In 20 pagina’s is alle stof uitgelegd die je moet kennen voor het vak Rechtsfilosofie, aan de hand van dikgedrukte begrippen en per auteur een duidelijk overzicht. Succes :)
Week 1 Verhouding recht en rechtvaardigheid
Natuurrechtsdenken (Radbruch):
Er is sprake van een noodzakelijk verband tussen recht en moraal. Het inherente doel van het
recht staat er namelijk aan in de weg bewuste onrechtvaardigheid recht te noemen. Hierdoor
is er alleen sprake van recht als er is voldaan aan het streven naar rechtvaardigheid.
Natuurrecht refereert aan de menselijke natuur, waaruit bepaalde natuurlijke rechten
voortvloeien (bv recht op zelfbeschikking en vrijheid).
Radbruch: zonder zekerheid vooraf de wetten zullen worden toegepast, en dat dit in
vergelijkbare gevallen op dezelfde wijze zal gebeuren, kan een maatschappelijke orde niet
functioneren. Rechtszekerheid is een voorwaarde voor orde en daarmee voor vrijheid, men
kan daardoor hun bestaan op een rationele wijze inrichten en plannen. Gelijke gevallen
dienen gelijk te worden behandeld (ook disproportionaliteit tussen de overtreden norm en
bestraffing kan leiden tot ongelijkheid). Voor WO2: ‘wet is wet’.
Bepaalde vormen van zeer onrechtvaardig recht zijn echter geen recht in eigenlijke/volle zin,
omdat de gepositioneerde rechten te erg in strijd komen met de menselijke natuurrechten.
Ondraaglijkheidscriterium (p. 7): de spanning tussen rechtszekerheid en rechtvaardigheid
kan zo’n onverdragelijk conflict worden waardoor de rechtszekerheid (het gebrekkige
recht/‘flawed law’) moet wijken voor de rechtvaardigheid. In principe moet onrechtvaardige
wetten worden toegepast (rechtszekerheid pleit hiervoor), maar er zit dus een grens aan
(rechtvaardigheid). Bij gebrekkig recht is de wet zelf geldig (met goede bedoelingen) maar is
het resultaat dat het oplevert gebrekkig. Als bij rechtsnormen echter bewust
onrechtvaardigheid wordt nagestreefd (door bv de overheid), kun je het geen recht meer
noemen. Het inherente doel van recht is immers het verwezenlijken van rechtvaardigheid.
Rechtszekerheid draagt bij aan rechtvaardigheid, rechtvaardigheid vraagt om rechtszekerheid.
Ongeldig recht dient niet gehoorzaamd te worden.
Rechtspositivisme (Hart):
Er is geen noodzakelijk verband tussen recht en moraal. Recht kan immers elke inhoud
hebben, hoe verwerpelijk ook. Of iets als geldend recht wordt beschouwd staat los van de
morele vraag of het moet worden toegepast/gehoorzaamd.
Waardevrije beschrijving van het eeuwenoude verschijnsel recht, dus vaststellen wat de
kenmerken van recht zijn, zonder te stellen dat het (im)moreel is. Irrelevant is wat de inhoud
van recht is, dus of het rechtvaardig is of niet.
Recht van de samenleving bestaat uit normen afkomstig van bevoegde instanties (bv een
wetgever), dat zijn instanties die zijn erkend in de samenleving en normen kunnen
uitvaardigen die op een erkende wijze tot stand zijn gekomen (bv met een meerderheid van
stemmen in een parlement).
Het morele gehalte van rechtsnormen is niet relevant, alleen de herkomst bepaalt of het gaat
om recht of niet. Nazi-recht was daarom recht volgens Hart, omdat het afkomstig was van
een destijds bevoegde instantie.
Recht moet louter beschreven worden, of het gehoorzaamd moet worden staat buiten het
rechtspositivisme, is een aparte ethische kwestie. De vraag naar juridische geldigheid van
recht staat los van enig moreel oordeel over de inhoud van dat recht.
Harts kritiek op Fuller: wetten die de vereisten van legaliteit doorstaan kunnen alsnog
onrechtvaardig zijn. Reactie Fuller: er is wel sprake van een verband tussen recht en moraal
doordat de 8 principes moraliteit impliceren.
Verschillende varianten rechtspositivisme:
o Wetspositivisme: de wet is de enige bron van recht. Een regel heeft de status van wet en is
geldend recht als het op de juiste wijze door bevoegde autoriteiten is vastgesteld.
1
, Descriptief (beschrijvend): zegt niets over de gehoorzaamheidsvraag. Doen
uitspraken over het recht zoals het feitelijk is en in de praktijk wordt
toegepast, los van de vraag of dit recht moreel juist of rechtvaardig is.
Normatief (legisme): er is een plicht tot toepassing/gehoorzaamheid (Duitse
juristen tijdens WO2). Hebben betrekking op het recht zoals het behoort te
zijn of op de vraag of recht wel of niet gehoorzaamd dient te worden. Hier
verzette Radbruch zich tegen, omdat de Duitse juristen door deze mentaliteit
morele verantwoordelijkheid voor het kritiekloos toepassen van het
nazirecht konden ontlopen. Bentham is hier de grondlegger van.
o Rechtspositvisme: er kunnen meerdere rechtsbronnen zijn.
Descriptief: zegt niets over de gehoorzaamheidsvraag, beschrijft slechts wat
het recht is (Hart).
Normatief: er is een plicht tot gehoorzaamheid. Radbruch hing dit aan en
benadrukte de waarde van rechtszekerheid.
Minimum content of natural law (minimuminhoud van het natuurrecht, verdedigt door Hart):
Gegeven de menselijke natuur kan een menselijke samenleving alleen voortbestaan als (empirische
noodzakelijkheidsvoorwaarden):
1. Geweld en het schenden van afspraken in toom worden gehouden (p. 11). Onderdeel van de
menselijke natuur is immers dat men geneigd is eigenbelang na te streven en daar soms
geweld bij te gebruiken.
2. Er enige regels zijn om dingen zoals voedselbronnen niet aan te mogen tasten, dus die gaan
over eigendom (niet noodzakelijk individueel) en het respect daarvoor (p. 13).
3. Er een standaardprocedure is voor het maken van afspraken (p. 14).
Als er regels zijn die niet in deze noodzakelijkheden voorzien, heeft dat geen invloed op de geldigheid
van de rechtsregels maar brengen deze slechts het voortbestaan van de samenleving in gevaar. Het
zijn dus GEEN morele maatstaven voor juridische geldigheid, is slechts beschrijvend.
Legality (Fuller):
Er is sprake van een noodzakelijk verband tussen recht en moraal, maar niet op de manier
zoals het natuurrechtsdenken.
Recht is een systeem van sociale controle met als doel het sturen van het gedrag van mensen.
Gedrag van mensen kan alleen door recht beïnvloed worden als het aan bepaalde
voorwaarden voldoet.
8 principes van legaliteit vormen de internal morality of law/interne moraliteit van het recht.
Deze principes zijn mogelijkheidsvoorwaarden voor functionerend recht, dus voorwaarden
waar recht aan moet voldoen om als geldend recht te kunnen worden
uitgeoefend/aangemerkt. Voorwaarden voor legaliteit zijn onder meer begrijpelijke normen
en feitelijke uitvoerbaarheid van regels, zodat de overheid niet geheel willekeurig kan
handelen. Ook kunnen er niet enkel regels bestaan met terugwerkende kracht, omdat
rechtsregels dan niet ons toekomstig gedrag kunnen reguleren.
Recht dat niet aan de principes van legaliteit voldoet, kan niet als recht in eigenlijke zin
worden aangemerkt (bv nazirecht). Overheden die op grote schaal zorgen voor de
ondermijning van de interne moraliteit van het recht maken het functioneren van de
rechtsorde als geheel onmogelijk. Voldoet recht wel aan de principes, dan is het geldend
recht en dient het verplicht te worden toegepast en/of gehoorzaamd.
Fullers kritiek op Hart: denkt te simpel. Hart heeft niet naar de legaliteit gekeken (bv nazi-
regelgeving) en Fuller is verbaast dat Hart de gehoorzaamheid en de geldigheid van het recht
uit elkaar haalt.
Fuller onderscheid zich van natuuurrechtsdenkers door te stellen dat recht geldig kan zijn ook
al is het onrechtvaardig, als er maar wordt voldaan aan de voorwaarden van legaliteit.
Natuurrecht (Locke):
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller soofssamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.83. You're not tied to anything after your purchase.