Dit is een volledige samenvatting van het boek 'Groot worden' van Katrien Struyven en de cursus 'spel' van het eerste jaar pedagogie van het jonge kind te Karel de Grote hogeschool. Met deze samenvatting scoorde ik van de eerste keer een 16/20!
Kinderen groeien in verschillende ontwikkelingsdomeinen:
1. Lichamelijk motorisch
Lichamelijke groei die het kind doormaakt.
2. Motorische ontwikkeling
Ontwikkeling van de motoriek of de bewegingen.
3. Tekenontwikkeling
Deelaspect van de motorische ontwikkeling.
4. Perceptuele ontwikkeing
Ontwikkeling van de zintuigen.
5. Cogniteee ontwikkeling
Ontwikkeling van het denken/denkfouten.
6. Taalontwikkeling
Communicatie: eerst spreken dan lezen en schrijven.
7. Schoolse ontwikkeling
Schrijven, rekenen, lezen
8. Spelontwikkeling
In spel leren kinderen.
9. Seksuele ontwikkeling
Leren kennen van eigen geslacht en verkennen van het lichaam en de gevoelens die daarmee gepaard
gaan.
10. Sociaal-emotonele ontwikkeling
Door contacten met anderen leert een kind sociale/emotionele vaardigheden.
11. Morele ontwikkeling
Wat is goed en wat is slecht.
12. Persoonlijkheidsontwikkeling
Elk kind leert zijn eigen ‘ik’- je kennen.
Er is een samenhang tussen de ontwikkelingsgebieden. Ze zijn niet strikt gescheiden.
Zo zul je zien dat ontwikkelingsgebieden binnen één ontwikkelingsfase in realtie staan tot elkaar.
Elke fase bouwt verder op wat voorafging en legt de bouwstenen van de volgende fase ( kruipen voor
lopen, brabbelen voor praten..)
Pedagogische Raamwerk voor Kinderopvang ( 2014) maakt gebruik van de term erearingsgebieden. (ik en
de ander, lichaam en beweging, verkennen van de wereld en communicatie en expressie)
Tijdens de overgangs fases merk je op dat er zowel voorgaande als volgende kenmerken te zien zijn.
1
,Ontwikkeking en spel
1.2 Wat is ontwikkeling?
Ontwikkeling bestaat uit winst (leren schrijven) en verlies (verlies van lenigheid op oudere leefijd)
Ontwikkeling is een combinatie van aanleg, milieu en zelfepaling
Ontwikkeling is een levenslang proces ontwikkelen heef tijd nodig om voortgang te bekomen.
! voortgang= ontwikkeling is niet herhaalbaar
! voortgang vooruitgang
! voortgang kan je normaal niet verleren ENKEL per uitzondering zoals een ongeluk ( opnieuw leren spreken)
1.3 Wat is psychologie?
Psychologie bestudeert:
1. Het gedrag
2. Het denken
3. Beleeing van mensen
Onderverdelingen binnen de pyschologie:
Ontwikkelingspsychologie: bestudeert het gedrag, het denken en de beleving van mensen in een bepaalde
levensfase en probeert daar oorzaken voor te vinden. Ontwikkelingpsycholgie begint voor de geboorte.
1.4 Hoe ontstaat ontwikkeling?
Ontwikkeling wordt bepaald door verschillende factoren namelijk:
1. Nature (aanlegtheorie)
Ontwikkeling wordt hoofdzakelijk bepaald door de erfelijkheidsfactoren.
De eigenschappen kunnen direct observeerbaar zijn als nog onzichtbaar.
2. Nurture (milieutheorie)
Ontwikkeling wordt hoofdzakelijk bepaald door je omgeving en/of opvoeding.
3. Zelfepaling (zelf kiezen)
Bij nurture en bij nature heb je zelf geen invloed, bij zelfepaling wel. Jij kiest er zelf voor wat je doet.
Bv. Pesten. Je vrienden pesten iemand, jij kiest zelf of je mee doet of niet.
De drie factoren beïnvloeden elkaar en zelfepaling speelt een erg grote rol.
2
,Ontwikkeking en spel
Voorwaarden tot leren
Je moet niet enkel kijken hoe jij in de zone van naast de ontwikkeling vooruitgang kan boeken, maar je moet
rekening houden met de eoorwaarden tot leren.
De voorwaarden tot leren zijn:
Lichamelijke en emotonele veiligheid, welbevinden en betrokkenheid
Dit kan in profesionele context geobserveerd worden met:
Ziko (zelfevalutatie- intrument voor de kinderopvang)
Ziko-Vo (kindvolgsysteem)
1.5 Stromingen binnen de ontwikkelingspsychologie
Vijf belangrijke stromingen:
1. Psychodynamische perspectief
2. Behaviorisme
3. Cognitivisme
4. Evolutionair of ethologisch perspectief
5. Contextueel of ecologisch perspectief
Psychodynamische perspectief
Sigmund Freud (grondlegger), Erik Erikson
zij zeggen dat het gedrag wordt bepaald door onbewuste drifen maar er zijn fxaties mogelijk.
Volgens Freud is je brein verdeeld in drie delen:
1. ID of ES (oerinstict)
Men vertrekt altijd vanuit het onderbewuste. Dit is het meest primitieve deel van de psyche geleid
door het lust principe.
2. EGO of ICH (ego)
Het kind probeert altijd een compromis te zoeken. Het kind past zich aan aan de omstandigheden en
leert dat bevrediging soms moet wachten
3. Superego of Uber-ich (geweten)
Alles wat je hebt meegekregen vanuit uw milieu. Wat is juist en wat is fout. Internalisering van de
sociale normen van de maatschappij
Bijvoorbeeld:
Situatie: Meri (ego) heef honger en heef maar één koek, claudia heef ook honger en heef geen koek mee.
ID: Meri je hebt honger eet u koek snel alleen op.
Superego: Neen Meri, Claudia heef misschien ook honger. Je ouders hebben je toch geleerd dat je ook aan
derden moet denken. Deel uw koek.
Meri ( EGO): ‘ denkt naar wie ze wil luisteren en zoekt naar een compromis’ en zegt: “Claudia? Wil jij een stuk?”
3
, Ontwikkeking en spel
Behaviorisme
John b. Watson & B.F Skinner gaan ervan uit dat gedrag aangeleerd wordt met behulp van een conditionering
externe stimulus. Op die stimulus komt er een interne respons.
Leren gebeurt uit door coditionering. Bijvoorbeeld: Hond van Pavlov, baby Albert, Box van Skinner
Ook leren door imitate is belangrijk. gedrag wordt geleerd door het obserberen van (en nadoen) van een
ander persoon die dient als model.
Gedraf wordt bepaald door een externe stimli/prikkels die een bepaalde interne respons uitlokken
Leren gebeurt door conditionering (strafen en belonen)
Cognitivisme
Jean Piaget
Gedrag wordt bepaald door de manier waarop mensen informatie verwerken in hun denkprocessen.
Evolutionair of ethologisch perspectief
Charles Darwin
Gedrag wordt bepaald door uw biologische kenmerken. (Aanleg)
Bijvoorbeeld: Een adolecent met overgewicht heef genetische aanleg voor overgewicht. Hij heef het
overgeërfd van zijn (voor)ouders, die het mogelijk nodig hadden om te overleven in tijden van hongersnood
Contextueel of ecologisch perspectief
Vygotsky
Contextuele theorie verbind alle componenten van de vorige stromingen met elkaar. Vygotsky zegt dat men een
de unieke ontwikkeling van een kind niet kan begrijpen als dat kind niet in een complexe, sociale en culturele
context wordt geplaatst.
Kinderen leren hun wereld begrijpen via hun probleem oplossende interacties met andere
kinderen/volwassenen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller claudiastuer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.