DIT IS ALLES WAT IK GELEERD HEB EN HEB HET AFGESLOTEN MET EEN 9
Alle uitwerkingen van hoor- en werkcolleges, de verplichte literatuur en de uitwerkingen van arresten, samengevoegd tot een overzichtelijk en gestructureerd bestand.
,Leingaliteit, verdas㠫te, verdenkining, ver㠫eer en saute
Deze week deelen strafpresesres㠫t, s㠫reneleingie, brennen en beinginselen, asteren
Algemeen
Formeel en materieel strafrecht
Strafprocesrecht is het formele strafrecht. Vb: bij een moord bekijk je vanuit:
Materieel strafrecht = inhoud, werkelijkheid, strafaarstelling van gedrag en straf
o Was het moord of doodslag, strafuitsluitngsgronden.
Formeel strafrecht = vorm, procedure, verwezenlijking van materiële strafrecht
o Hoe komen we erachter wat er gebeurd is, wapen, sporen, regels arresten om
het materiële strafrecht te kunnen verwezenlijken. Strafprocesrecht is de
(on)geschreven regels om het materiële strafrecht te kunnen verwezenlijken.
Strafvordering is de gehele procedure in strafzaken: opsporing, vervolging, terechtzitng en
tenuitvoerlegging.
Doelen strafprocesrecht
Kan nooit beide 100% lukken. Vaak liever ten ten onrechte vrijuit dan één onterecht vast. In
dubio pre reo = bij twijfel krijg je voordeel, niet bestrafen. Dat past daarbij. Hoofddoelen:
1. Zorgen dat schuldigen bestraf worden = strenge bewijsvereisten haal je deze niet
2. Zorgen dat onschuldigen niet bestraf worden = te weinig vereisten deze niet
Bijkomende doelen:
Eerbiediging van de verdachten en getuigen en slachtofers
Procedurele rechtvaardigheid
Deze behaal je door bevoegdheden, waarborgen, instrumentaliteit (je moet ook middelen
hebben om op te kunnen sporen) en rechtsbescherming. Maar de ovh mag dit alleen binnen
de regels doen, die opgesteld zijn ondanks het vertrouwen omdat zonder het menselijk is
dat het mis gaat.
Chronologie van het strafproces
De fases van het strafproces
Met andere woorden: de fasen van het strafprocesrecht. De meeste zaken leggen niet het
hele traject af omdat het OM er iets anders mee doet dan vervolgen.
Voorbereidend onderzoek = het onderzoek voor de terechtzitng
o Opsporingsonderzoek art. 132a Sv = opsporing. De kern van het
voorbereidend onderzoek. In praktjk doet polite onder leiding van OvJ
onderzoek naar strafaar feit, terwijl de wet hierboven iets anders zegt.
o Onderzoek door RC = een actor die in vooronderzoek werkt. Hij ziet van
tevoren op de vraag of alle bevoegdheden goed worden uitgeoefend.
Vervolging = bv. art. 67, 257a en 258 Sv. Soms buitenrechtelijke manieren waardoor
er geen strafrechter bij betrokken wordt, maar het toch vervolging heet.
o Onderzoek ter terechtzitni = OTTZ is de fase waarin zaak behandeld wordt
Berechting/terechtzitng = art. 258 Sv. Uitspraak van strafrechter.
o Beraadslaiini en uitspraak in eerste aanlei = terugpakken op schema van art.
350 Sv waarin de rechters hun uitslag hebben (vraag vier).
, o Hoier beroep = tweede aanleg
o Beroep in cassate = volgende stap
Tenuitvoerlegging = art. 553 Sv. OM verantwoordelijk voor uitvoeren straf.
De polite kan op twee manieren ingrijpen:
1. Reactef = na daad. Hoort bij klassieke opsporing: vanaf moment dat er verdachte is
2. Proactef = voordat er concrete verdachte is verschillende bevoegdheden uitoefenen
De bijbehorende artkelen uit Wetboek van Strafvordering
De volgende artkelen sluiten aan bij de fases van het strafproces. Die zijn tussen de regels
door te lezen. Rechtsmiddelen, appel, cassate en herziening zijn hier nog weggelaten.
Art. 27 = wanneer ben je een verdachte
Art. 52 e.v. en art. 126g e.v. = opsporingsbevoegdheden bij klassieke opsporing
Art. 167 = vervolgingsbeslissingen
Art. 181 e.v. = onderzoekshandelingen door RC
Art. 242 = beslissing omtrent verdere vervolging
Art. 257a = strafeschikking
Art. 258 = dagvaarding
Art. 266/270 = aanvang onderzoek ter terechtzitng
Art. 345 = sluitng onderzoek ter terechtzitng
Art. 348/350 = beslissingsmodel voor beraadslaging
Art. 362 = uitspraak in eerste aanleg
Bronnen van strafprocesrecht
1. Grondwet = belangrijk voor wetgever want rechter mag er niet aan toetsen
o Art. 107 = de wet regelt in algemene wetboeken, dus de wetboeken moet het
in staan, soms mogen de rechten in afzonderlijke plekken staan.
2. Internationaal recht = ERVM 5 (vrijheid), 6 (eerlijk proces), 8 (privacy) en IVBPR.
o Let op: EU-recht is iets heel anders. EU is beperkter. Strafrecht moet ongeveer
gelijk zijn zodat uitleveren goed gaat maar je mag zelf implementeren.
3. Art. 1 Sv = het legaliteitsbeginsel dat Sv alleen bij wet in formele zin geregeld mag
worden, want heel NL moet voor formeel strafrecht hetzelfde zijn (het is niet meer
duidelijk voor burger als hij in verschillende gemeenten andere rechten en plichten
heef). Tóch geven vaak jurisprudente en AMvBss specifekere uitleg en staat niet
alles in de wet. Die ongeschreven regels doen hier wel afreuk aan. Formele weten:
o Wetboek van Sv
o Aanvulling/afwijking in bijzondere weten (WVW, Opium, WED, WWM)
HR Muilkorf = opsporingsbevoegdheden mogen niet in APV bepaald worden.
Delegeren mag wel als beginpunt maar wifz is. Dit ondersteunt dus bovenstaande.
4. De wet in formele zin =
o Wetboek van strafvordering = algemeen en wordt deze tjd gemoderniseerd!
o Bijzondere weten = ook hier strafprocesrecht regelen (aanvulling/afwijking)
WVW, Opium, WED, WWP etc.
5. AMvB’s
6. Beleidsregels = bv. een aanwijzing
, 7. Jurisprudentie
8. Beginselen van een goede procesorde
Niet alleen met Sv, ook beginselen hebben argumenten of iets wel of niet mag. Wet
heef dus open systeem: buitenwetelijke normering door beginselen. HR Braak bij
binnetreden hoort hierbij (week 2).
o Behoorlijke en billijke belangenafweging = proportonaliteit en subsidiariteit
ingebakken
o Vertrouwensbeginsel
o Gelijkheidsbeginsel
o Verbod op détournement de pouvoir (zuiverheid van oogmerk)
Actoren van het strafproces
De actoren in een rechtszaal bij een zaak
Deze mensen kunnen in de rechtszaal ziten:
Rechters = in hoger beroep raadsheren (ook vrouwen)
Rechter-commissaris = RC zit in vooronderzoek, niet in Rb
Grifer
OvJ = aan de kant van de rechter omdat hij tweezijdig moet kijken (belastend en
ontlastend bewijs). OvJ en advocaat hakken niet alleen maar op elkaar in.
Pakketpolite
Bode
Getuigen
Advocaat = raadsman of –vrouw (hier wel) gaat voor belang cliënt, niet verplicht
Pers en publiek
Slachtofer = kan ook getuigen zijn
Deskundigen = bv DNA of wapen
De verdachte = zo meteen meer
De verdachte
Wie is de verdachte en welke rechten heef hij.
De verdachte en de aanhouding
Defnite verdachte van belang omdat tegen verdachte enkel rechtsmiddelen aangewend
mogen worden en een verdachte bepaalde rechten en plichten heef. Art. 27 Sv bestaat uit
twee defnites van verdachte: een formele en een materiële:
Lid 1 (materieel) = je mag alleen aanhouden als het een verdachte is. Lid 1 geef de
defnite en voorwaarden:
o Feiten en omstandigheden waaruit voortvloeit = op dat moment, dus feiten
van algemene bekendheid, getuigenverklaringen en ervaring agent. Niet
achteraf oordelen we hebben drugs gevonden dus de juiste feiten en
omstandigheden waren er, enkel oordelen met vooraf kennis.
o Een redelijk vermoeden van schuld = objectef vermoeden (denk aan Hollende
Kleurling. Schuld = het gedaan hebben. Anonieme tp helpt mee.
Ontstaat door bv. een aangife of iemand op heterdaad betrappen
(moeilijk om op moment zelf te bepalen of er genoeg vermoeden van
schuld is)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pienroodhuyzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.37. You're not tied to anything after your purchase.