ziekteverschijnselen vanuit zenuwstelsel en zintuigen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Verpleegkunde
Medische leerlijn, pathologie
All documents for this subject (4)
1
review
By: rogerannette • 5 year ago
Seller
Follow
kimberlylinders
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 17. Ziekteverschijnselen vanuit zenuwstelsel en zintuigen
17.1. Inleiding
De neurologie en neurochirurgie zijn medische specialisme die zich bemoeien met aandoeningen die
het zenuwstelsel betreffen.
17.2. Ziekteverschijnselen vanuit het zenuwstelsel (neurologische symptomen)
Neurologische verschijnselen kunnen onderverdeeld worden in uitvalsverschijnselen en
prikkelingsverschijnselen.
17.2.1. Uitvalsverschijnselen
Deze verschijnselen treden op als door ziekte neuronen degenereren. Er kan in dat geval geen
prikkelvorming of prikkelgeleiding meer optreden: de functie van het neuron valt weg. De
verschijnselen daarvan worden hieronder behandeld.
17.2.1.1. Paralyse of parese
Paralyse betekent verlamming. De oorzaak van verlamming ligt in een niet arriveren van de
motorische prikkel. Ook parese wordt tot de motorische uitvalsverschijnselen gerekend. Vaak houdt
het krachtsvermindering in, met een spastisch karakter die het gevolg is van de ontstaanswijze.
Bij een bloeding in de rechter hersenhelft, zal de verlamming in de linker lichaamshelft aanwezig zijn.
Dit komt omdat de piramidebaankruising ter hoogte van het achterhoofdsgat is. Aan het gezicht zijn de
verschijnselen wel aan de rechter zijde aanwezig.
Een dergelijke halfzijdige parese wordt een hemiparese of hemiplegie genoemd. Zo kennen we ook
een tetraplegie, waarbij beide armen en benen paretisch zijn, en paraplegie die gepaard gaat met een
parese van beide benen of beide armen.
17.2.1.2. Ataxie
Ataxie wordt ook wel de “dronkemansgang” genoemd. Het is namelijk ook aanwezig bij overdadig
alcoholgebruik; de cellen van de kleine hersenen zijn “beneveld” en daardoor verloopt de
samenwerking van spieren die bij bepaalde bewegingen betrokken zijn niet goed, er is een slechte
coördinatie.
Ataxie is aanwezig bij aandoeningen van de kleine hersenen. Het is dan voor de patiënt ook moeilijk
om te articuleren, dit noem je dysartrie.
17.2.1.3. Apraxie
Apraxie is het onvermogen om doelbewuste handelingen uit te voeren. De kracht in de spieren is
goed, alleen het doelgericht functioneren lukt niet. Apraxie komt voor als de linker hemisfeer is
beschadigd.
17.2.1.4. Afasie en bijkomende problemen
Afasie is een stoornis in het produceren en begrijpen van gesproken en geschreven taal.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen motorische afasie en sensorische afasie. Bij motorische
afasie is het taalbegrip intact, maar kan de patiënt onvoldoende of helemaal niet zijn gedachten in
woorden overbrengen. Bij sensorische afasie is het taalbegrip gestoord. De patiënt begrijpt niet wat
tegen hem wordt gezegd.
Het ontstaat als het centrum van Broca en/of de directe omgeving ervan uitvalt. Het centrum van
Broca is aan de zijkant in de linker hemisfeer gelokaliseerd. Afasie is vaak het gevolg van een cerebro
vasculair accident (CVA), waarbij de verzorgende slagader afgesloten raakt. Vaak komt men bij
dezelfde persoon ook een stoornis in lezen (alexie) en schrijven (agrafie) tegen.
, Onder een CVA wordt verstaan die situatie waarin als gevolg van vaatstoornissen acute neurologische
verschijnselen zijn opgetreden die al dan niet blijvend zijn of tot de dood leiden. CVA’s zijn onder te
verdelen in niet-bloedige en bloedige CVA’s.
Een transient ischaemic attackt (TIA) en compleet CVA zijn voorbeelden van niet-bloedige CVA’s. een
bloedige CVA kan een apoplexie zijn.
17.2.1.5. Agnosie
Agnosie betekent het niet kunnen herkennen en begrijpen wat men waarneemt. Bijvoorbeeld bij het
zien van een stoel, wordt die stoel niet als stoel herkend.
17.2.1.6. Amnesie
Amnesie is het onvermogen om te kunnen herinneren. Dit komt bijvoorbeeld voor na een korte
bewusteloosheid, het voorval wordt dan niet herinnerd. Zoiets noem je retrograde amnesie.
17.2.2. Prikkelingsverschijnselen
Prikkelingsverschijnselen ontstaan als neuronen te veel prikkels vormen of te sterk door andere
neuronen of prikkels van buiten af worden gestimuleerd. Gevolgen hiervan kunnen convulsies,
paresthesieën en pijn zijn.
17.2.2.1. Convulsies
Hieronder verstaan we het aanvalsgewijs optreden van voornamelijk schokkende bewegingen van een
lichaamsdeel of het gehele lichaam, die worden veroorzaakt door een ziekelijke productie van
zenuwprikkels door de hersencellen.
Convulsies kenmerken epilepsie. Bij epilepsie ontstaan aanvalsgewijs een overmatige ontlading van
hersencellen, waardoor spieren worden geprikkeld tot samentrekking. Deze ontladingen kunnen zich
beperkten tot één hersendeel, ook wel focale epilepsie, of zich uitbreiden over alle hersendelen, ook
wel gegeneraliseerde epilepsie.
Voorbeelden van focale epilepsie zijn:
Psychomotore of temporale epilepsie
Jackson-aanval
Voorbeelden van gegeneraliseerde epilepsie zijn:
Tonisch-clonische aanval
Absences
17.2.2.2. Paresthesieën
Dit zijn prikkelingen of tintelingen die worden ervaren in een huidgebied. Bijvoorbeeld een ‘slapend
been’. Paresthesieën worden vaak gezien bij aandoeningen aan de perifere zenuw.
17.2.2.3. Pijn
Pijn is moeilijk te meten en laat zich evenmin in een nauwkeurige definitie vangen. Dit komt vooral
doordat pijn heel wisselend wordt ervaren terwijl toch de oorzaak dezelfde is. Ook al kunnen we de
pijn niet altijd verklaren, gaan we er toch vanuit dat pijn dient als waarschuwing dat
weefselbeschadiging dreigt of dat die al is opgetreden.
Voor iedere soort prikkel blijft er een pijndrempel te bestaan, dat is de grenswaarde in intensiteit van
de prikkel waarboven pijn optreedt. Hyperalgesie is een verhoogde gevoeligheid voor pijnprikkels.
Behalve de pijnprikkels kennen we ook de pijntolorantiedrempel, hiermee wordt de grenswaarde in
intensiteit van de prikkel waarboven de pijn niet meer wordt verdragen.
Herkenning van pijn
Ondanks dat pijn subjectie is, zijn er toch mogelijkheden om erachter te komen of er sprake is van
pijn. Dit kan doordat de patiënt het zelf aangeeft. Verder zorgt pijn ervoor dat iemand zich rustig moet
houden, soms van een bepaald lichaamsdeel. Dit lichaamsdeel mag dan ook niet aangeraakt worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimberlylinders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.