Hoofdstuk 3: onderwijs tussen ideologie en wetenschap
over de tweespalt tussen onderwijs als cultuuroverdracht en onderwijs als
tegemoetkomen aan individuele leerbehoefen
1. Onvrede in het onderwijs
Er zijn aantal thema’s waar problemen rond bestaan:
- Gebrek aan duidelijke, gemeenschappelijke visie van wat de essente van onderwijs is
(vroeger was dit niet zo, dan wist elke llk duidelijk wat er moest gebeuren, nu door
vele veranderingen onrust)
Hervormingsplannen veroorzaken onrust: llk worden ongerust
laatste minister heef dit niet gedaan, ze was alle hervormingen beu
Overheid die zich zelf machteloos voelt: we zouden allemaal moeten kunnen
doen maar dit en dat wilt niet mee.. worden afgeschilderd als soort
conservateve bende die niet wil veranderen
Grote gevoeligheid voor nieuwe hypes: onderwijs is kwetsbaar, vroeger wist
je perfect wat te doen maar tegenwoordig is dit moeilijk door alle
nieuwigheden
- Vrees voor kwaliteitsverlies op alle niveaus
Vrees voor niveaudaling
Is al lang bezig maar nu scherper dan vroeger
- Onvoldoende inspelen op economische behoefen: belangrijke kritekk
Onderwijs is niet meer relevant genoeg voor economie
- Burn-out bij leerkrachten
- Therapeutsering v/h onderwijs: overdiagnostsering
- Problematek van nieuwkomers: taalachterstand
2. Oorzaken van onvrede
- Door elkaar lopende visies die moeilijk met elkaar kunnen verzoend worden:
- Verschillende visies:
Premoderne (autoritaire) visie: beeld van klassiek onderwijs van 2 generates
geleden = autoriteit van llk staat centraal (= klassieke visie)
als llk iets zei was dit altjd waar omdat llk het zei
o Autoriteit verleent betekenis (autoriteit om autoriteit)
o Individu wordt gedomineerd door tradite (waarom? Daarom)
Moderne visie: te maken met moderniteit en alles met Kant = denk zelf (de
verlichtng)
o Verwerping van tradite en autoriteit ten voordele van rede en
wetenschap
vb. als llk fout maakt en lln merkt dit op dan zal llk toegeven dat ze
fout was = ratonaliteit
verwerpen van tradite: individu heel belangrijk hier
cultuur heef er niks mee te maken, ratonaliteit staat erboven
o Autonoom individu als enige bron van betekenis en waarheid
, cultuur wordt verworpen (cultuur speelt geen rol, maakt niet uit in
welke cultuur stelling van pythagoras gevonden is als ze klopt klopt
ze), enkel ratonaliteit is bron van waarheid
Postmoderne visie: hedendaagser constructvisme heef hier veel te maken
= ieder heef zijn waarden maar ook zijn waarheden (waarheid wordt
volkomen subjectef verklaard) = CENTRALE STELLING POSTMODERNISME
o Verwerping van soevereine autonome individu
o Alles is constructe: ieder zijn waarden en waarheden
o Nadruk op emotes, intuïtes, fragmentate van ervaringen: waarheid is
altjd contettueel
nadruk op fragmentate van ervaringen, emotess mijn mening is
even belangrijk als de jouwe
nadruk op individuele leerbehoefen
alles is constructe, ieder heef zijn waarde, ieder heef zijn
waarheid
o Postmodernisme = verwerping modernisme (reacte op wat er was
maar vloeit er ook uit voort)
Door rato werd alles gerelatveerd zorgde voor
cultuurrelatvisme en postmodernisme
Gematgd modernist moeten zijn (prof is dit)= weten wat
wetenschappelijk belangrijk is. door puur ratoneel te werken
kan je niet alle levensproblemen oplossen
bent dus in staat tot verwerven van objecteve kennis maar
die is relatef en je weet dat er meer bestaat dan enkel rato
3. Nieuwe waarde: alles verandert voortdurend
- Geen geloof in vooruitgang, maar in bewondering voor geringste verandering of hype
Nieuw onstane waarde = waarde dat er geen waarden zijn en dat alles
constant verandert
Enige zekerheid = wereld verandert voortdurend
Moderne mens geloof in vooruitgang maar als resultaat van weloverwogen
beslissing en rato
Postmoderne mens staat in bewondering voor de kleinste verandering
- Inhoud van verandering?
Aandacht voor kleinste verandering, maar niet voor de inhoud ervan als er
maar iets verandertk
Vb. in begin wild van ICT in onderwijs maar nu allemaal niet zo positef meer =
heel typisch
Postmoderne mens is veslaafd aan verandering
>< postmodernisme: verdwijnt dit geloof er zijn geen vaste waarden,
maar wat je wel ziet: bewondering voor de verandering
o Niet kritsch genoeg gewoon omdat het een verandering is, is het al
goed
Maar zo werkt het niet, echt nadenken of het echt een
verbetering is en alle dingen uit verleden wel echt slecht zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller magalivdw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.