Competentievergroting
Hoofdstuk 1
1.1
Residentiële jeugdhulp= jeugdhulp in tehuizen en dagcentra. Gaat om voorzieningen waar
kinderen of jeugdigen dag en nacht of alleen overdag verzorgd, opgevoed en evt. ook
behandeld worden. Leefgroepen bieden meestal plaats aan 6-10 kinderen of jongeren. Maar
ze zijn er ook voor kleinere aantallen. Leefgroepen verschillen qua begeleiding en
behandeling in intensiteit, wat zich weerspiegeld in de verhouding tussen het aan jeugdigen
en het aantal groepsleiders. De dagelijkse verzorging, opvoeding en behandeling worden
uitgevoerd door een team van groepsleiders. Hoe intensiever de verzorging en behandeling,
des te groter het takenpakket voor de groepsleiding, des te groter het team. Op basis
hiervan verschillen leefgroepen in:
- Mate van begeleiding overdag, aantal groepsleiders dat op bepaalde momenten van
de dag tegelijkertijd werkt
- Mate waarin groepsleiders naast het werken op leefgroep nog andere taken hebben,
zoals contact met ouders.
- Mate van begeleiding tijdens de nacht, variërend van slaapdienst door de
groepsleiding.
Veel teams van leefgroepen bestaan uit 6-8 groepsleiders.
Sommige residentiële voorzieningen gevestigd op een afgebakend terrein met verschillende
gebouwen. Vroeger was het normaal leefgroepen te huisvesten op een groot terrein,
enigszins afgelegen van de bewoonde wereld. Bijv. in het bos. Jongeren werden dan
afgesloten van de negatieve invloeden van de stad. Ook nog een andere reden, de grond was
relatief goedkoop en waren er mogelijkheden jongeren te werk te stellen. Aan het eind van
vorige eeuw verhuisden sommige tehuizen naar stedelijke plekken. Tegenwoordig worden
leefgroepen meer in woonwijken gevestigd. Hierin speelt het deelnemen aan het gewone
leven een grote rol. Jongeren gaan naar een school in de wijk en maken gebruik van
voorzieningen en clubs in de buurt. Enerzijds jongeren zoveel mogelijk gestimuleerd deel te
nemen aan de samenleving buiten de leefgroep. Anderzijds wordt de samenleving zo veel
mogelijk binnen de muren van de leefgroep gehaald door ouders en personen uit het
netwerk te betrekken bij de behandeling. Gesloten inrichtingen bevinden zich meestal wat
verder weg van de stad/dorp. Bewoners hebben zeer beperkte vrijheden en dat stelt eisen
aan de inrichting van het terrein en afrastering. Vaak gaat het bij hun ook eerst om het
vergroten van inzicht en/of het behandelen van individuele problematiek, los van de eisen
van het dagelijks leven.
Belangrijk deel van het leven speelt zich af in een leefgroepruimte. Grote huiskamer met
eettafels, zithoek en TV. Evt. nog aparte hoek voor spel en hobby. Leefgroepruimtes hebben
een open keuken. Jongeren hebben een eigen kamer: jongeren tot 12 jr. delen soms een
kamer. Vaak aparte ruimte voor de groepsleiding. Meeste leefgroepen hebben ook een extra
kamer voor het voeren van gesprekken en overleg. Sommige centra hebben ook een
afzonderingsruimte: prikkelarme ruimte waar een jongere een korte tijd afgezonderd kan
worden en waar minimum aan spullen aanwezig is.
Wanneer kinderen/jongeren worden opgenomen in residentiële instelling, wordt deel van
de opvoeding en verzorging van de ouders overgenomen door groepsleiding. verzorging
,betekent dat groepsleider zorg draagt voor levensbehoeften zoals slaap, dagritme, kleding,
eten enz. Groepsleiding zorgt ook voor de sfeer en gezelligheid en dat de jongeren contact
met elkaar zoeken. Veiligheid wordt bevorderd doordat groepsleiders structuur aanbieden
met regels en een min of meer vast dagritme. Door regelmatige aanwezigheid geven
groepsleiders de mogelijkheid een goed contact met hen op te bouwen. De observaties van
groepsleiding en de indruk die zij hebben van een jongere worden meegewogen bij het
opstellen en actualiseren van de doelen binnen opvoeding en behandeling. Contact tussen
groepsleiders en jongeren is niet gebaseerd op gelijkwaardige relatie, maar wel persoonlijk.
Zijn ook alert op hun professionele taak waarin zij afstand en nabijheid bewust hanteren en
de grenzen van jongeren respecteren. Sprake van opvoeden wanneer groepsleiders
proberen de jongeren vaardigheden te leren om zoveel mogelijk zelf in een eerder
genoemde levensbehoeften te voorzien en wanneer ze waarden en normen proberen over
te dragen. Opvoeding is in sterke mate toekomstgericht: jongeren worden voorbereid op de
eisen en verwachtingen die de samenleving aan hen stelt. Jongeren blijven meestal beperkte
tijd in leefgroep. Eerst wennen aan de groep, dan contacten en interacties die vragen om
aandacht en bijsturing. Groepsleiding heeft ook oog voor groepsprocessen: onderlinge
verhoudingen en verdeling van rollen binnen de groep en groepsdruk. Het werken met
groep als geheel, vraagt om extra vaardigheden van de groepsleider. Opvoeding betekent
het overdragen en aanleren van praktische, cognitieve en sociale vaardigheden. Doordat
jongeren uit problematische gezinssituaties komen, komt het vaak voor dat jongeren
gedragingen, waarden en normen hebben geleerd die niet altijd adequaat zijn en
gewaardeerd worden in de leefgroep. Groepsleiding moet dit gedrag bijsturen en ombuigen.
Opvoeding gaat over in behandeling wanneer de groepsleiding systematisch werkt aan
bepaalde veranderingen in cognities, emoties en gedragingen. Doel is verminderen van
probleemgedrag/stoornissen. De wijze waarop verzorging, opvoeding en behandeling op
elkaar ingrijpen, doelen die daarbij worden nagestreefd en rolverdeling tussen betrokkenen
worden vastgelegd in een plan. Door jeugdwet dient er voor iedere jeugdige in de jeugdhulp
een plan te zijn dat in overleg met jeugdige, ouders en evt. andere personen in netwerk tot
stand is gekomen. Een jongere kan geholpen worden door een link te leggen tussen de
doelen in het plan en het gedrag. Als de jongere die kans aangrijpt, volgt positieve
bekrachtiging.
Veel leefgroepen hebben mentor- of coachsysteem. Groepsleider die mentor of coach is,
draagt extra verantwoordelijkheid voor een individuele jongere. Extra gelet op doelen, heeft
aparte afspraken met deze jongere en houdt ontwikkeling van jongere in de gaten. Gezien
de wisselende diensten zijn er ook vaak schaduwcoaches. Dat wil zeggen een tweede
groepsleider die extra op de hoogte is van de achtergronden en individuele afspraken m.b.t.
jongere.
Groepsleiders kunnen op verschillende manieren het klimaat positief beïnvloeden. Zij dragen
bij aan een goed klimaat als zij belangstelling en respect tonen, laten zien dat ze emoties van
de jongeren begrijpen en vertrouwen uitstralen dat jongeren iets kunnen bereiken. Jongeren
zullen zich meer serieus genomen voelen als groepsleiding niet voortdurend van bovenaf
stuurt, maar jongeren waar mogelijk betrekt en invloed geeft bij de dagelijkse gang van
zaken> biedt extra kansen om zich te ontwikkelen. bijv. betrekken in regels
opstellen/veranderen. Jongeren hebben vaak goede ideeën hierover en jongeren zullen zich
beter houden aan regels als zij deze zelf hebben opgesteld. Ook kunnen zij tijdens incidenten
,en crisissituaties de jongeren laten ervaren dat zij belangrijk zijn en dat hun emoties
opgemerkt worden. Als corrigerend handelen nodig is, proberen groepsleiders
gezichtsverlies van de jongere te beperken. Ook betrekken bij opstellen van takenrooster>
meer verantwoordelijkheid voelen + bevordert zelfstandigheid. Ook betrekken bij
organiseren en bedenken van activiteiten. Ook kunnen zij bijdragen aan de inrichting van
leefomgeving. Er wordt leefomgeving gecreëerd die ook van hen is. Ook kan groepsleiding
de jongere ruimte geven voor de eigen voorkeuren op gebied van muziek, kleding en eten.
1.2 verschillende indelingsprincipes
Er zijn diverse principes op basis waarvan indelingen gemaakt kunnen worden. Bij indeling
op basis van problematiek kan men denken aan aparte leefgroepen voor: emotionele
problemen, gedragsproblemen, cognitieve problemen, verstandelijke beperking enz.
Afgezien van de vraag of het wenselijk is jongeren met dezelfde problematiek bij elkaar in
leefgroep te zetten, is een ander probleem van deze indeling dat bij veel kinderen en
jongeren combinaties van problemen voorkomen.
Andere indeling gaat uit van leeftijd, sekse, IQ. Of geslacht. Horizontale groepen met
jongeren van dezelfde leeftijd en verticale groepen voor jongeren met verschillende leeftijd.
Bij IQ leefgroepen voor: normaal begaafde jeugd, jeugd met lichte verstandelijke beperking
(50-85), jeugd met matige of ernstige verstandelijke beperking (tot 50).
Kinderen en jongeren met verschillende justitiële status:
- Machtiging gesloten jeugdzorg: maatregel opgelegd door kinderrechter en impliceert
dat jongere gedwongen kan worden opgenomen in een behandelinrichting voor
gesloten jeugdzorg.
- Voorlopige ondertoezichtstelling (OTS): uitgesproken over kind en gezag van ouder
wordt beperkt. Jeugdrechter draagt deze maatregel op aan instelling of
jeugdbescherming. De professional heten daar jeugdbeschermer, maar worden ook
nog vaak gezinsvoogd genoemd. Zij hebben de taak om samen met ouders en
familienetwerk naar een situatie toe te werken waarin kind veilig is en de ouders
verantwoordelijkheid voor de opvoeding van het kunnen dragen. Niet iedere jongere
wordt residentieel geplaatst, deel woont bij eigen ouders/familie/pleeggezin.
- Maatregel tot beëindiging van het gezag: opgelegd aan ouders als die hun
opvoedingsverplichting niet willen/kunnen nakomen en zij vrijwillige hulp hebben
afgewezen. Gezag wordt uitgevoerd door jeugdbeschermingsinstelling. Daarmee
meer taken dan jeugdbeschermers die een OTS uitvoeren. Kinderen wonen niet meer
thuis, maar in een pleeggezin of tehuis.
- Voogdijmaatregel: als er geen ouders meer zien, krijgt jeugdbeschermingsinstelling
gezag over het kind. Instelling gaat na of gezag overgedragen kan worden aan
familieleden of vrienden van het gezin. Een derde woont in tehuizen, andere
kinderen wonen in pleeggezinnen.
Bureau jeugdzorg bestaat vanaf 2015 niet meer. Jeugdbeschermingsinstelling wordt gebruikt
voor instellingen die gecertificeerd zijn voor uitvoering van jeugdbescherming.
Verantwoordelijkheid voor uitvoering van jeugdhulp ligt bij gemeenten.
1.3 residentiële hulp als onderdeel van een traject
Bijna geen leefgroepen meer voor gewone jongeren die niet meer thuis kunnen wonen. Gaat
in leefgroep voor jeugdhulp vrijwel altijd om combinatie van verzorgen, opvoeden en
behandelen. Verblijf in tehuis als tussenvoorziening die de jongere voorbereidt op een
, vervolg dat minder intensief is en meer mogelijkheden biedt om te participeren in de
samenleving. Tijdens verblijf worden er al verbindingen gelegd met voorzieningen in de
samenleving. Deze ontwikkeling leidt tot differentiatie in de behandeling. Tegenwoordig
hebben jongeren in tegenstelling tot vroeger vaak elk hun eigen traject (niet meer dat alle
jongeren naar zelfde interne school, werkplaats en clubs gaan). In het samenwonen met
jongeren of kinderen die forse problematiek meebrengen, moet de groepsleiding
vaardigheden hebben om op een respectvolle en kundige wijze op verstoringen in het
dagelijks leven te reageren.
1.4 verschillende soorten residentiële jeugdhulp
Leefgroepen voor jeugdhulp
6-10 jongeren met emotionele of gedragsproblemen, of combi van beide. Enerzijds gericht
op het leren functioneren in het leven van alledag en leren uitvoeren van taken die daarbij
horen. Anderzijds wordt er gewerkt aan individuele problematiek en worden ze voorbereid
op de vervolgsituatie. Meestal gaan ze uit van trajectgedachte. Voorbereiding van de jongere
op een volgende stap, bijv. terugkeer naar ouders/pleeggezin. Bij oudere jongere kan er ook
worden gedacht aan kamertrainingscentra/begeleid wonen. Duur varieert van enkele dagen
tot jaar. Duur kan langer zijn vanwege beperkingen of problemen en/of niet beschikbaar zijn
van alternatief. Sommige leefgroepen zijn qua sekse gemengd, andere niet. Vaak qua leeftijd
horizontaal. Leefgroepen voor jongeren tussen 6-12 jaar, 12-16 jaar en 14-18 jaar.
Gesloten jeugdzorg
Ook wel jeugdzorg-plus worden jongeren behandeld met ernstige gedragsproblemen die
gevaar vormen voor zichzelf en/of voor anderen. Kan ook voor jongeren zijn die beschermd
moeten worden tegen risico’s van buitenwereld. Door hulp te bieden in een gesloten
omgeving wordt voorkomen dat jongere zich aan de behandeling kan onttrekken of dat
anderen de jongere hieraan onttrekken. Vaak gewerkt met trajecten. Jongere wordt
gedwongen opgenomen. Kinderrechter moet daartoe een specifieke ‘machtiging gesloten
jeugdzorg’ verlenen.
Jeugdinrichtingen
Jongeren tussen 12-18 jr die van strafbaar feit worden verdacht, komen in aanraking met
jeugdstrafrecht. Kinderrechter kan kiezen tussen boete, taakstraf, gedragsinterventie,
vrijheidsbenemende straf (jeugddetentie) of maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor
Jeugdigen). Vrijheidsbenemende straf (voor 12-16 jr max 1 jaar, voor 16-18 jaar max. 2 jr)
wordt uitgevoerd in een justitiële jeugdinrichting. Jongeren worden in gesloten groepen
geplaatst wanneer sprake is van voorlopige hechtenis of veroordeling tot straf
(jeugddetentie). Maatregel PIJ wordt opgelegd als kinderrechter vindt dat stoornis heeft
geleid tot plegen van misdrijf en jongere hiervoor intensieve hulp en behandeling nodig
heeft. Criteria voor opleggen PIJ zijn dat het om ernstig delict gaat, veiligheid van anderen in
het geding en maatregel van belang is voor de ontwikkeling van jongere. PIJ wordt voor 2
jaar opgelegd, kan verlengd worden tot max. 4 jaar, uitz. 6 jr. Jongere met PIJ wordt vaak in
gesloten inrichting geplaatst. Tijdens de behandeling stroomt jongere door. Jongeren met PIJ
verblijven vaak 1-1,5 jaar in gesloten groep. Doel van PIJ is het behandelen van stoornis om
de kans te verkleinen dat jongere opnieuw een delict pleegt. Ook meerderjarigen kunnen in
jeugdinrichting verblijven. Denk aan jongeren met PIJ die tijdens verloop van maatregel 18 jr
worden. Het is mogelijk om jongeren tot 23 jaar te berechten volgens het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneroosdekorte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.