1. Kan het biologisch risicogedrag borderline verklaren
Persoonlijkheid = een reeks onderscheidende psychische kenmerken en
gedragsmatige karakteristieken die ieder mens uniek maken en die ieders gedrag
verklaren.
Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben overdreven karaktertrekken die
die tot persoonlijke stress leiden of hun belemmeren in het effectief dagelijks leven.
Egosyntoon gedrag = gedragingen of gevoelens die als natuurlijk deel van het zelf
worden beschouwd; men heeft er zelf geen last van.
Egodystoon gedrag = gedragingen of gevoelens die als vreemd ten opzichte van de
eigen identiteit wordt beschouwd. Men heeft er zelf wel last van.
Borderline persoonlijkheidsstoornis = ernstige psychiatrische aandoening die
wordt gekenmerkt door instabiliteit in emoties, zelfbeeld en interpersoonlijke relaties.
Mensen met BPS ervaren vaak intense stemmingswisselingen, impulsiviteit,
onzekerheid over hun identiteit en problemen met handhaven van stabiele relaties.
Kenmerken zijn:
- Instabiele emoties: sterke en plotselinge stemmingswisselingen.
- Impulsiviteit: ongecontroleerde gedragingen
- Zwart-wit denken: vaak hebben mensen met BPS de neiging om extremen te
denken, waarbij ze situaties, mensen of gevoelens volledig goed of volledig
slecht zien zonder nuance
- Problemen met zelfbeeld: onstabiel zelfbeeld en een gevoel van leegte. Ook
kan iemand met BPS snel veranderen
- Interpersoonlijke moeilijkheden: relatieproblemen, door angst voor verlating en
conflicten met anderen
- Zelfbeschadigend gedrag: om met emotionele pijn om te gaan
- Leegte
Te verklaren door:
Biologische aanleg: aanleg wil zeggen dat bepaalde kenmerken van borderline in de
genen aanwezig zijn. Het gaat hierbij vooral om de aanleg voor impulsiviteit en
stemmingswisselingen. Bij mensen met borderline is er sprake van afwijkingen in de
stofwisselingsprocessen die plaatsvinden in de hersenen: een stoornis in de
serotoninehuishouding. Serotonine is een van de stoffen die in het zenuwstelsel
ervoor zorgen dat prikkels van de ene zenuw naar de andere kunnen komen.
,Omgevingsfactoren: als borderline in aanleg aanwezig is, zijn er veelal factoren die
een rol spelen bij het ontstaan van de persoonlijkheidsstoornis. Veel mensen met
borderline hadden problemen toen ze nog klein kinderen waren. Het kan dan dus bv.
gaan om emotionele verwaarlozing, een psychische ziekte bij een of beide ouders,
seksueel misbruik, fysiek misbruik, echtscheiding, of een gezinslid is overleden
Maatschappelijke ontwikkelingen: Borderline lijkt vaker voor te komen in onze
westerse cultuur en niet zo vaak in minder moderne en snelle maatschappijen. In
snelle maatschappijen verwacht men meer van mensen en is er sprake van meer
druk.
Behandelvormen:
Uitgangspunt: gedrag, gedachten en gevoel in juiste banen te leiden, zodat de
ernstige gedragsuitingen zich minder heftig voordoen.
- Cognitieve gedragstherapie
- Vaardigheden oefenen
- Emotieregulatie therapie
- Schema therapie
- Dialectische gedragstherapie
,2. Kan van verschillende psychofarmaca de contra-indicaties, werking en
bijwerking, bijzonderheden en interacties benoemen.
Er is geen medicatie die helpen tegen de verschillende vormen van een
persoonlijkheidsstoornis. Medicatie heeft geen invloed op de persoonlijkheid van een
individu. Echter hebben veel mensen met een persoonlijkheidsstoornis vaak veel
bijkomende problematiek/stoornissen. Voor veel bijkomende stoornissen
(comorbiditeit) is er wel medicatie beschikbaar.
Psychofarmaca:
Psychofarmaca = medicijnen die specifiek binnen de geestelijke gezondheid voor
psychiatrische stoornissen. Drie belangrijke groepen die hieronder vallen:
- Antidepressiva
- Angstremmende middelen
- Antipsychotica
Antidepressiva:
De medicijngroep antidepressiva heeft zijn werking tegen stemmingsstoornissen,
zoals een depressie.
- Klassieke antidepressiva: TCA (tricyclische antidepressiva)
• Verhogen de beschikbaarheid van de neurotransmitters noradrenaline
en serotonine in de hersenen door heropname ervan te remmen
• Bijwerkingen: droge mond, droge ogen, wazig zien, moeilijk plassen,
verstoppingen van darmen, seksuele stoornissen, duizeligheid,
versnelde hartslag door tijdelijk verlaagde bloeddruk, sufheid,
verwardheid, gewichtstoename door meer eetlust, verminderde
hartwerking
o Voorbeelden: Amitriptyline, clomipramine, desipramine,
dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline, nortriptyline
- Moderne antidepressiva: SRRI
• Remmen de heropname van serotonine en noradrenaline
• Bijwerkingen: maag- en darmklachten (misselijkheid, braken, diarree),
nervositeit, hoofdpijn, toegenomen prikkelbaarheid of agressie,
gewichtsafname of toename, slapeloosheid, seksuele stoornissen of
het verlies van seksuele gevoelens, bloedingsstoornissen
o Voorbeelden: Fluoxtine (prozac), sertraline (zoloft), paroxetine
(seroxat), fluvoxamine (fevarin), citalopram (cipramil)
Werking:
- Werking op noradrenaline: antidepressief (invloed op stemming) en activerend
- Werking op serotonine: antidepressief (invloed op stemming) en angst
dempend
Werking pas na 2-4 weken zichtbaar/merkbaar
Contra-indicaties:
- Hartritmestoornissen, recent myocardinfarct, en glaucoom zijn enkele
voorbeelden van situaties waarin voorzichtigheid geboden is. Mensen met een
voorgeschiedenis van epilepsie moeten voorzichtig zijn met TCA's.
, - Allergieën voor het medicijn, gelijktijdig gebruik met MAO-remmers, en
voorzichtigheid bij bepaalde medische aandoeningen, zoals lever- of
nierproblemen.
- Gelijktijdig gebruik met bepaalde voedingsmiddelen (zoals tyraminerijke
voedingsmiddelen) en andere medicijnen kan leiden tot een ernstige
hypertensieve crisis. Ook is voorzichtigheid geboden bij mensen met hoge
bloeddruk.
Interactie:
- Gelijktijdig gebruik van meerdere serotonerge medicijnen kan het risico op het
serotoninesyndroom verhogen, een potentieel ernstige reactie die symptomen
omvat zoals verwardheid, hoge koorts en spiersamentrekkingen.
- Antidepressiva kunnen interageren met andere medicijnen, zoals
bloedverdunners, antipsychotica en bepaalde pijnstillers.
- Het gebruik van alcohol en andere centraal dempende stoffen in combinatie
met antidepressiva kan het sedatieve effect versterken en het
reactievermogen beïnvloeden.
Bijzonderheden:
- Antidepressiva moeten na verbetering symptomen minstens 6 maanden
gebruikt worden.
- Belangrijk om bloed en nierfunctie regelmatig te controleren
- Sommige antidepressiva worden uitgescheiden in moedermelk, dus het is
belangrijk om het risico voor de baby te overwegen tijdens het geven van
borstvoeding.
- Zwangere vrouwen moeten voorzichtig zijn bij het gebruik van antidepressiva,
omdat sommige medicijnen risico's kunnen hebben voor de foetus.
- Sommige antidepressiva kunnen ontwenningsverschijnselen veroorzaken bij
het stoppen, vooral als dit abrupt gebeurt.
Angstremmende middelen (anxiolytica):
De medicijngroep angstremmende middelen hebben hun werking bij angst,
opwinding, woede en razernij (angststoornis).
- Minor tranquillizers, sederende middelen, slaapmiddelen, anti-epileptica
- Benzodiazepinen agonisten: bekendste groep anxiolytica.
• Anxiolytische werking
• Sederende en hypnotische werking
• Anticonvulsieve werking
• Spierrelaxerende werking
• Anxiolytica langwerkend: T1/2 > 12 uur
• Hypnotica kortwerkend: T1/2 3-6 uur
• Profylaxe: bijvoorbeeld alcohol onthoudingsverschijnselen
• Anti-epileptica
• Koortsconvulsies: bij kinderen < 3 jaar
o Voorbeelden: oxazepam (seresta), diazepam (valium),
temazepam (normison)
,Werking:
Onderdrukken het centraal zenuwstelsel en versterken de werking van de
neurotransmitter GABA om de angst te dempen. Ze werken spierontspannend en/of
slaapverwekkend.
Interactie:
- Gelijktijdig gebruik van benzodiazepines met alcohol kan het centrale
zenuwstelsel onderdrukken en gevaarlijke bijwerkingen veroorzaken.
- Gelijktijdig gebruik met andere medicijnen die het centrale zenuwstelsel
onderdrukken kan de effecten versterken
Bijzonderheden:
- Langdurig gebruik van benzodiazepines kan leiden tot tolerantie en
afhankelijkheid. Het abrupt stoppen kan ontwenningsverschijnselen
veroorzaken.
- Benzodiazepines kunnen de ademhaling onderdrukken, dus voorzichtigheid is
geboden bij mensen met slaapapneu.
- Oudere volwassenen zijn vaak gevoeliger voor de effecten van
benzodiazepines en lopen een verhoogd risico op bijwerkingen zoals sedatie
en evenwichtsproblemen.
Contra-indicaties:
- Benzodiazepines kunnen schadelijk zijn voor de foetus en worden over het
algemeen niet aanbevolen tijdens de zwangerschap.
- Mensen met een bekende overgevoeligheid of allergie voor benzodiazepines
moeten deze vermijden.
- Benzodiazepines kunnen de symptomen van deze neuromusculaire
aandoening verergeren.
Antipsychotica:
De medicijngroep antipsychotica heeft zijn werking bij de psychotische ontwikkeling.
Werking:
Werkt op de neurotransmitter dopamine door de dopaminereceptoren te blokkeren
om zo een psychose of andere psychotische symptomen te verminderen.
- Klassieke of typische antipsychotica:
, o Butyrofenonen (haloperidol, haldol), een aantal van deze
verbindingen heeft een uitgesproken anti dopaminerge (D2-)
werking
- Atypische antipsychotica:
o Aripiprazol, clozapine, risperidon, olanzapine, paliperidone,
quetiapine
Contra-indicaties:
- Overgevoeligheid voor het medicijn
- Gelijktijdig gebruik van bepaalde andere medicijnen, zoals antibiotica of MAO-
remmers
- Ernstige cardiovasculaire aandoeningen
Bijwerkingen:
- Extrapiramidale bijwerkingen (voornamelijk bij klassieke antipsychotica):
omvat bewegingsstoornissen, speekselvloed, grimassen
- Metabole bijwerkingen (voornamelijk bij atypisch antipsychotica): omvat
gewichtstoename, verhoogd risico op diabetes, verhoogd cholesterolgehalte
(verlaging HDL-cholesterol), verhoogd risico hart- en vaatziekten, teveel
buikvet, verhoogde bloedruk (hypertensie), verhoogde bloedsuiker
- Vermoeidheid en slaperigheid
- Endocriene bijwerkingen: omvat verstoringen in hormonale niveaus
Bijzonderheden:
- Langdurig gebruik vereist regelmatige controle metabole parameters en
gewicht
- Atypische antipsychotica worden soms gebruikt bij bipolaire stoornis en
ernstige depressie in aanvulling op hun gebruik bij psychotische
aandoeningen.
- Vaak dienen mensen met een psychose deze medicijnen lang te gebruiken.
- Symptoomvermindering in plaats van genezend
o Onderdrukking van wanen en hallucinaties
o Vermindering van angst en opwindingstoestanden
o Kalmerende werking
Interacties:
- Kan interageren met andere medicijnen, zoals sommige antidepressiva en
anti-epileptica
- Gelijktijdig gebruik van alcohol kan sedatieve effect versterken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Demi122. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.34. You're not tied to anything after your purchase.