Samenvatting over de stof die behandeld wordt in periode 4 van fysiologie. Dit is een samenvatting van de colleges die gegeven worden en de kennisclips.
Fysiologie periode 4
College 1A: motoriek 1: hoe zat het ook weer
Open en gesloten vaardigheden, Bij open is er veel invloed van buitenaf mogelijk (denk aan
teamsporten), bij gesloten is er geen invloed van buitenaf mogelijk.
Discreet, serieel of continue vaardigheid, bij discreet heeft de beweging een duidelijk begin en eind, bij
serieel zijn er verschillende discrete bewegingen achter elkaar en continue is steeds dezelfde beweging.
Open en closed loop besturing, openloop is feedforward, vooraf bestuurd. Closed loop is feedback.
M1 respons,
- Myotatische reflex
- 30-50 ms
- Signaal naar ruggenmerg, en meteen weer terug naar de spier. (Spier samentrekkingen)
M2 respons,
- Ook myotatische reflex maar gaat via de hersenen, hier wordt gewerkt met motor
programma’s
- 50-80 ms
Triggerd reaction,
- Vb. iemand geeft jou een glas wat nat is, zodra je dat merkt houd je m extra stevig vast zodat
het niet valt.
- 80-120 ms
M3 respons,
- Bewust van de respons, je registreert ook wat er gebeurt om dit later weer te kunnen
gebruiken
- 120-180 ms
Sensorische geheugen,
- Hier komt alles binnen,
- 1 seconde
Korte termijn geheugen,
- Kan maar beperkte informatie bevatten.
- 20-30 seconde,
Lange termijn geheugen,
- Oefenen en trainen,
- Levenslang.
- Je kan het hier weer uithalen en in korte termijn geheugen gebruiken om iets uit te voeren.
College 1B: motoriek 2: hoe zat het ook weer
Heterarchisch, lagen kunnen zelf ook hun taken uitvoeren, hierdoor niet alleen verticaal maar ook
horizontaal aan elkaar. Parralel en topdown & seriele verwerking.
De omgeving speelt een grote rol maar je moet ook kunnen anticiperen. Het lange termijn geheugen is
daarnaast ook nog heel belangrijk. Alleen als dit op orde is, is het erg snel.
De info uit de omgeving moet goed gelezen en geïnterpreteerd.
- Planning scenario’s
- Inzetten goede techniek, motor programma uit buffersysteem
- Goede kracht doseren en aansturen motor units, gebruik van buffer system
Hiërarchisch, de ene laag stuurt de volgende laag aan.
Multi module model heeft een aantal niveaus
- Cognitieve module, Intentie en motor planning
- Uitvoerings module, Motor programma’s, spier initiatie en parameterisatie
- Perifere module, Perifere zenuwtransmissie en genereren kracht
,College 2A: Inleiding motorisch leren
“Leren is een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het gedragspotentieel als gevolg van
specifiek ervaringen met de omgeving.”
- Gedragspotentieel, het gedrag kan veranderen,
o Bij CVA, wordt de situatie beter als je er aan werkt
o Bij Parkinson en ms loopt de toestand altijd af.
- Specifieke ervaring, de ene leer ervaring doet er meer aan toe dan de ander,
- Zorgen dat het effectief maken van het leren bij de ADL van de patiënt
Casus
Heeft mevrouw motorisch geleerd na 30 minuten
traplopen? Ligt eraan of ze het bij de volgende
behandeling nog zou kunnen, en of ze het op
langer termijn nog kan. Gaat de verandering in
het gedragspotentieel dus ook voor langere tijd
aanhouden?
Als mevrouw steeds op dezelfde trap oefent, gaat het oefeneffect omhoog, maar gaat ze het erg moeilijk
hebben op andere trappen. Als ze op verschillende trappen oefent, gaat het oefeneffect heel erg omlaag
maar op lange termijn kan wel blijken dat het leereffect aanzienlijk is.
Behandeling van mevrouw van Oers
- Ze zal vaak moeten traplopen, heel veel herhalen en het zal heel intensief zijn.
- Herhalen zonder herhalen, oefenen met veel variatie. Leereffect omhoog.
- Zo specifiek mogelijk oefenen, dus voorval veel traplopen. Dit geeft een betere transfer naar
het gebruik in ADL
- Post-test is niet genoeg om leren te meten, dus een follow-up na Bijv. 1 mnd met een retentie
test en/of transfertest. Observeren van het motorische gedrag.
Meten van performance:
- Observatie: beoordeling kwaliteit van de bewegingspatronen, direct na de interventie
- Post- test: verschil met baseline vaststellen
- Hier wordt alleen geen leereffect mee gemeten, hier wordt dus alleen de performance mee
getest.
Meten van leren:
- Retentie test: het meetinstrument van bijvoorbeeld de post test wordt gebruikt maar nu
bijvoorbeeld na 1 maand dat de interventie gestopt is. Als de score hoger is dan bij de post test
dan is het leereffect omhoog gegaan. Als het lager uitvalt heeft de patiënt iets ingeleverd. Dat
moet je vergelijken met de baseline meting, als de score hoger is kan je zeggen dat dat verschil
een reële maat is van wat er echt geleerd is.
- Transfer test: weer een pauze van bijvoorbeeld een maand. Er wordt een andere context
genomen dan tijdens de interventies bijvoorbeeld ipv de trap in de oefenzaal, bij de trap thuis
oefenen, wordt het geleerd in situatie A toegepast in situatie B?
- Observatie, tijdens een follow-up na enige tijd, vergelijk bevindingen direct na interventie, kijk
vooral naar kwaliteit, is het vloeiender, is er minder valrisico?
, College 2B: architectuur geheugen – sensorisch geheugen
Sensorisch geheugen
Het is een buffer voor alle stimuli die binnenkomen in het
systeem. Deze worden nauwkeurig maar hele kort opgeslagen
(200-500ms) daarna wordt alles doorgesluisd naar het
werkgeheugen of het KTG. Alle informatie die binnenkomt
wordt goed gefilterd of het nuttig is en doorgespeeld kan
worden of dat het onnodig is. Na het korte termijn geheugen
kan het door naar het LTG, hier wordt alle informatie
vastgehouden. Hier vinden steeds veranderingen plaatst door
alle nieuwe dingen die gebeuren
De meest recente informatie uit het sensorische geheugen
moet met het LTG samenwerken voor een adequate handeling.
Alle prikkels die binnen komen heten cues. Je krijgt er dus heel veel tegelijk binnen maar bent er van heel
veel niet bewust.
Mensen met ADD kunnen de cues die ze binnen krijgen niet negeren. Wat wij kunnen wegfilteren als niet
belangrijk, komt bij hun net als een gewone cue binnen. Hierdoor is er veel ruis op de lijn.
Mevrouw van Oers
- Ze kijkt naar de trap en neemt alle informatie ie zich op, alle kenmerken van de trap zijn de
cues.
Je kan haar helpen met alle cues die binnen komen door:
- Aandacht laten richten op de belangrijke cues, door deze te benoemen. Zoals kijk naar de
leuning, aan welke kant zit de leuning? Hoeveel trede heeft de trap?
- Vanuit omgevings constraints cue gestuurd laten bewegen. Stel je weet ze kan 5 treden lopen
maar doet dit niet uit zichzelf. Dan kan je haar stimuleren door met je stem het ritme aan te
geven.
- Na de cue direct actie, na het aangeven van de cue de patiënt direct actie laten ondernemen.
- Niet relevante stimuli zoveel mogelijk weg halen. Bijvoorbeeld bij beginnend CVA patiënt niet
in een drukke oefenzaal beginnen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lysanne_schoolenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.