Populatie/doelgroep (population): de groep mensen waarover je iets te weten
wil komen
Steekproef: de groep mensen die je effectief test of bevraagt
Onderzoeksvraag: de vraag die gedetailleerd beschrijft waarover jouw onderzoek
zich focust
Beschrijvende/descriptieve statistiek: de verkregen gegevens zeggen iets over
je steekproef, maar niet over de volledige populatie. Dit doe je op het moment dat
je het gemiddelde berekent, medianen berekent, grafieken maakt, …
Verklarende statistiek: de verkregen gegevens zeggen iets over de volledige
populatie
Generaliseerbaarheid: de mate waarin je de resultaten van je onderzoek kunt
toepassen op de volledige populatie
Representativiteit: de mate waarin je de respondenten uit een steekproef een
goede afspiegeling vormen van de doelgroep van je onderzoek
Variabele/veranderlijke: dingen die we kunnen meten/observeren bij onze
steekproef
Meetwaarden: MOGELIJKE uitkomsten van een variabele
Univariaat: je bekijkt 1 variabele
Bijvoorbeeld: Wat is je lievelingsdier? (kat, cavia of paard)
Bivariaat: je legt het verband tussen meerdere variabele/je bekijkt meerdere
variabele
Bijvoorbeeld: Wat is je lievelingsdier? (kat, cavia of paard) Woon je in Gent of niet?
(gent of buiten gent)
Rol: als je meerdere variabele onderzoekt spelen beide ook een rol
Afhankelijke variabele/veranderelijke (dependent variable): variabele die
afhangt van de andere variabele
Bijvoorbeeld: Zijn mensen die met de fiets naar het werk gaan fitter dan mensen die
met de auto naar het werk gaan? (fitheid = afhankelijke variabele (hangt af van af
van je vervoerswijze))
Onafhankelijke variabele/veranderlijke (independent variable): variabele die
niet afhangt van de andere variabele
Bijvoorbeeld: Zijn mensen die met de fiets naar het werk gaan fitter dan mensen die
met de auto naar het werk gaan? (vervoerswijze = onafhankelijke variabele (hangt
niet af van fitheid))
1
, Controle variabele/veranderlijke: alle variabele die niet in de onderzoeksvraag
zitten/die je eigenlijk niet interesseren, maar die je wel in je achterhoofd moet
houden omdat ze mogelijks een invloed hebben
Bijvoorbeeld: Zijn mensen die met de fiets naar het werk gaan fitter dan mensen die
met de auto naar het werk gaan? (leeftijd = controle variabele (leeftijd zal ook een
invloed hebben op de fitheid en de vervoerswijze die men kiest, maar dat is hier niet
het gene wat we onderzoeken/wat ons interesseert))
Verband/correlatie: de mate waarin variabelen elkaar beïnvloeden
Causaliteit: een verandering in een van de variabele waardoor er dan ook een
verandering optreedt in een andere variabele
Een onderzoeksvraag kan je opstellen via PICO.
PICO:
P = person
I = intervention
C = comparison
O = outcom
Bijvoorbeeld:
o Heeft een volwassen man, die lijdt aan kaalhoofdigheid (= person), bij het
drinken van groene thee (= intervention) meer kans op haargroei ter hoogte van
de schedel (= outcom) tegenover eenzelfde type man die geen groene thee
drinkt (= comparison)?
o Heeft een zwangere vrouw (= person) die alcohol drinkt tijdens de
zwangerschap (= intervention) meer kans om een kind te krijgen met een
hersenletsel (= outcom) ten opzichte van een zwangere vrouw die geen alcohol
drinkt tijdens de zwangerschap (= comparison)?
Hoe kan het dat je nooit de volledige populatie kunt bevragen?
populatie is te groot
je kan niet iedereen bereiken of niet iedereen wil mee doen
je kan niet in de toekomst kijken (soms behoren mensen vandaag nog niet tot je
populatie, maar morgen wel)
Bijvoorbeeld: iemand heeft vandaag zijn rijbewijs nog niet en morgen wel, …
Meetniveau’s:
nominaal
Nominaal (kwalitatief): je kan er niet mee rekenen en er zit geen volgorde
in.
Bijvoorbeeld: kleur, geslacht, …
ordinaal
Ordinaal (kwalitatief): je kan er niet mee rekenen, maar er zit wel een
volgorde in.
Bijvoorbeeld: aankomst wedstrijd, resultaten, …
interval
Interval (kwantitatief): je kan er mee rekenen, maar de schal heeft geen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JonieGoethals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.