100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Historische context 2,3,4 examenstof VWO $6.51   Add to cart

Class notes

Historische context 2,3,4 examenstof VWO

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van de historische context 2,3,4 met foto's en tabellen

Preview 3 out of 18  pages

  • March 21, 2024
  • 18
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Mevr. de roos
  • All classes
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
HISTORISCHE CONTEXT 2 | DE VERLICHTING
(1650-1789)
De wetenschappelijke revolutie hing samen met vier andere historische ontwikkelingen
1. ontdekkingsreizen confronteerde Europeanen met een nieuwe wereld, hierdoor leek
het oude wereldbeeld (van de Bijbel) niet meer te kloppen. ze zochten naar
verklaringen voor deze ontdekkingen en probeerden ze in te passen in een nieuw
perspectief op de wereld.
2. ontstond onder geleerde een vernieuwde interesse voor literatuur en geschiedenis
van de Griekse en Romeinse oudheid. Deze geleerden cultuur heet humanisme.
3. belangrijk debat over vergaren van kennis - het rationalisme (logische redeneringen
als meest betrouwbare bron van kennis) & het empirisme (ware kennis door
zintuiglijke waarnemingen).
4. kruisbestuiving tussen ambacht en wetenschap

verlichting → periode waarin geleerden allerlei aspecten van de maatschappij ter discussie
stelde
- begon met discussie over positie van godsdienst in samenleving
- nieuwe ontdekkingen, zoals natuurwetten van Isaac Newton
- kwamen ideeën over relatie tussen God, de natuur en de mens onder druk te staan
- kwamen tot inzicht dat geloof persoonlijke kwestie was
- verwierpen het systeem waarin de adel meer rechten bezat (iedereen was tenslotte
gelijk)
- vooruitgangsgedachte kwam tot uiting in ideeën over opvoeding en onderwijs
- kinderen moesten vanaf jonge leeftijd worden opgeleid tot kritische burgers

Locke en Rousseau gingen uit van natuurrecht → idee dat alle mensen van nature bepaalde
rechten bezitten zoals recht van leven. Ze veronderstelde dat de macht uiteindelijk bij het
volk lag.

Verlichte denkers en hun ideeën
→ Locke had de gemeenschap een overeenkomst gesloten met de koning. Volk moest
trouw blijven aan vorst, vorst bood bescherming en geen misbruik van macht, als hij dat wel
deed mocht het volk hem afzetten, volk = geestelijken en edelen
→ Rousseau ging uit van algemene wil: de wetten in een land moest direct overeenkomen
met wat alle burgers samen wilden, onderwijs moest er zijn voor iedereen
→ Het algemene wil zou daarom het beste tot uiting komen in een directe democratie.
Burgers stemde zelf over wetgeving dus zou altijd overeenkomen met wat mensen echt
willen.
Rousseau geloofde dat hierdoor de positie van armen en slaven zou verbeteren,
(gemeenschap zou stemmen op basis van de ratio en belang van iedereen) dus zou ook in
voordeel zijn van de zwakkeren. volk = alle burgers
→ Montesquieu dacht na over voorkomen van machtsmisbruik namelijk door het in de
stellen van scheiding der machten. Volgens dit systeem zou de totale macht nooit meer bij
een persoon of groep liggen. Er was namelijk wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
macht.
→ Adam Smith keerde zich tegen overmatige staatsinvloed maar dan in de sfeer van
economie. Iedereen zou volgens hem vrij moeten zijn om naar eigen inzicht zijn rationele,

,economische eigenbelang na te streven. Dat zou tot meer geluk en welvaart leiden dan
wanneer de staat in naam van gemeenschap zou ingrijpen.

❖ publieke opinie zorgde voor spanning met autoriteiten
❖ droit divin: de gedachte dat God had aangesteld om te heersen
❖ verlicht absolutisme: verlichte vorsten legitimeerde hun bestuur niet meer vanuit
geloof maar uit rationeel argument: land kon best worden bestuurd door een vorst die
vanuit verlichte ideal diende.


Revoluties in Noord-Amerika & Frankrijk

Amerika
→ aanleiding was onenigheid over Britse belastingen
→ kolonisten vonden oneerlijk dat zij wel belasting betaalde
→ koning trok belastingplannen toch door
→ juli 1776 verklaarde dertien britse kolonie onafhankelijkheid van Britse moederland
→ committees of correspondence (om Britse machthebbers uit koloniën te verjagen)
→ Amerikaanse generaal George Washington werd leider van onafhankelijkheidsstrijd
→ De revolutie eindigde toen Groot-Brittannië de onafhankelijkheid erkende (1783)

Frankrijk
→ verlichte denkers zetten zich tegen de standensamenleving
➢ eerste stand (geestelijken)
➢ tweede stand (edelen)
➢ derde stand (andere fransen)
eerste en tweede stand hadden meer macht
→ aanleiding was financiele en politieke crisis, schatkist was leeg
→ derde stand vonden dat ze onvoldoende politieke invloed hadden, riepen eigen
wetgevende vergadering voor heel Frankrijk uit, hiermee begon Franse Revolutie
→ bestond uit twee aparte revoluties en overname door generaal Napoleon
Eerste revolutie, 1789-1792
- leidde tot drie belangrijke documenten
1. revolutionairen schreven ‘verklaring van rechten van de mensen en
burger’
2. nieuwe grondwet → Frankrijk werd constitutionele monarchie
- parlement dat volgens censuskiesrecht door rijkste burgers werd
gekozen zag daarop toe
- schafte de privileges van standen af
3. publiceerde Olympe de Gouges de ‘verklaring van de rechten van
de vrouw’
- had nauwelijks invloed

Tweede revolutie, 1792-1799
- jakobijnen (fanatieke revolutionairen) zagen zichzelf als vertegenwoordigers van
het volk en grepen de macht
- arresteerde Lodewijk XVI en lieten hem na de rechtszaak executeren
- voerde algemeen mannenkiesrecht in
- probeerde economische gelijkheid tussen burgers af te dwingen
- voerde schrikbewind in, vervolgden tegenstanders van revolutie
- stabiel bestuur was niet mogelijk

, overname van Napoleon
- gebruikte chaos om macht te grijpen
- kroonde zichzelf keizer van Frankrijk, veroverde grote gebieden in Europa
- voerde verlichte hervorming door “Code Napoleon” - vrijheid om eigen religie te
bepalen, recht om eigenaar van grond te beschikken


Nadat Napoleon zijn Europese rijk was kwijtgeraakt bij Waterloo, kwam de andere Europese
landen bijeen op het Congres van Wenen. Het doel: nieuwe vreedzame orde te scheppen
1. Herstelde zij in veel landen de monarchie met speciale rechten voor de adel en de
kerk
a. Restauratie
b. sommige landen kregen een grondwet
i. was niet erg democratisch
ii. macht lag weer bij adel en de vorstenhuizen
2. stabiliteit in Europa te garanderen
a. streven naar een machtsevenwicht tussen Europese staten
b. systeem van even grote en machtige staten

Het Koninkrijk der Nederlanden werd ook hervormd.
→ Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden werden met Luxemburg samengevoegd
→ een constitutionele monarchie
→ vorst veel macht en parlement weinig
→ De Code Napoleon bleef wel intact (iederen burger was vrij en gelijk)

EMANCIPATIEBEWEGINGEN → bewegingen die streefde naar juridische en sociale
gelijkberechtiging van burgers, arbeiders, religieuze minderheden en vrouwen

Liberalisme
- hechtte veel waarde aan vrijheid van individu ten opzichte van de staat
- staat bemoeide zich te veel met mensen levens (bvb geloof)
- streefde naar gelijke burgerrechten
- persvrijheid
- vrijheid van vereniging
- vrijheid van religie
- moest vastgelegd worden in grondwet → 1848 door Thorbecke
- radicale liberalen zetten zich voor kiesrecht
- kwamen revoluties zoals afscheiding van België

Nationalisme
- volk/staat moest eenheid vormen
- drie oorzaken van opkomst
1. Rousseaus theorie over de algemene wil (leden van gemeenschap, gezamenlijk
verantwoordelijk voor bestuur)
2. Napoleon had overal in Europa dezelfde bestuurscultuur en wetten ingevoerd,
had de overheerste staten weerstand opgeroepen en nationale gevoelens
versterkt
3. Romantici geloofde niet dat mensen puur verstandelijke wezens waren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pascaleopdelaak. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81989 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
  Add to cart