleen Engels spreekt, zal je het in het Engels uitleggen.
Het gebruik van natuurlijke taal. = rijker. Er worden bv geen afkortingen of
wiskundige formules gebruikt om informatie over te brengen.
Media fit model (samenvatting van alles hierboven) (met ‘fit’ wordt ‘passend’
bedoeld. welk medium te gebruiken voor situatie x)
Navolging van de Media Richness Theory (MRT):
Niet superconcreet
Behoorlijk deterministisch. Er wordt alleen gekeken naar taak en medium,
en niet naar andere onderdelen in een organisatie die ook een rol kunnen
spelen.
Voorspelt keuze voor nieuwere media niet heel goed. Nieuwe media past
niet meer zo goed in de hokjes rijk en arm.
Media Synchronicity Theory bouwt voort op de MRT.
Week 2: Media Synchonicity Theory
Dit is een media fit theorie. Dat houdt in dat ze dus kijken naar of het medium
past bij een bepaalde taak. Wat bedoelen ze met ‘taak’? → Het doel van
communicatie is om een ‘shared understanding’ (gedeelde betekenis) te
creeeren. Hiervoor heb je 2 communicatieve processen nodig tussen
personen:
Stuvia: Communicatie, Media en Interactie 3
, 1. Conveyance: Het overdragen van informatie (bv een werkcollege waarin
de docent uitlegt)
2. Convergence: Het samenkomen van betekenissen (bv iemand die een
vraag stelt en dat hier samen met de groep een antwoord op wordt
gegeven)
Conveyance en convergence bestaan ook weer uit 2 individuele processen:
1. Information transmission (vaak hoger bij convergence). Dit is ook het
overdragen van informatie, maar dan het individuele gedeelte. Bv de
voorbereiding op de werkgroep.
2. Information processing (vaak hoger bij conveyance). Als je nieuwe
informatie krijgt, ga je hierover nadenken en plaats je het in de kennis die je
al had.
De makers van de Media Synchronicity Theory (MST) vinden de indeling in 2
communicatieve processen (conveyance & convergence) een beter niveau om
over media fit na te denken ipv de media richness theory. Die deelt de taken te
grof in, waardoor het lastig is om er een goed medium aan te hangen. Als je
kijkt naar communicatieve processen, kun je veel beter een medium eraan
hangen.
Stuvia: Communicatie, Media en Interactie 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laura43. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.02. You're not tied to anything after your purchase.