Hoofdstuk 4:
- Affects: het scala aan gevoelens in de vorm van emoties en gemoedstoestanden die mensen
ervaren.
- Emotions: intense gevoelens specifiek richting een object of persoon.
- Moods: gegeneraliseerde positieve of negatieve staat.
- Positive affect: een gemoedstoestand die bestaat uit emoties zoals blijdschap,
zelfverzekerdheid, ver weg van verveeld- en moeheid.
- Negative affect: een gemoedstoestand die bestaat uit emoties zoals verveeldheid en
depressie.
- Emotional contagion: een fenomeen waarbij emoties die door maar een paar mensen
worden ervaren, worden verspreid door de gehele groep.
- Emotional labor: het proces van omgaan met gevoelens en proberen de positieve te uiten,
ook als deze er eigenlijk helemaal niet zijn.
- Display rules: basis normen die organiseren welke emoties worden geuit en welke worden
onderdrukt
- Emotional dissonance: een verschil tussen de emoties die worden geuit en de emoties die
hij of zij daadwerkelijk voelt.
- Surface acting: een persoon onderdrukt zijn of haar gevoelens en uit de gevoelens die
verwacht worden.
- Deep acting: moeite doen om de gewenste emoties te voelen/ervaren.
- Emotional regulation: een verzameling aan processen waarmee mensen hun eigen emoties
en de manier waarop ze die ervaren en uiten beïnvloeden.
- Attitude: een geleerde neiging om consistent positief of negatief op mensen of
gebeurtenissen te reageren.
- Cognitive dissonance: de verschillen tussen iemands geloven, gedragingen en houdingen.
- Job satisfaction: de mate waarin een persoon positief of negatief tegen zijn of haar baan op
kijkt.
- Employee engagement: een verbinding tussen de organisatie en de passie voor zijn of haar
werk.
- Organizational citizenship: vrijwillig gedrag dat niet deel uitmaakt van de werknemers
zijn of haar taken en die niet officieel beloond worden.
- Counterproductive work behaviors: vrijwillig gedrag dat opzettelijk de organisatie
verstoord of schaadt.
- Stressors: stimuli vanuit de omgeving die eisen stelt voor een individu.
- Strain: de fysiologische en psychologische reactie op stress.
- Eustress: gemiddelde levels van stressoren die een positieve invloed hebben op inzet en
prestatie.
- Distress: hoge levels van stressoren die een negatieve invloed hebben op inzet en prestatie.
- Coping: de poging om stressoren te minimaliseren en te organiseren.
- Problem-focused coping: een type coping die gericht is op het proberen te begrijpen van
het probleem en het zoeken van praktische oplossingen.
- Emotion-focused coping: een poging om iemands emotionele reactie op een stressor te
veranderen door positief taalgebruik en afleidende technieken.
, - Wellness program: een persoonlijke of organisatorische poging om gezondheid te
bevorderen door toegang tot medische screenings, advies en sport.
Hoofdstuk 2:
- Workplace diversity: de mate waarin een organisatie verschillende culturen representeert.
- Surface-level diversity: makkelijk op te merken verschillen tussen mensen zoals leeftijd,
etniciteit en geslacht.
- Deep-level diversity: verschillen in verbaal en non-verbaal gedrag die niet makkelijk te
zien zijn omdat ze onder het oppervlak liggen. Voorbeelden zijn houdingen, waarden en
persoonlijkheid.
- Age diversity: mensen van alle verschillende leeftijden betrokken bij de werkplek.
- Race: identificeerbare biologische factoren zoals huid, haar of oogkleur.
- Ethnicity: sociologische factoren zoals nationaliteit, cultuur, taal en afkomst.
- Gender diversity: de manier waarop verschillende genders worden behandeld op de
werkplek.
- Glass ceiling: een onzichtbare barrière die iemand limiteert om progressie te maken en op
hogere posities te komen.
- Sexual orientation: eenpersoons seksuele identiteit en de genders waartoe hij of zij zich
aangetrokken voelt.
- Ability diversity: de vertegenwoordiging van mensen met verschillende niveaus van
mentale en fysieke kunnen binnen een organisatie.
- Cultural meta-organisation: het niveau van bewuste culturele verschillen die we hebben
tijdens cross-culturele interacties.
- Individual differences: de mate waarin mensen verschillen en gelijkenissen laten zien.
- Self-awareness: bewust zijn van je eigen gevoelens, gedrag, persoonlijkheid en wat je wel
en niet leuk vindt.
- Awareness of others: de manier waarop we bewust zijn van gevoelens, gedrag,
persoonlijkheid en wat je wel en niet leuk vindt van anderen.
- Self-concept: persoonlijke samenvatting over onszelf bestaande uit positieve en negatieve
kwaliteiten, relaties met anderen en overtuigingen.
- Self-esteem: de overtuigingen die we hebben over onze eigen waarden aan de hand van het
zelf beoordelingsproces.
- Self-efficacy: het geloof dat we hebben in ons kunnen om te slagen in een specifieke taak of
situatie.
- Personality: een stabiel, uniek patroon van gedragingen die resulteren in iemands identiteit.
- Personality traits: de karakteristieken die onze gedachten, gevoelens en gedragingen
beschrijven.
- Emotional stability: de mate waarin we kalm kunnen blijven in bepaalde situaties.
- Neuroticism: een persoonlijkheidskenmerk dat inhoudt dat je gespannen, gehumeurd en
irriteerbaar bent.
- Big Five model: vijf simpele dimensies van persoonlijkheid die worden gebruikt om
mensen op de werkplek te evalueren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjevanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.