Kredietpolitiek van de banken is een zeer complexe zaak. Toenemende concentratie in de banksector, harde
concurrentie, Bazelnormen, … hebben ervoor gezorgd dat de banken nieuwere analysemethodes hebben
ontwikkeld.
Geautomatiseerde scoringstechnieken en gestandaardiseerde kredietaanvragen werden op punt gezet
waarbij de risicoanalyse meer gebaseerd is op objectieve gegevens.
o Bijvoorbeeld: TBC, EV, financiële ratio’s,..
Bank streeft ook naar risicospreiding
Integratie van andere diensten:
o Verzekeringen, vermogensbeheer, leasing, factoring,..
Banken zijn zich ook meer bewust van de diverse operationele risico’s die ze lopen.
2.2 KREDIETRISICOBEH EER
Kredietrisico is het potentieel verlies tov de verwachte waarde van een financieel instrument als gevolg van
insolvabiliteit of betalingsonwil van de tegenpartij.
Tegenpartij kan een kredietnemer van een lening zijn, een emittent van een schuldinstrument,
garantieverstrekker of een herverzekeraar.
Kredietrisico is op 2 niveaus mogelijk:
o Transactioneel niveau
o Portefeuilleniveau
2.2.1 KREDIETRISICO OP TRANSACTIONEEL NIVEAU
Dit omvat procedures, processen en systemen om de risico’s te meten voor en na de acceptatie van individuele
kredietrisico’s.
Procedure voor acceptatie:
Deze zijn vooraf vastgelegd binnen elke financiële instelling.
Bij kleine bedragen en/of lage risico’s:
o Dossier wordt onderzocht door een kredietanalist.
o Kredietanalist verstrekt dan een advies aan het kredietcomité die een beslissing nemen.
Beslissingen worden genomen op basis van een aantal parameters:
o Totaal van het risico van de groep (kredietaanvrager + aanverwanten)
o Risicoklasse (obv rating)
,Kredieten aan ondernemingen
o Aarde van de tegenpartij
Kredietbewaking is vnl bepaald door de risicoklasse met een onderscheid tussen:
o Probability of Default (DP): de kans op een in gebreke blijven.
o Loss Given Default (LGD): het verwachte verlies als een debiteur in gebreke blijft.
Kredieten aan grote ondernemingen worden jaarlijks herzien.
o Bij kleinere ondernemingen slechts op basis van risicosignalen.
Negatieve signalen bij RSZ
Problemen bij afbetaling
Daling risicoklasse
…
2.2.2 KREDIETRISICO OP PORTEFEUILLENIVEAU:
Dit is noodzakelijk als controle op de volledige geconsolideerde kredietportefeuille om zich te verzekeren dat
het kredietbeleid en de limieten worden nageleefd.
Bijvoorbeeld: limieten op niveau van debiteur- garantieverstrekkers, op emittenten en tegenpartijen,
‘stresstests',…
Kredietrisico’s verbonden aan andere bankactiviteiten:
Risico op financiële instellingen door financiering van export of import (bv. documentaire kredieten).
Risico op effecten in handelsportefeuille (= emittentenrisico)
Risico op tegenpartij van professionele transacties
Risico’s op overheidseffecten in beleggingsportefeuille
…
2.3 KREDIETCRISIS:
Lezen.
3. ALGEMEEN KADER
Bij het indienen van een kredietaanvraag is het belangrijk om met een goede bankier samen te werken. Hij
vormt de contactpersoon binnen de bank en is doorgaans degene met wie de onderneming de dossiers
bespreekt.
Bankier die over het dossier moet beslissen.
Bankier die het dossier moet voorleggen aan het kredietcomité van de bank.
Kwaliteiten goede bankier:
Denkt mee en heeft voldoende kennis en voeling met het bedrijf
Financieel expert die KMO’s adviseert
Bespreekt concrete voorstellen bij het indienen van het dossier
Geeft indicatie over de haalbaarheid van het dossier
Anticipeert op mogelijk knelpunten en overlegt hoe deze aangepakt kunnen worden
Behartigt de belangen van het bedrijf voor het kredietcomité
,Kredieten aan ondernemingen
4. GEVOLGEN VAN DE BAZEL AKKOORDEN OP DE KREDIETVERLENING
Bazel I
In 1988 werd dit opgesteld door de centrale bankiers van de G10 verenigd in het Bazel Comité.
Doelstellingen:
Versterken van de stabiliteit van het internationaal financiële systeem door te focussen op het
grootste risico dat de banken liepen, nl. kredietrisico.
Internationale actieve banken moeten een minimale hoeveelheid kapitaal aanhouden voor aangegane
kredietrisico’s.
o Kapitaalratio ‘Risk Asset Ratio’: het EV van de banken moet min. 8% t.a.v. de gewogen risico’s
zijn.
Kapitaaleisen voor alle internationale actieve banken werden gelijk.
o Verschillen in kapitaalvereisten bepalen niet langer de concurrentiepositie van internationale
banken.
Kritiek Bazel I:
Systeem laat geen verfijnde risicoweging toe en het belang van de waarborgen in de beheersing van het
kredietrisico werd onderschat.
Bazel II:
Dit akkoord streeft naar een meer allesomvattende risicobenadering.
Doelstellingen:
Dekt zowel het kredietrisico als een minimaal aan te houden kapitaal voor de indekking van zowel het
kredietrisico, marktrisico als het operationeel risico.
Basisprincipe van 8% blijft.
Naast de risicogewogen activa moet nu ook kapitaal aangehouden worden om het operationeel en
het marktrisico in te dekken.
Kapitaal dat in aanmerking komt voor de indekking van het kredietrisico bestaat uit het Tier 1 en Tier 2 kapitaal
(zoals onder Bazel I) maar nu ook uit het Tier 3 kapitaal.
Tier 1: EV + gereserveerde winsten na belasting (min. 4%)
Tier 2: Verborgen reserves, herwaarderingsmeerwaarden, hybride vormen van EV, algemene
voorzieningen en achtergestelde leningen.
Tier 3: KT VV dat aan een aantal vwn voldoet en dat enkel mag gebruikt worden om het marktrisico
in te dekken.
, Kredieten aan ondernemingen
Grootste wijzigingen ivm Bazel I:
Manier waarop het aan te houden kapitaal om het kredietrisico in te dekken wordt berekend.
Banken zullen de kredietwaardigheid van een debiteur meer verfijnen en een kapitaalsratio
aanhouden naar gelang van het risicoprofiel van de specifieke klant.
o Afh. van de klant is de vereiste solvabiliteit tussen de 1,6% - 12%.
o Bank moet dus aan elk van hun klanten een risicorating toekennen o.b.v. gecentraliseerde en
objectieve criteria + risicobeoordelingssysteem;
Banken rekenen hogere kosten aan aan de ondernemingen met een verhoogd of moeilijk in te
schatten risico.
o Positieve correlatie tussen het risico van de onderneming en de aangerekende intrestvoet.
Kritiek Bazel II:
Aangehouden kapitaal banken was te laag, niet alle risico’s waren geïdentificeerd en de financiële innovatie
had de regels van de Bazel II ingehaald op het vlak van de complexe producten.
Alleen hoogwaardig kapitaal dat direct en volledig beschikbaar is, is bruikbaar voor het opvangen
van verliezen en dit was onvoldoende aanwezig bij de banken.
Bazel III:
De nieuwe regels focussen zich niet alleen op het verstevigen van de solvabiliteit van de banken maar ook op
het versterken van de liquiditeit.
Doelstellingen:
Banken moeten meer kapitaal aanhouden van betere kwaliteit.
Tier 1 zal verhoogd moeten worden met een beschermingsbuffer en een anticyclische buffer.
o Zal enkel nog bestaan uit aandelenkapitaal en overige reserves.
Tier 2 wordt verder geharmoniseerd binnen de EU.
Tier 3 komt niet meer voor.
Kapitaalratio moet min 9% bedragen, zelfs voor grote banken (zgn systeembanken)
Omvang bankbalans wordt aan banden gelegd.
o Beperking schuldgraad binnen de banksector.
o Banken zullen hun corebusiness herzien en niet – kernactiviteiten afstoten;
Liquiditeitsbuffers
o Door de liquidity coverage ratio zullen de banken verplicht zijn genoeg hoogwaardige liquide
activa aan te houden om gedurende 30d bestand te zijn tegen een financiële crisis.
Net stable funding ratio
o Ratio betreft de liquiditeit op LT waarbij nieuwe regels ingevoerd moeten worden om een
evenwicht tussen de deposito’s en de kredieten op LT te verkrijgen.
5. BEOORDELING VAN D E KREDIETWAARDIGHEID
Onderzoek dient om vast te stellen of de bankier vertrouwen kan hebben in de onderneming en het project.
Kenmerken onderzoek:
Geeft de bankier informatie over de onderneming.
Risico zo goed mogelijk en realistisch bepalen.
Kredietaanvraag beoordelen op basis van diverse elementen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dws. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.84. You're not tied to anything after your purchase.