100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ontwikkelingspsychologie hoofdstuk 1 t/m 4 - RUG Bachelor Psychologie 1 $9.11   Add to cart

Summary

Samenvatting ontwikkelingspsychologie hoofdstuk 1 t/m 4 - RUG Bachelor Psychologie 1

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting voor het vak ontwikkelingspsychologie, omvat de hoofdstukken 1 t/m 4 uit het boek Experience Human Development. Het is voor studenten van het eerste jaar van de bachelor psychologie aan de RUG. De samengevatte hoofdstukken gaan van de prenatale ontwikkeling tot de ontwikkeling van...

[Show more]

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4
  • March 22, 2024
  • 19
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 part 1
Ontwikkelingspsychologie is nu meer dan alleen het onderzoeken van de kindertijd maar
gaat om de ontwikkeling van mensen vanaf de geboorte tot aan de dood.
- de doelen van ontwikkelingspsychologie zijn beschrijven, verklaren, voorspellen en
interveren/oplossen
- De ontwikkelingspsychologie heeft raakvlakken met heel veel verschillende velden

Er zijn drie belangrijke domeinen voor ontwikkelingspsychologen, deze zijn ook weer
nauw met elkaar verbonden, maar worden we onderscheden van elkaar.
1. Fysiek: denk aan fysieke groei van het brein en lichaam, motorische en sensorische
capaciteit en gezondheid.
2. Cognitief: patronen in verandering van mentale vaardigheden, denk aan leren,
aandacht, geheugen, taal, redeneren en creativiteit.
3. Psychosociaal: patronen van veranderingen in emoties, persoonlijkheid en sociale
relaties

• Het opdelen van het leven in periodes in een sociaal construct, er is bijvoorbeeld geen
speci ek moment waarop je volwassen bent en is dus afhankelijk van de cultuur of
samenleving. Hetzelfde geld voor de adolescentie, hoe er naar wordt gekeken en mee
omgegaan wordt is erg afhankelijk van der cultuur.
• In het boek wordt uitgegaan van 8 periodes die in westelijke samenlevingen over het
algemeen aangehouden worden. Zie table 1 voor het overzicht hiervan
1. Prenatale periode: verwerking tot geboorte
2. Zuigeling en peutertijd: geboorte tot 3 jaar
3. Vroege kindertijd: 3 tot 6 jaar
4. Midden kindertijd: 6 tot 11 jaar
5. Adolescentie: 11 tot 20 jaar
6. Jong volwassen: 20 tot 40 jaar
7. Midden volwassenheid: 40 tot 65 jaar
8. Late volwassenheid: 65 jaar en ouder

Ook individuele verschillen worden onderzocht in de ontwikkeling, de verschillen in
karakteristieken, invloeden en uitkomsten daarvan tussen mensen. De invloeden op
ontwikkeling kunnen op 2 manieren verklaard worden:
- Erfelijkheid: nature, aangeboren kenmerken overgedragen door je biologische ouders
- Omgeving: nurture, geheel van niet erfelijke invloeden op de ontwikkeling
- En de combinatie daarvan
De timing van ontwikkeling kan verschillen tussen personen, er wordt gesproken van een
gemiddeld, als dit ver afwijkt is er sprake van een afwijking in de ontwikkeling.

Familie speelt een grote rol
- Nucleaire familie: huishouden bestaat uit een if twee ouders en de biologische
kinderen, geadopteerde kinderen of stiefkinderen
- Extended/uitgebreide familie: meerder generaties in een huishouden, met ouders,
kinderen en andere familieleden die samen wonen. Vaak in Azië, Afrika en Latijns
Amerika.

Socioeconomiche status; een combinatie van sociale en economische factoren die een
individu of familie beschrijven, door inkomen, educatie etc. Bij een lage status, dus
menen in armoede, kan dit negatieve e ecten hebben op ontwikkeling om het stressvol
is. Dit beschadigd het fysieke, cognitieve en psychosociale welzijn. Vaak zij. Er risico
factoren meer aanwezig in armoede.



fi ff

, Cultuur: een manier van leven van een samenleving of groep, waaronder tradities,
opvattingen, waarden en normen, taal en uitdrukkingsvormen, het gedrag wordt
overgedragen door mensen van de groep en aangeleerd aan mensen die onderdeel zijn
van de groep.
Etnische groep: een groep die samengebracht wordt door dezelfde herkomst, ras, religie,
taal of nationale oorsprong, die bijdraagt aan een gevoel van een gezamenlijke identiteit.
Ethnic gloss: een overgeneralisatie over an ethische of culturele groep die verschillen
tussen groepen teniet doet. Zo is de term ras een sociaal construct en er is geen
wetenschappelijke consensus over de term en onmogelijk om te meten. Wel zijn er
duidelijke uiterlijke verschillen tussen mensen uit verschillende regio’s.

Historische context was eerder niet erg belangrijk, maar is tegenwoordig een belangrijk
onderdeel in de ontwikkelingpsychologie. De tijd en plaats van bepaalde gebeurtenissen
hebben e ect op de levensloop van iemand en dus de ontwikkeling. Een historische
generatie is een generatie die sterk is beïnvloed door een grote historische gebeurtenis
tijdens hun formatieve periode. Dit is niet hetzelfde als een leeftijd cohort, dit is een groep
mensen die in dezelfde tijd is geboren, een historische generatie kan meerdere cohorten
bevatten, omdat de gebeurtenis op meerdere generaties invloed heeft.
- Normatieve invloeden: biologische en omgevingsgebeurtenissen die e ect hebben op
de meeste mensen in een samenleving, onderverdeeld in leeftijdsafhankelijke invloeden
en historisch afhankelijke invloeden.
- Nonnormatieve invloeden: afwijkende gebeurtenissen op een afwijkende tijd die een
grote impact hebben op een individueel leven, die de verwachtte levensuitkomst
verstoord.

Timing van invloeden
- Imprinting: Konrad Lorenz bewees dat ganzen kuikens de eerste die boven het nest
‘hangt’ zullen volgen en als moeder guur zien ook als dit een mens is bijvoorbeeld.
Een kritieke periode voor het instinctief vormen van hechting bij dieren.
- Kritieke periode: een speci eke tijd waarin een bepaalde gebeurtenis of de afwezigheid
daarvan een speci eke impact heeft op de ontwikkeling. Als een belangrijke
gebeurtenis niet plaats vindt zal normale ontwikkeling niet ontstaan.
- Plasticiteit: veel aspecten van ontwikkeling tonen plasticiteit, waardoor kritieke
periodes bij mensen controversieel zijn. Dit is dat bepaalde taken die niet uitgevoerd
kunnen worden door het toegewezen lichamelijke onderdeel (in het brein) ze
overgenomen worden door andere delen.
- Hierdoor zijn sensitieve periode een betere manier om het te beschrijven, dit zijn
momenten in de ontwikkeling waarbij een persoon vooral dan responsief is tegenover
bepaalde ervaringen.
- Er lijkt bewijs te zijn voor het feit dat plasticiteit ook per persoon verschilt

Baltes’sbenadering van de levensloop: ontwikkeling is levenslang, ontwikkeling os
multidimensionaal, ontwikkeling is multidirectioneel, de relatieve biologische en culturele
invloeden veranderen met de tijd, ontwikkeling bevat het veranderen van de allocatie van
middelen, ontwikkeling laat plasticiteit zien, ontwikkeling wordt beïnvloed door de
historische en culturele context.




ff fi fi fi ff

, Hoofdstuk 2 part 1
De manier waarop theorieën ontwikkeling beschrijven is afhankelijk van de assumpties
over twee dingen: 1. Of mensen actief of reactie zijn in hun ontwikkeling en 2. Of
ontwikkeling continue is of in fases gaat.
1. Actief of reactief? John Locke stelde dat kinderen een tabula rasa zijn wanneer ze
worden geboren, dit is reactief. Reactieve ontwikkeling stellen namelijk dat kinderen
alle gebeurtenissen in zich opnemen en op die manier uiteindelijk gevormd worden.
Rousseau zag dit bijvoorbeeld anders, kinderen ontwikkelen zich op een positieve
manier door hun eigen natuurlijke neigingen als dit niet door de samenleving wordt
verstoord. Actieve ontwikkeling is dat mensen eigen ervaringen creëren en
gemotiveerd zijn om over de wereld te leren. De discussie tussen locke en Rousseau
leidde tot twee contrasterende modellen.
- Mechanistisch model: Lockes blik, mensen zijn zoals machines die reageren op de
input vanuit de omgeving en niet vanuit vrije wil. Als we genoeg over de ‘mechanica’
weten kunnen we voorspellingen maken, ze willen er dus achter komen wat de factoren
zijn die leiden tot wat mensen doen.
- Organismisch model: Rousseau’s blik, mensen zijn actieve groeiende organisme die
hun eigen ontwikkeling in gang zetten. De omgeving leidt niet tot ontwikkeling maar
kan het alleen vertragen of versnellen. Ontwikkeling heeft een onderliggende structuur.
2. Continue of discontinu? Mechanisten zien ontwikkeling als continu. De verandering
kan kwalitatief of kwalitatief zijn. Kwantitatieve verandering is uit te drukken in een
getal of hoeveelheid. Kwalitatieve veranderingen is discontinu. Organisten zien
ontwikkeling in fases gebeuren

De vijf perspectieven op ontwikkeling
1. Psychoanalytisch
• Freud: geloofde in de reactieve ontwikkeling en kwalitatieve veranderingen. Mensen
worden geboren mer een aantal biologische drijfveren en mensen zijn gemotiveerd om
deze te bevredigen en ontwikkeling wordt daarop aangepast. De persoonlijkheid
bestaat daarbij uit drie onderdelen; de id, het ego en het superego. Ook vormen
gebeurtenissen uit de kindertijd het functioneren van volwassenen en hun
persoonlijkheid, met name door de psychoseksuele ontwikkeling. Deze ontwikkeling
bestaat uit 5 fases waarin con icten voor tot ontwikkeling leiden. Gelinkt hieraan s het
Oedipus complex. Daarnaast held hij zich erg bezig met het onbewuste van de psyche.
• Erik Erikson: geloofde in ontwikkeling in fases, dus kwalitatieve verandering en het
actieve individu. Breidde Freud zijn theorie ut door het belang van de samenleving/
omgeving weer te geven op de ontwikkeling van persoonlijkheid, over de gehele
levensloop. Zijn psychosociale ontwikkelingstheorie bevat 8 fases tijdens de levensloop
waarin een crisis voorkomt en ontwikkeling/verandering plaatsvindt.
2. Leren: ontwikkeling is het resultaat van leren, die afhankelijk is van ervaring en
adaptatie uit de omgeving. Niet geïnteresseerd in hoe het in het brein werkt, maar in
waarneembaar gedrag. Continu, kwantitatieve veranderingen, reactief en door inout
van de omgeving.
• Behaviorisme: mechanistische theorie die waarneembaar gedrag beschrijft als een
voorspelbare reactie op een gebeurtenis. Ontwikkeling is reactief en continu. Het gaat
over associatief leren, door klassieke (Pavlov en Watson) en operante conditionering
(Skinner; door bekrachtiging en straf). Het behaviorisme heeft beperkingen in de
ontwikkeling, aangezien er geen ruimte is voor individuele verschillen in de aanpak van
het conditioneren.
• Sociaal leren: ontwikkelingstheorieën die cognitieve processen negeerde waren
incompleet. Bandura ontwikkelde daarom de sociaal leren theorie; ontwikkeling is





fl

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nvandertol1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.11
  • (0)
  Add to cart