DIAGNOSTISCH PROCES –
PNEUMOLOGIE
Het diagnostisch proces: anamnese
Anamnese
= nooit afgaan op een eerdere diagnose. De eerste vraag die een zorgverlener
zich altijd moet stellen luidt: ‘Hoe gaat het met de patiënt?’.
Tijdens een uitgebreide anamnese komen volgende aspecten aan bod …
AMPLE methode: manier om respiratoire distress in kaart te brengen.
o Allergieën
o Medicatie
o Past: voorgeschiedenis
o Last: moment waarop je het laatst gegeten hebt.
o Events: gebeurtenissen die in verband kunnen worden gebracht met
de ademnood.
Familiale context
o Voor sommige aandoeningen van het ademhalingsstelsel is er een
aantoonbare familiale voorbeschikking.
Tabakgebruik: rapporteren in dossier
o Hoeveelheid tabak wordt uitgedrukt in pakjaren. Dit is het aantal
jaar dat de patiënt dagelijks 1 pakje sigaretten rookte.
Beroepsleven: na gaan of de patiënt blootgesteld is aan schadelijke
stoffen.
o Bv. asbest i.f.v. longfibrose, pleuracarcinoma enz.
Buitenlandse verblijven, zwembaden of sauna’s en contact met dieren.
Het klinisch onderzoek: inspectie
In de pneumologie richt het klinisch onderzoek zich in de eerste plaats op de
thorax van de patiënt.
Airway en breathing
ABCDE – methode: airway en breathing
Airway: vrije luchtweg
Breathing:
Halfzittende houding
= diafragma ondervindt minder tegendruk van organen in het abdomen dan in
een liggende houding.
In de fase van de uitademing (= passief)
o Diafragma ontspant en neemt de vorm aan van een koepel met de
top gericht naar de thorax.
o Het volume in de thorax neemt zo af, de druk neemt er toe, en de
lucht in de longen zoekt zijn weg naar de buitenwereld.
In de fase van de inademing (= actief)
, o Diafragma trekt samen en neemt de vorm aan van een platte schijf,
waardoor het volume in de thorax toeneemt en de druk daalt.
Andere hulpademhalingsspieren: m. sternocleidomastoïdeus, m.
intercostales.
Paradoxale ademhaling
Bij inademing maakt het abdomen een uitwaartse beweging door ontspanning
van buikspieren. Bij het uitademen gebeurt er een inwaartse beweging door
opspanning van buikspieren.
Bij een paradoxale ademhaling is deze fysiologie omgekeerd
o Bij inademing een inwaartse beweging en bij uitademing een
uitwaartse beweging.
o Oorzaken: bv. diafragmaparalyse door uitval van n. phrenicus.
Ademhalingsfrequentie
= 12 – 18 ademhalingen per minuut. Tijdens een observatie van 10 sec moet je
dus 2-3 ademteugen waarnemen (= normopneu).
Bradypneu en tachypneu: zegt iets over de frequentie van ademhaling
o Bradypneu: te trage ademhaling minder dan 10 AH/ minuut.
o Tachypneu: te snelle ademhaling meer dan 0 AH/ minuut.
Apneu: ademhalingsstilstand
Hyperpnoe en hypopnoe: zegt iets over frequentie en diepte.
o Hyperpnoe: patiënt ademt te snel en te diep.
o Hypopnoe: patiënt ademt te traag en oppervlakkig.
Ademhalingsarbeid
= de hoeveelheid inspanning dat je doet om de longen te ventileren. Dit is te
waarnemen door observatie van hulpademhalingsspieren.
Belangrijkste hulpademhalingsspieren
o mm. Sternocleidomastoideus.
o mm. Pectorales minores.
Afwijkende ademhalingspatronen
Gasping of agonale ademhaling
o Zware, snurkende, onregelmatige ademhaling. Het is een
inefficiënte respons van het ademhalingscentrum op hypoxemie.
Küssmaul-ademhaling
o Ademhaling met grote teugvolumes: diepe in- en uitademingen,
dieper dan men verwacht van een persoon in rust.
Cheyne-stokes-ademhaling: zeer regelmatige afwisseling van
tachypneu en apneu.
o Fase 1: diepte en frequentie nemen af (stopt soms).
o Fase 2: diepte en frequentie nemen sterk toe.
Küssmaul-ademhaling t.g.v. metabole ketoacidose
Bij metabole ketoacidose valt de patiënt terug op zijn energievoorziening op een
anaerobe verbranding van vetten i.p.v. aerobe verbranding van glucose. Door
deze soort vetverbranding komen er ketonen als restproduct.
, Ketonen: zuren die in oplossing makkelijk een waterstofatoom afstaan.
o In het menselijk lichaam worden deze gebufferd door bicarbonaat.
Waterstofatomen van ketonen binden hiermee waardoor
diwaterstofcarbinaat (koolzuur) ontstaat.
Conclusie: buffering van ketonen leidt tot een verhoogde koolstofdioxide
concentratie in het bloed.
o AH-centrum in medulla oblongata probeert de CO2-
concentratieverhoging tegen te gaan door de persoon dieper in- en
uit te laten ademen zodat CO2 zoveel mogelijk zal diffunderen van
bloed naar lucht.
Hierbij zakt de CO2 concentratie zelfs onder de normaalwaarde
o Normaalwaarde: 35-45 mmHg
o Respiratoir gecompenseerde metabole acidose.
Cyanose, jugulaire distensie, tracheale delineatie, assymetrie
Centrale cyanose
= blauwverkleuring van lippen, tong en mondmucosa. Het wijst op een ernstig
gedaalde zuurstofsaturatie van hemoglobine in erytrocyten.
Bedenkingen
o Cyanose wordt pas zichtbaar bij een daling van SpO2 onder 85%.
o Patiënten die een laag hemoglobinegehalte hebben vertonen geen
cyanose ondanks lage SpO2.
afwezigheid van cyanose wil niet zeggen dat de patiënt niet hypoxemisch is,
maar het wil zeggen dat de patiënt ernstig ziek is.
Vena jugularis distensie
= stuwing van vv. jugularis.
Dit kan wijzen op een spanningspneumothorax of ernstige astma.
o Lucht geraakt opgesloten tussen long en thorax.
Tracheale delineatie
= verschuiving van het mediastinum.
Mogelijke oorzaken
o Pneumothorax
o Hydrothorax
o Longfibrose
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serhatkl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.