Deze samenvatting bevat alle hoofdstukken uit "Brain and Cognition, Customized Edition 2018" die je moet kennen voor het eerste deeltentamen van hersenen en cognitie. Het is een uitgebreide samenvatting die alle belangrijke informatie uit het boek en de hoorcolleges handig op een rijtje heeft staan...
Cognitieve psychologie de tak van psychologie die zich bezig houdt met
het bestuderen van het verstand (the mind)
The “mind” heeft meerdere defnities:
1. “The mind” reguleert mentale functies als: perceptie, aandacht,
geheugen, emotie, taal, beslissen, denken en overwegen. deze
defnitie slaat terug op onze mentale capaciteiten (wat doet de
mind?)
2. “The mind” is een systeem dat een representatie van de wereld
maakt zodat wij daarin ons doel kunnen bereiken deze defnitie
slaat terug op hoe belangrijk ons verstand is voor functioneren en
overleven (hoe werkt the mind en wat heeft het voor functie?)
Belangrijke cognitieve onderzoeken van vroeger:
Franciscus Donders tijd bepalen hoe lang het duurde om te kiezen
Donders heeft onderzocht hoe lang het duurde om een keuze te maken
door eerst de simpele reactietijd te meten, en hierna de keuze reactietijd
te meten. Door het verschil hiertussen te berekenen kon hij zien hoe lang
het duurt om te kiezen (1/10e sec)
Wilhelm Wundt structuralisme
Wundt geloofde dat onze ervaringen werden bepaald door combinaties
van basiselementen van ervaringen (gehoor, gevoel etc). Om dit uit te
werken liet hij proefpersonen hun ervaring en denkprocessen als reactie
op stimuli beschrijven analytic introspection.
Hermann Ebbinghaus hoe snel vergeet je informatie?
Ebbinghaus leerde een lijst met codes. Hij meette hoe lang het de eerste
keer duurde om het te leren, en hoe lang het de tweede keer duurde. Het
verschil tussen de twee waren de ‘savings’. Hoe groter de savings, hoe
minder er was vergeten. Er werd ondervonden dat in de eerste 2 dagen na
het leren informatie snel vergeten werd, en dat het daarna vrijwel stabiel
bleef.
William James aandacht
,James onderzocht bij zichzelf hoe zijn aandacht werkte. Hij stelde vast dat
wanneer hij zijn aandacht richtte op 1 ding, zijn aandacht voor andere
dingen verminderde.
John Watson ommekeer naar behaviorism
Watson verwierp het structuralisme omdat de resultaten hierbij per
persoon enorm konden verschillen, en omdat er werd gekeken naar
onzichtbare denkprocessen (emotie, beredeneren etc.). Het behaviorism
gebruikte geen analytic introspection meer en focuste zich juist op gedrag
wat te observeren viel. Toen behaviorism overnam veranderden de vragen
over wat gedrag ons vertelde over de geest naar vragen over wat de
relaties waren tussen stimuli en gedrag. Watson maakte veel gebruik van
klassieke conditionering.
Skinner operante conditionering
Skinner onderzocht operante conditionering. Operante conditionering
onderzoekt de relatie tussen stimuli en gedrag. Een goed voorbeeld is
opvoeding. Kinderen die een snoepje krijgen wanneer ze hun bord leeg
eten eten vaker hun bord leeg.
Edward Tolman ommekeer naar cognitieve psychologie
Tolman was een van de eersten die gedrag gebruikte om mentale
processen te begrijpen in deze tijd. Hij zorgde ervoor dat behaviorism niet
meer het enige was wat werd aangenomen. Vanaf 1950 ontstond de
cognitieve revolutie, waarin er meer werd nagedacht over mentale
processen.
De rol van modellen in cognitieve psychologie:
Structurele modellen:
Een representatie van een fysiek structuur (bijv.
een plastic model van de hersenen) wordt gebruikt
om een simpele versie te maken van een complex
concept. Dit maakt het makkelijker om te leren
en bestuderen.
Procesmodellen:
,Representeren processen die betrokken zijn bij cognitieve mechanismes in
een schematische tekening. Boxen staan meestal voor specifeke
processen en pijlen tussen boxen geven relaties aan tussen deze
processen. Een bekend procesmodel is de input/output uitwerking.
Chapter 5: Vision
5.1.
Perceptie wordt bepaald door het omzetten van stimuli in je hersenen.
Stimuli activeren neuronen, die op hun beurt dan zorgen voor perceptie.
Verschillende neuronen produceren verschillende soorten informatie. “The
law of specifc nerve energies” houdt in dat wanneer een bepaalde zenuw
gestimuleerd wordt, deze energie (informatie) doorgeeft die overeenkomt
met de functie van die zenuw. De hersenen verwerken dus
actiepotentialen van auditory nerves als geluid, en actiepotentialen van
de olfactory nerves als geuren.
Ook de hoeveelheid actiepotentialen per tijdseenheid is belangrijk. Hoe
meer per tijdseenheid, hoe intenser de sensatie. Veel actiepotentialen per
seconde in pijnaxonen zorgt bijvoorbeeld voor intense pijn.
Het oog:
Licht komt binnen via een opening in de pupil. Het licht wordt gefocust
door de lens en de cornea, waarna het wordt geprojecteerd op de retina;
de achterkant van het oog, wat vol zit met visuele receptoren.
In de retina gaat de verwerking van het licht via de receptoren eerst naar
bipolar cells en daarna naar ganglia cellen. De axonen van gangliacellen
vormen samen de optische zenuw. De plek waar de optische zenuw het
oog verlaat om naar de hersenen te leiden noemen we de blinde vlek, hier
zitten geen receptoren.
, In de retina zit een centraal deel genaamd de fovea. De fovea zorgt voor
snelle gedetailleerde visie, bijvoorbeeld bij het lezen. In dit gebied zitten
veel receptoren dicht op elkaar. Elke receptor is verbonden met een
enkele bipolar cel, ganglion cel en die weer aan een enkel axon naar het
brein. De gangliacellen in de fovea heten “midget ganglion cellen” omdat
ze klein zijn en maar met een enkel kegeltje zijn verbonden.
Staafjes en kegeltjes:
Staafjes komen veel voor in de buiten-centrale delen van de retina.
- Reageren op zwak licht
- Niet bruikbaar in daglicht omdat het dan te fel is
- Veel meer staafjes dan kegeltjes, maar meerdere staafjes verbinden
aan 1 axon (minder precieze informatie)
Kegeltjes komen veel voor in de fovea
- Handig bij fel licht
- Essentieel om kleuren te zien
- Produceren 90% van de input naar hersenen door enkele verbindingen
aan axonen
Kleuren:
Zichtbaar licht ontvangen we in elektromagnetische radiatie wat varieert
tussen 400 nm tot 700 nm. De kortste golfengtes zien we als violet
(paars), en langere golfengtes zijn kleuren als blauw, groen, geel etc. De
golfengtes heten “licht” omdat onze receptoren het kunnen waarnemen
als licht.
Ultraviolet straling is onzichtbaar voor ons. Hier wordt je bruin van en kun
je door verbranden. Sommige dieren kunnen dit wel zien.
Er zijn bepaalde theorieën over kleuren
The Trichromatic (Young-Helmholtz) theorie:
We interpreteren kleur door reacties van verschillende types receptoren te
vergelijken. De 3 typen receptoren die je vergelijkt zijn allemaal gevoelig
voor verschillende soorten golfengtes.
The Opponent-process theorie:
We interpreteren kleuren als tegenovergestelden (negatief). Een excitatie
van een bipolar cell kan zorgen voor de kleur blauw, terwijl een inhibitie
kan zorgen voor de kleur geel (de andere zijde van het spectrum).
The Retinex theorie:
De cortex vergelijkt informatie van meerdere delen van de retina om te
bepalen wat de kleur en helderheid van elk gebied is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniqueleijten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.