Samenvatting over de stof die wordt behandeld in behandelen periode 3. Deze samenvatting is een combinatie van de colleges, kennisclips en oefenvragen.
Hoofdstuk 1. Inleiding
De definitie van ‘massage’ volgens de ‘Van Dale’ is: het aanraken, betasten. Massage is volgens de
Classieke Verrichtingen Para-medische Beroepen (CVPB) het toedienen van mechanische prikkels aan
het lichaam van de patiënt door middel van de handen van de therapeut. Massage kan omschreven
worden als het bewegen van weke delen met een therapeutisch of profylactisch (=
voorkomend/preventief) doel, zonder de intentie om de toestand van gewrichten te veranderen.
Hoofdstuk 2. Massagetechnieken
Intermitterend drukken:
Zo omvattend mogelijk, statisch toepassen van druk. Langzaam druk opvoeren naar
maximum waarde, en vervolgens weer naar 0 brengen.
Effleurages: strijkingen en wrijvingen:
Dynamische bewegingen, constante druk geven en heen en teruggaande bewegingen maken.
Kan ook circulair worden toegepast.
Knedingen:
Statisch, wordt een compressie van de anatomische structuur toegepast. Kracht gaat van 0
waarde naar maximum, wordt even vastgehouden en dan weer naar 0 waarde gebracht.
Daarna zonder kracht door bewegen verder over de structuur en hetzelfde herhalen. Er kan
extra rekmomenten worden toegevoegd.
Frictie:
Semistatische toepassing, het deel van de hand dat contact maakt met de huid verplaatst
niet over de huid tijdens de toepassing. Er wordt grote kracht uitgevoerd en wordt meestal
als pijnlijk ervaren. Triggerpoints is hier een voorbeeld van. Bij ischaemische compressie
wordt er stevig op de triggerpoint gedrukt tot ze als het waren wegsmelten.
Hoofdstuk 3. Natuurkundige principes
Het effect van de massage ligt niet alleen aan de handgreep die je gebruikt maar wel door de
prikkelingen van sensoren, bijvoorbeeld de druk en tast sensoren en onderliggende fasciase of
mechano-sensitieve cellen zoals fibroblasten. Het uiteindelijke effect wordt enerzijds gevormd door
de aard van de prikkel welk bepaald welke sensor geprikkeld wordt, en anderzijds door de
doseringsvariabelen van de toegediende prikkel.
Doseringsvariabelen
Deze zijn afhankelijk van de duur en intensiteit van de prikkel (dosis = tijd x intensiteit). Het bepalen
van de intensiteit hangt van 2 dingen af;
De toegepaste kracht per oppervlakte
Belangrijk is te realiseren dat de toegepaste kracht per cm2 meer bepalend is dan de totale
oppervlakte waar de prikkel wordt toegediend.
Wrijvingsweerstand (Fw) is afhankelijk van de normaalkracht (Fn) en de wrijvingscoëffient (C).
(Fw= Fn x C)
Fw: wrijvingskracht
Fn: De normaalkracht is de kracht welke op het contactoppervlak gericht wordt. Bij massage
is deze kracht gelijk aan de drukkracht van de therapeut
C: de wrijvingscoëfficient, dit is een eigenschap van de materie zelf.
Bij een hoge weerstand van de huid zal met name de wrijving en de rek toenemen. Wrijving van de
huid wordt omgezet in warmte. De secundaire warmteontwikkeling kan zowel lokaal (hyperemie) als
neurofysiologisch effect via de prikkeling van thermosensoren in de huid.
Zowel de drukkracht als het gebruik van olie bepalen de dosering van de wrijvingskracht.
,De prikkelfrequentie
De prikkelfrequentie is afhankelijk van zowel de prikkelherhalingsfrequentie als de snelheid van
bewegen.
De prikkelherhalingsfrequentie (F) is belangrijk om het totale vermogen van toegevoerde
energie per tijdseenheid te berekenen. Kortere of langere pauze momenten kunnen
bepalend zijn voor de reactie van weefsel op de prikkel.
Snelheid van bewegen de toepassing van bepaalde kracht met een hogere snelheid kan een
groter stimulerend vermogen hebben dan een lagere snelheid. Mechanosensoren kunnen dit
warnemen
Hoofdstuk 4. Pijn dempende massage
Zenuwontwikkeling en motoriek zijn innig verbonden: sensomotoriek.
Hypo-aesthesie: Verminderd normaal gevoel
Anasthesie: Afwezigheid van het normale gevoel
Hyperaesthesie: Toename normale gevoel
Dysaethesie: Spontane of opgewekte abnormale, onplezierige gewaarwording
Paraesthesie: Spontane, abnormale, niet-pijnlijke gewaarwording (bijv. tintelingen)
Hyperalgesie: Versterkte reactie op een lichte nare stimulus overgevoeligheid van de
Adelta- en de C-vezels. Hierdoor ontstaat een versterkte pijngewaarwording
op een noxische prikkel.
Allodynie: Pijn na een aangename stimulus, oftewel overgevoeligheid van snelle Aa en
de Ab vezels. Bij allodynie is er pijngewaarwording op een niet noxische
prikkel.
Referred pain: Pijngewaarwording welke niet overeenkomstig is met de plaats van de
nociceptieve stimulus
Receptieve veld: Huidgebied waarvandaan een achterhoornneuron wordt beinvloed. Het veld
van een sensorische eenheid zich bevinden. Onder pathologische
omstandigheden kunnen deze groter worden.
Discriminerend vermogen: vermogen van het zenuwstelsel om 2 teglijkertijd toegediende
prikkels afzonderlijk waar te kunnen nemen. Het disciminerend
vermogen wordt bepaald door de innervatiedichtheid en de grootte
van het receptieve veld.
Nocifysiologie
Unimodale nocisensoren: A delta of type 3b vezels. Ze zorgen voor acute, scherpe pijn.
Polymodale nocisensoren: C-vezels of IV vezels. Deze zorgen voor zeurende pijnsensatie.
In het lichaam wordt de informatie over de kwaliteit van weefsels verzameld door dunne niet
gemyeliniseerde C-vezels. Dit doen ze op 2 manieren.
- Enerzijds middels elktrische activiteit van de C-vezels
- Anderzijds via de axoplasma-flow: deze transporteert stoffen door de zenuwvezel.
Door middel van sensatieprocessen. Wordt er gekozen welke prikkels er door gelaten worden naar
de achterhoorn en welke niet.
Discriminerend vermogen en receptieve veld
Met disciminerend vermogen wordt bedoeld dat je goed kan lokaliseren waar de pijn zit. Dit hangt
samen met hoeveel het weefsel wordt geinnerveerd. De innervatiedichtheid: het aantal zenuwvezels
dat per volume eenheid weefsel aanwezig is. De innervatiedichtheid van de huid is zeer groot.
Indien de innervatiedichtheid laag is zijn de perifere receptieve velden van de afferente zenuwvezels,
relatief groot. Indien de innervatiedichtheid hoog is zijn de perifere receptieve velden relatief klein.
Het receptieve veld van een afferente zenuwvezel is het gebied waaruit de sensoren aan de
zenuwvezel een afferent signaal binnen deze zenuwvezel kan worden opgewekt. Bij grote receptieve
velden en een lage innervatiedichtheid is het discriminerend vermogen laag.
, Sensitisatie
Dit is een stoornis van de prikkelverwerking, er is sprake van overprikkeling van meerder segmenten.
Het is het onvermogen van het zenuwstelsel om perifere prikkels goed te kunnen beoordelen. In
plaats van normale verwerking worden, de binnenkomende prikkels juist versterkt. De opstijgende
banen gaan de pijncentra meer prikkelen en hierdoor wordt perifere pijn versterkt.
- Er is sprake van een stoornis in kwaliteit van pijngewaarwording, dit uit zich in allodynie
en/of hyperalgesie
- Er is sprake van een stoornis in de herkenning van pijngewaarwording, hierdoor beperkt de
pijn zich niet tot alleen dat gebied maar ook bijvoorbeeld segmentaal.
Selectiviteit
De mate waarin een zenuwprikkel de prikkel kan beoordelen. (Een tastprikkel die tast ervaart en een
noxische prikkel als pijn.) Bij een perifere ontsteking leggen meer en meer neuronen zich toe op het
vervoer van pijn, met verlies van een deel van de activiteit voor de andere modaliteiten, zoals
mechanosensoriek. Hierdoor verslechtert de propriocepsis en verergert de pijn. Wanneer de
sensitisatieprocessen voort zetten kan het gebeuren dat ook niet pijnlijke prikkels als pijnlijk worden
ervaren: A-selectief.
In ontstekingsfase is iemand A-selectief. Dit gebeurt zodat je het zeker gaat merken. Bij aanhoudende
prikkeling van C-vezels zal de pijn toenemen op basis van Wind-up effect.
Wind-up effect
C-vezels zijn belangrijk bij het ontstaat van ontstekingsverschijnselen. Wanneer C-vezels herhaaldelijk
worden geprikkeld blijkt dat de respons van de achterhoorn-neuronen progressief toe neemt, hierbij
voelt de patiënt (secundaire) pijn toenemen.
Oefenen is misschien een van de belangrijkste manieren van pijnbestrijding, maar het zal in de
onstekingsfase gepaard gaan met toename van pijn. Normaliter zullen sensatieprocessen na enkele
dagen, moeten verminderen. De patiënt wordt dan weer selectiever na 2 weken hebben deze
sensatieprocessen ook geen fysiologisch nut meer. Wanneer deze dan toch nog aanwezig zijn, moet
je waakzaam zijn dat er geen chroniciteit van de pijnklachten optreedt.
Chroniciteit van de pijnklachten
Het centrale zenuwstelsel speelt rol bij (chronische) pijnsyndromen.
Op korte termijn kan het pijnsysteem gevoeliger of minder gevoelig gemaakt worden door pijn
modulerende systemen, deze zorgen ervoor dat perifere nociceptieve prikkelingen bij de overdracht
van het ene neuron naar het andere juist worden versterkt of verzwakt. We spreken dan van
sensitisatie (gevoeliger maken) en habituatie (gewenning). Zo kan de pijn op het ene moment meer
gevoeld worden dan bijvoorbeeld tijdens een belangrijke wedstrijd.
Op de lange termijn kan ons pijnsysteem van eigenschappen veranderen: de gevoeligheid en
betrokkenheid van zenuwvezels en hersengebieden kan veranderen. We noemen deze blijvende
verandering “plasticiteit”
Pijn: perifeer of centraal
Het verminderen van input veroorzaakt een sensitisatie van betrokken neurale structuren, bij carpaal
tunnel syndroom zit een inklemmen van de zenuw, er komen dan minder prikkels in de hersenen. Er
komt dan een grotere gevoeligheid van centrale structuren: de hand wordt dan pijnlijk i.p.v.
gevoelloos.
Wat kun je doen om chroniciteit van de pijn te voorkomen?
1. Bewaken van de sensorische input door het dempend van nocisensorische input door het
voorkomen van prikkeling van de C-vezels.
2. Zorgen voor een concurrerende input door concurrerende prikkeling van dikkere vezels. Hierbij
kan je denken aan bewegen, maar ook aan prikkeling van de huid (wrijven/aaien) is zinvol.
3. In de hand houden emoties patiënt geef voorlichting over pijn en nastreven van ontspanning.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lysanne_schoolenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.