Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Samenvatting hoorcolleges en bijbehorende literatuur van het vak Psychopathologie AY & 7082S256AY. Uitwerkingen van de verschillende stoornissen en bijbehorende DSM.
Behorend bij de premaster (forensisch) orthopedagogiek en de bachelor pedagogische wetenschappen.
Universiteit van Amsterdam, Pedag...
Vak: Psychopathologie
Hoorcollege 1: Hoofdstuk 1 en 2 van ontwikkelingspsychopathologie; Introductie &
classificatie, diagnostiek en epidemiologie.
Relevantie psychopathologie: ongeveer 10 procent van de kinderen heeft een
psychologische stoornis.
Tijdens de adolescentie is de prevalentie (=verschijning van het probleem/stoornis)
hoger, dit komt doordat er veel veranderd tijdens de puberteit. Zowel neurologisch,
als in de omgeving. Ook zijn de verschijnselen dan beter zichtbaar.
Leerdoelen cursus:
- Begrip concept stoornis en psychopathologie.
- Algemene criteria psychopathologie kunnen toepassen.
- Kennis van DC: 0-5, DSM-4, DSM-5 en ICD-10.
- Vaardigheid in toepassing van DSM-5.
- Inzicht in voor -en nadelen classificatie.
- Kennis over verschillende vormen psychopathologie:
- Ontstaanswijze
- Moment
- Prevalentie (sekseverschillen, culturele verschillen)
- Kernsymptomen
- Essentiële verschillen met problematiek die erop lijkt
- Comorbiditeit
- Gangbare behandelvorm en context
- Effectiviteit gangbare behandelvorm
Psychopathologie = resultaat van een ontwikkelingspad. Dit is een dynamisch
model. Omgevingsfactoren zijn bijvoorbeeld van invloed op de ontwikkeling.
Je moet naast de psychopathologie ook weten wat de normale gang van zaken is.
Wat is de normale ontwikkelingsperspectief.
Vaak ontstaan stoornissen in een bepaalde kindertijd. Daarnaast uiten de
stoornissen op een andere manier per kindertijd.
Bijvoorbeeld depressie:
- Vroege kindertijd: ontroostbaar huilen, slaapproblemen, prikkelbaar,
groeiachterstand.
1
, - Midden kindertijd: prikkelbaar, verminderd plezier, aandachtsproblemen,
somatische klachten, lage zelfwaardering.
- Adolescentie: somberheid, sociale isolatie, negatieve cognities, lage
zelfwaardering, gevoelig voor afwijzing, suïcidale gedachten.
Wanneer spreek je van psychopathologie (stoornis)?
- Klachten:
- Lichamelijk functioneren; buikpijn/hoofdpijn
- Gedrag; druk, vermijden
- Emoties; verdrietig, boosheid
- Cognities; gedachten, denken dat je niks waard bent
- Relaties; weinig vrienden hebben/moeite met interactie
Er moet aan één van deze criteria voldoen:
- Het past niet bij de leeftijd.
- Niet of zeer moeilijk te corrigeren.
- Het algemeen functioneren wordt ernstig nadelig beïnvloed.
- Het kind zelf en/of de omgeving lijdt eronder.
- uiteindelijk kan de ontwikkeling mogelijk stagneren.
Of iets een stoornis is hangt ook af van de sociaal-culturele context. Bijvoorbeeld
wanneer je verlegen bent en je leeft in een collectivistische cultuur, dan val je niet
op en ga je op in de rest, omdat het daarin gewenst is om je wat terug te trekken.
Classificatie systemen:
De classificatie systemen zijn er om makkelijk en overzichtelijk informatie over te
dragen aan een andere hulpverlener over de cliënt. Je vat de belangrijke
informatie kort en bondig samen. De DSM-5 geeft ook de ernstigheid weer.
Een GAF score is een Global assesment of functioning; score wat je geeft om aan te
tonen hoe iemand functioneert.
Er zijn twee veelgebruikte systemen:
- International Classification of Diseases: ICD (nu ICD-10, 11 in 2018)
WHO = World Health Organization.
- Diagnostic and Statistical Manual of the mental disorders; DSM.
APA = American Psychiatric Association.
2
,Ze proberen de twee systemen steeds dichter tot elkaar te brengen. In beide
systemen worden nu ook dezelfde codes gebruikt.
★ Voordelen:
- Internationale eenduidigheid; onderzoek, onderwijs, beleid en communicatie.
Er zijn richtlijnen die eigenlijk internationaal gelden.
- Er wordt een duidelijke beschrijving gegeven voor de kern van de
problematiek.
- Het geeft een richting voor een behandeling, maar er is geen één op één
relatie tussen type stoornis en behandeling. Er zijn nog teveel factoren die
meespelen; context, omgevingsfactoren, etc.
★ Nadelen:
- De problematiek wordt sterk gereduceerd tot één classificatie.
- Ze denken erg zwart/wit. Er is een stoornis of niet. Er is een categoriale indeling
gemaakt. Terwijl als de problematiek wel ernstig is, maar het voldoet niet aan
de eisen. De desbetreffende persoon er nog steeds iets aan wilt doen. Maar
als er dan misschien geen stoornis is, kan je bijvoorbeeld geen geld krijgen om
het te behandelen.
- Het is een suboptimale basis voor een behandeling. Niet zo zeer heel erg,
maar dit moet je wel realiseren.
ICD en DSM:
In de ICD-10 wordt gewerkt met een assensysteem:
Deze heeft 6 assen en de DSM 5.
- As 1: Klinische diagnose; bijv. ADHD.
- As 2: Specifieke ontwikkelingsachterstand.
- As 3: Niveau intellectueel functioneren.
- As 4: Somatische aandoening (= lichamelijke aandoening)
- As 5: Afwijkende psychosociale omstandigheden.
- As 6: Globaal algemeen functioneren.
DSM-4:
5 assen:
- As 1: Klinische diagnose; bijv. ADHD.
- As 2: Persoonlijkheidsstoornissen en mentale retardatie; bijv. V71.09; geen
diagnose.
3
, - As 3: Somatische aandoening; bijv. diabetes
- As 4: Psychosociale en omgevingsfactoren; bijv. V10: relatieproblemen
ouders.
- As 5: Global assessment of functioning (GAF).
DSM-5:
- Alle stoornissen worden vermeld; geen hiërarchisch onderscheid meer m.b.t.
de assen 1 t/m 3.
- Uitgebreide specificaties en stressoren (aangeduid d.m.v. V en Z codes).
- Per stoornis wordt de ernst aangegeven.
- Niveau van functioneren:
WHO DAS (WHO Disabilitu Assessment Schedule), dit is een vragenlijst
waardoor je een niveau van functioneren kan vaststellen. Het zijn 36
items over 6 domeinen:
- Communicatie
- Mobiliteit
- Zelfzorg
- Sociale omgang
- Activiteiten
- Deelname aan de gemeenschap
Scoring: hoe hoger de score, hoe lager je score van functioneren. 100 % =
volledig afhankelijk en 0 % = goed functionerend.
De score van WHO DAS, komt eigenlijk van ICD. Dit is nu een overeenkomst tussen
de ICD en de DSM.
Verschillen DSM 4 en 5:
- DSM 5 wilde een meer dimensionele benadering van psychopathologie.
Daardoor hebben ze de ernst bepaling meegenomen in de afname.
- Gevolg hiervan: het gewone wordt hierdoor pathologischer en het
pathologische wordt gewoner. Eerst was het zwart/wit of je hebt een stoornis
of niet. Nu is het meer in grijstinten; je kan een lichte vorm van een stoornis
hebben.
- Er is nu een duidelijkere aanname van het ontwikkelingsperspectief.
Er is geen aparte kind sectie meer. De uiting van de stoornis verschilt tussen
kindertijd en volwassenheid.
Er is nu een weergave van prevalenties per leeftijdscategorie. En staat er
beschreven welke stoornissen meestal optreden in het begin van het leven.
- Er is een duidelijke erkenning van de rol van culturele context. Gedrag moet
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller S8D8D. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.