100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie $11.36   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Het is een lange samenvatting maar er staat alle benodigde informatie in.

Preview 4 out of 38  pages

  • March 23, 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingsgebieden:
 Fysieke ontwikkeling= ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de
hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap.
 Cognitieve ontwikkeling= Ontwikkeling die betrekking heeft op de manier waarop het gedrag van mensen
wordt beïnvloed door groei en verandering in de eigenschappen die de ene persoon van de andere
onderscheiden. Houd zich bezig met leren, geheugen, probleemoplossingen en intelligentie.
 Sociale Ontwikkeling= ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties en interacties met anderen en
op duurzame eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
 Persoonlijkheidsontwikkeling
Ontwikkelingsfasen/leeftijdsgroepen:
 Prenatale ontwikkeling (de periode van conceptie tot geboorte)
 Baby
 Peuter/kleuter
 Schoolkind
 Adolescent
 Jongvolwassene
 Volwassenen
 Ouderen
Centrale vraagstukken:
 Continue verandering vs discontinue verandering
-Continue verandering; gaat om een geleidelijke ontwikkeling waarbij prestaties; ontwikkeling bij een bepaald
niveau voortvloeien uit dat van vorige niveaus bv, lengte, gewicht.
-Discontinue verandering; Ontwikkeling die een aparte stappen of stadia plaatsvindt. Trapje ( elke stadium gedrag
oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia) bv. Fijne/grove motoriek; lachen, lopen etc
 Kritieke perioden vs gevoelige perioden
-Kritieke periode; Een specifiek tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen
heeft (kritieke gevolgen).
-Gevoelige perioden; Afgebakende periodes waarin die persoon extra gevoelig is voor omgeving invloeden
betrekken hebben op bepaalde facet op de ontwikkeling bv. Taalontwikkeling.
 Nature vs Nurture
-Nature; eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders ervaren.
-Nurture; de omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen.
 Levensloop model vs focus op specifieke perioden
-Adolescentie; welke ontwikkeling maakt ieder mens in deze fase (specifieke perioden).
-Jongvolwassenen en ouderdom; Welke thema kan een mens tegenkomen in deze fase en hoe je hangt je latere
ontwikkeling samen met je vroege ontwikkeling (levenloop model).




1

,Inhoudsopgave
Babytijd........................................................................................................................................................3
Cognitieve ontwikkeling...........................................................................................................................3
Lichamelijke/ fysieke ontwikkeling..........................................................................................................5
Psychosociale ontwikkeling.....................................................................................................................7
Peuter en Kleutertijd.................................................................................................................................10
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................10
Psychosociale ontwikkeling...................................................................................................................11
Schoolgaand kind.......................................................................................................................................16
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................16
Persoonlijkheidsontwikkeling................................................................................................................16
Adolescentie..............................................................................................................................................21
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................21
Psychosociale ontwikkeling (Identiteitsontwikkeling)...........................................................................22
Fysieke ontwikkeling..............................................................................................................................25
Jongvolwassenheid....................................................................................................................................26
Fysieke ontwikkeling..............................................................................................................................26
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................27
Psychosociale ontwikkeling...................................................................................................................28
Middelbare leeftijd....................................................................................................................................30
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................30
Fysieke ontwikkeling..............................................................................................................................31
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling...............................................................................................32
Ouderen.....................................................................................................................................................33
Fysieke en cognitieve ontwikkeling........................................................................................................33
Psychosociale ontwikkeling 1.................................................................................................................35




2

, Babytijd

Cognitieve ontwikkeling
Boek blz; 47 Jean Paiget (1896-1980) >Heeft veel onderzoeken gedaan op baby’s en kinderen.
Schema= Georganiseerde mentale structuur en patronen. Volgens Piaget is de denken van de mens gebeurd aan
de hand van schema’s (mentale structuur hoe we de wereld zien).
Flexibel bij baby’s
Adaptatie= de eigenschap van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving
-assimilatie Het proces waarmee mensen ervaringen interpreteren aan de hand van hun huidige cognitieve
ontwikkelingsstadium en denkwijze; Iets nieuws plaatsen binnen het gen wat we wil weten.
-accommidatie Het proces waarmee mensen bestaande manieren van denken of doen veranderen als
reactie op ontmoetingen met nieuwe stimuli of gebeurtenissen; Door informatie te assimileren met een bepaald
schema of een bestaand schema te accomoderen. Door andere mogelijkheden te zoeken/ andere manier om dit te
laten passen.

Fases in de cognitieve ontwikkeling volgens Piaget:
 Sensomotorische fase (geboorte- 2jaar oud)
 Preoperationele fase (2- 7 jaar oud)
 Concreet operationele fase (7-11 jaar oud)
 Formeel operationele fase (adolescent- volwassenheid)

Sensorische fase: Piaget Boek blz; 28

Stadium 1 Eenvoudige reflexen 0-1maand In deze periode vormen verschillende aangeboren reflexen de
kern van het cognitieve leven van een baby; ze bepalen de aard
van zijn interacties met de wereld. Aangeboren reflexen zoals;
grijpen, zuigen, vb.slikreflex etc.
Stadium 2 Eerste gewoonten en 1-4maanden Primaire circulaire reacties zijn schema’s die betrekking hebben
primaire circulaire op de herhaling van interessante of prettige acties, gewoon
reacties omdat ze het leuk zijn om te doen. (activiteiten van de baby is
gericht op zichzelf).
Vb. duimzuiging) Dit kan per toeval gebeuren door een
onwillekeurige armbeweging. Vaak zal het kind proberen de
eerdere armbeweging doelgericht te herhalen om het
gewensteeffect (plezier) te krijgen.
Stadium 3 Secundaire circulaire 4-8maanden Secundaire circulaire reacties zijn schema’s die betrekking
reacties hebben op herhaalde acties die een gewenst resultaat
opleveren. (de activiteiten van de baby zijn gericht op de
buitenwereld). bv. Meer hun stem gebruiken omdat de baby
merkt dat andere mensen daarop reageren.
Stadium 4 Coördinatie van 8-12maanden Intentioneel gedrag, waarbij verschillende schema’s
secundaire circulaire gecombineerd en gecoördineerd worden tot één enkele actie
reacties om een probleem op te lossen.
Objectpermanentie; is het besef dat mensen en objecten niet
ophouden te bestaan, ook al zijn ze onzichtbaar (Iets niet meer
bestaand is als het niet zichtbaar is).
Stadium 5 Tertaire circulaire 12-18maanden Tertaire circulaire reacties; schema’s die betrekking hebben op

3

, reacties de doelbewuste variatie van acties die tot gewenste resultaten
leiden. Hierin zijn baby’s mini-experimenten uit te voeren om te
zien wat de consequenties hiervan zijn. (nieuwsgierigen,
interesse naar het wereld). Vb. Een baby laat een speelgoed
vallen, waarbij aandachtig toekeek waar het viel.
Stadium 6 Het begin van denken 18-24maanden Mentale representatie; een innerlijke voorstelling van een
gebeurtenis of object (mentale representatieve van iets of
iemand maken). Kan ook opzoek gaan naar iets die niet in beeld
is. Hierin zal baby’s ook oorzak en gevolg reacties beter
begrijpen. Vb. De baby ken een probleem in gedachten op te
lossen, het zoeken van oplossingen door lichamelijk handelen.
Vb. Door iets op een tafel te pakken (snacks) (oorzak) maar de
tafel is te hoog en hij kan hierdoor zijn snack niet pakken. Hij
trekt dan met zijn arm (door lichamelijk handeling)de tafel
kleding aan en komt alles naar beneden en ook de
snacks(gevolg).
Indirecte imitatie; Het imiteren van mensen of scenes die niet
meer aanwezig zijn. Vb kinderen doen alsof ze een auto aan het
rijden of iets aan het koken is.

Geheugen van babytijd Boek blz; 57

Infantiele amnesie; De afwezigheid van herinneringen aan ervaringen van vóór het derde levensjaar.

De rol van taal Boek blz; 59
Impliciete en expliciete herinneringen (geheugen) voor het vormen van langetermijn geheugen.


Onbewuste bv. Hoe je moet lopen bewuste bv. Naam van een familielid

Expliciete geheugen; bevat bewuste herinneringen die doelbewust kunnen worden opgehaald. Bv een naam of
telefoonnummer te herinneren.

Impliciete geheugen; bestaat uit herinneringen waarvan we ons niet bewust zijn (herinneringen die onze
prestaties en ons gedrag beïnvloeden) Bevat motorische vaardigheden, gewoonten en activiteiten die zonder
bewuste cognitieve inspanning kunnen herinneren vb. Fietsen of traplopen.

We kunnen weinig herinneren over onze eerste jaar heeft een belangrijke rol die taal speelt bij het ophalen van
oudere herinneringen. Doordat babys geen of weinig woorden kennen worden de herinneringen niet in taal
opgeslagen en dat het daardoor ook niet om de gebeurtenis uit die tijd te beschrijven.

Taal bij baby’s Boek blz; 61

 Pre linguïstische communicatie (communicatie die baby’s gebruiken voordat ze woorden gebruiken)
vb.door gezichtsuitdrukking, gebaren, imitatie.
 Brabbelen (geluiden)- , het maken van op spraak lijkende maar betekenisloze geluiden, leert de baby iets
over communicatie (geluiden maken die geen betekenis hebben/ geen woorden zijn).
 Eerste woordje rond de leeftijd van 10 tot 14 maanden. De eerste woorden zijn vaak “holofrasen” of
“eenwoordzinnen”.
 Telegramstijl; manier van praten waarbij woorden worden weggelaten die niet cruciaal zijn voor de
boodschap. bv. “Ik heb je gekust en “Ik geef kuss”.
 Onderextensie, overextensie, referentiële stijl en expressieve stijl Boek blz; 65
 Babytaal (Taal die volwassenen gebruiken wanneer ze met een baby aan het praten is)
 Dit bestaat uit korte eenvoudige zinnen, hogere toon, gevarieerde intonatie.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasminboulalouah. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.36
  • (0)
  Add to cart