Psychometrist: een specialist in psychologie of onderwijs die psychologische tests
ontwikkelt of evalueert.
Er zijn vijf belangrijke kenmerken van testen:
1. Gestandaardiseerde procedures: wanneer de procedures voor het afnemen dezelfde
zijn voor alle patiënten, inclusief het afnemen, de instructies en het beantwoorden van
de vragen van de personen.
2. Voorbeeldgedrag: de tests kijken niet naar het hele gedrag van een patiënt, maar
slechts een deel ervan. Daarom is het belangrijk dat de items zo worden gekozen dat
er conclusies kunnen worden getrokken over het domein als geheel. Het essentiële
kenmerk van een goede test is dat het de examinator in staat stelt om ander gedrag te
voorspellen.
3. Scores of categorieën: op basis van de scores kunnen conclusies worden getrokken
over de totale hoeveelheid van een eigenschap die de deelnemers bezitten. Elke
waargenomen score (X) bestaat uit een ware score (T) en een meetfout (e). X = T + e,
waarbij zowel de ware score als de foutscore latent zijn (deze kunnen niet worden
waargenomen, maar zijn abstract). De beste test heeft een kleine e waarde, maar deze
kan nooit 0 zijn.
4. Normen of standaarden: worden gevonden door het testen van de standardization
sample, die de populatie vertegenwoordigt waarvoor de test is gemaakt. Normen
stellen testgebruikers in staat om te bepalen of iemands score gemiddeld is en zo niet,
in welke mate deze afwijkt. De tests kunnen worden ingedeeld in twee categorieën op
basis van hoe we de resultaten interpreteren:
- Norm-gerelateerde test: de resultaten worden geïnterpreteerd in relatie tot
een gestandaardiseerde steekproef.
- Criterium-gerelateerde test: de resultaten worden geïnterpreteerd in relatie
tot een specifiek criterium.
5. Voorspelling van niet-testgedrag: als een test voor depressie de vraag ‘had u onlangs
verlies van eetlust?’ bevat, dan is dat omdat deze test probeert te voorspellen of de
onderzochte een depressie heeft en niet zijn eetgewoonten meet.
Tests maken deel uit van de hele procedure die beoordeling heet. Beoordeling wordt
gedefinieerd als een subjectief proces dat bedoeld is om informatie te verzamelen over het
gedrag van een persoon en voorspellingen te doen.
Gebaseerd op het aantal examenkandidaten in een instelling:
- Groepstesten: grote potlood-en-papier metingen op hetzelfde moment.
- Individuele tests: omwille van tijd en ontwerp moeten deze tests één op één worden
afgenomen.
,Gebaseerd op wat ze meten:
- Intelligentietests: meten een breed scala aan heterogene vaardigheden om het
algemene intellectuele niveau van een individu in te schatten.
- Bekwaamheid testen: meten een specifieke vaardigheid, worden gebruikt om
toelating tot een universiteit te bepalen. Dit is meer een voorspelling van toekomstig
gedrag
- Prestatie testen: meten de mate waarin iemand een onderwerp tot nu toe heeft
geleerd of bereikt, zoals toetsen op middelbare scholen.
- Creativiteitstesten: meten het vermogen van de persoon om nieuwe ideeën,
oplossingen en inzichten of artistieke vaardigheden te produceren.
- Persoonlijkheidstests: meten de eigenschappen, kwaliteiten of gedragingen die
iemands individualiteit bepalen.
- Interesse-inventarissen: meten de voorkeur van de persoon voor bepaalde
activiteiten en zijn nuttig voor beroepskeuze.
- Gedrags procedures: beoordelen de antecedenten en gevolgen van gedrag door
middel van checklists, interviews en beoordelingsschalen.
- Neuropsychologische testen: beoordelen of iemand een hersenbeschadiging of
hersenfunctiestoornis heeft en worden gebruikt om conclusies te trekken over de
plaats, omvang en gedragsmatige gevolgen van deze functiestoornis.
Er bestaan verschillende manieren om te testen:
1. Classificatie: verwijst naar de procedure om een persoon in een bepaalde categorie in
te delen in plaats van in een andere. Er zijn vier varianten:
- Plaatsing: mensen sorteren in verschillende categorieën op basis van hun
behoeften of vaardigheden.
- Screening: snelle en eenvoudige tests om mensen te identificeren die mogelijk
speciale behoeften of kenmerken hebben.
- Certificering: slagen voor een certificeringstest impliceert dat iemand over de
minimale vaardigheid beschikt om een specifieke activiteit uit te voeren
(rijexamen).
- Selectie: als je slaagt voor een selectietest, krijg je bepaalde privileges.
2. Diagnose: het bepalen van de aard en de bron van het abnormale gedrag van een
persoon en het classificeren van het gedrag binnen een diagnostisch systeem. Het is
dieper en uitgebreider dan classificatie omdat het de etiologie van het probleem en de
beste keuzes voor behandeling omvat.
3. Zelfkennis: testresultaten kunnen belangrijke en nuttige feedback geven.
4. Evaluatie van het programma: deze tests geven inzicht of een programma efficiënt
genoeg is.
5. Onderzoek: ze kunnen zowel in toegepaste als theoretisch onderzoek worden
gebruikt.
Niet-standaard testprocedures: als tests niet op dezelfde manier worden afgenomen bij alle
deelnemers, kan dit de resultaten ongeldig maken.
,Individueel testen: testgebruikers moeten goed weten hoe een test moet worden afgenomen
en alles wat daar bij komt kijken.
Fouten in groepstesten:
- Verkeerde timing van tests die een tijdslimiet vereisen.
- Onduidelijke instructies aan de examenkandidaten.
- Ruis, die de prestaties tijdens een test kan verminderen.
In de meeste tests is een correctie voor gokken opgenomen, gebaseerd op het gevestigde
waarschijnlijkheid principe.
Examinatoren moeten een comfortabele, warme sfeer creëren die de deelnemers motiveren.
Het geslacht, de ervaring en het ras van de examinator zijn ook van invloed.
De geteste persoon kan testangst hebben. Dit omvat de fysiologische en gedragsmatige
reacties gebaseerd op de angst om te falen op een test en kan zowel de oorzaak als het gevolg
zijn van slechte testprestaties.
Respondenten kunnen ook vatbaar zijn voor tal van respons vertekeningen, waaronder
motivatie om te misleiden. Dit bedrog kan twee vormen aannemen: ofwel het beter laten
lijken dan het is, ofwel het slechter laten lijken dan het is → malingering.
Verantwoordelijkheden van testuitgevers:
- Publicatie-marketing kwesties: APA legt strikte regels op voor
publicatiestandaarden: in advertenties, handleidingen en gidsen. De auteurs moeten
streven naar een evenwichtige presentatie van hun instrumenten en voorkomen dat ze
alleen eenzijdige informatie geven.
- Competentie van test kopers: voor sommige testen geldt een beperkte toegang
vanwege mogelijke schade, de test mag alleen worden afgenomen door een
gekwalificeerd persoon. Volgens de APA regels zijn er drie competentieniveaus voor
examinatoren:
- Niveau A: eenvoudige testen op papier en potlood worden gegeven door
niet-psychologen.
- Niveau B: enige vorm van postdoctorale opleiding is vereist, evenals training
in statistiek en testconstructie. Attitude testen en persoonlijkheids
inventarisaties vallen in deze categorie.
- Niveaus C: minimaal een mastergraad in psychologie is vereist. Projectieve
persoonlijkheid instrumenten, individuele intelligentietests en
neuropsychologische tests vallen in deze categorie.
- Vertrouwelijkheid en waarschuwingsplicht: beoefenaars mogen de testresultaten
niet aan derden geven als de onderzochte geen toestemming heeft gegeven, behalve
als het leven van de patiënt of anderen in gevaar is.
, Verantwoordelijkheden van testgebruikers:
- Het belang van de cliënt: bij het afnemen van de test en het interpreteren van de
testresultaten dient de testgebruiker altijd te handelen op een manier die constructief is
voor de respondent. De participant moet geen te grote waarde hechten aan de
testresultaten.
- Vertrouwelijkheid en waarschuwingsplicht: beoefenaars mogen de testresultaten
niet aan derden geven als de onderzochte geen toestemming heeft gegeven, behalve
bij gevaar.
- Toestemming: voordat het testen begint, moeten de onderzoekers geïnformeerde
toestemming krijgen van de test deelnemers. Drie elementen moeten worden
opgenomen:
- Bekwaamheid: er moet rekening worden gehouden met de mentale capaciteit
van de testpersoon om toestemming te geven.
- Vrijwilligheid: de keuze om een assessment te ondergaan wordt vrijwillig
gemaakt en niet onder subtiele dwang.
- Openbaarmaking: test deelnemers moeten voldoende informatie krijgen om
te beslissen of ze willen deelnemen.
- Verouderde tests en de zorgstandaard: verwijst naar de gebruikelijke of redelijke
praktijken voor het behandelen van test deelnemers. Er zijn hier twee zorgen:
- Verouderde tests gebruiken die mogelijk in strijd zijn met de heersende
zorgstandaard.
- Vertrouwen op verouderde resultaten.
- Verantwoord rapport schrijven: rapporten moeten duidelijk, beknopt en zonder al te
veel technisch jargon geschreven worden.
- Communicatie van testresultaten: constructieve communicatie van testresultaten
omvat het corrigeren van onjuiste veronderstellingen van respondenten over de
resultaten en is net zo belangrijk als het daadwerkelijk verstrekken van de resultaten.
- Rekening houden met individuele verschillen: bij het interpreteren en
communiceren van testresultaten moeten testgebruikers rekening houden met
individuele verschillen van de respondenten.
Stereotype dreiging: de dreiging van het bevestigen van een negatief stereotype over
iemands groep.
Hoofdstuk 2
China in 2200 v. Chr. liet de keizer zijn ambtenaren om de drie jaar onderzoeken om hun
geschiktheid voor het ambt vast te stellen. Alle verschillende test vormen hiervoor werden
niet gevalideerd en het hele protocol werd uiteindelijk in 1906 afgeschaft.
Fysionomie: beweert dat we het innerlijke karakter van mensen kunnen beoordelen aan de
hand van hun uiterlijk, vooral het gezicht. Dit was de basis voor frenologie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjevanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.97. You're not tied to anything after your purchase.