De samenvatting gaat ENKEL over de neurocognitieve stoornissen, namelijk: dementie, delier en depressie. Ik heb dit gemaakt a.d.h.v. de leerdoelen.
Het onderdeel ‘diagnostische hulpmiddelen’ is niet samengevat!
GGZ BIJ OUDEREN – DEEL 2
Neurocognitieve stoornissen: dementie
Omschrijving: dementie
= hersenaandoening met cognitieve stoornissen als gevolg. Het wordt
gekenmerkt door verschillende symptomen waaraan verschillende oorzaken ten
grondslag kunnen liggen.
Het is een syndroom, geen ziekte!
Er zijn verschillende vormen van dementie
o Ziekte van Alzheimer
o Vasculaire dementie
o Frontotemporale dementie
o Dementie met Lewy-lichaampjes
o Mengvormen van bovenstaande
Naast deze cognitieve stoornissen treden bij dementie vaak ook
(neuro)psychiatrische symptomen.
o Ontregeling in stemming en gedrag: depressief, angstig,
achterdochtig, geagiteerd gedrag, wanen enz.
o Oorzaak: combinatie van biologische, psychologische en sociale
factoren en het ervaren van stress.
deze symptomen kunnen zowel voor de patiënt als voor de
mantelzorger zeer belastend zijn.
Anatomie en fysieke functies
Het brein
Er zijn een groot aantal hersengebieden actief betrokken bij simpele hersentaken.
Hersenen zijn dynamisch
o Er spelen diverse hersengebieden tegelijkertijd een rol in meer dan
één neuronaal circuit.
o Er zijn enkele afwijkingen in hersengebieden geïdentificeerd die
kenmerkend zijn voor een bepaald type dementie.
Bij aanvang van dementie treden er andere cognitieve functiestoornissen
op de voorgrond.
dementie is het gevolg van een opeenstapeling van uiteenlopende negatieve
gebeurtenissen of aandoeningen: bv. vasculaire schade, schade door een ernstig
ongeluk.
klinisch kenmerkende psychosociale gevolgen van het lijden aan
dementiesyndroom zijn groot.
Ziekte van Alzheimer
Oorzaak Onduidelijk
Pathofysiol Hersencellen sterven af door ophoping van eiwitten waardoor
ogie ze niet meer goed functioneren. Dit proces begint in de
hippocampus.
Kenmerken - Geleidelijke toename van functiestoornis
- Meestal vermindering van kortetermijngeheugen en
, oriëntatie
-
Later aantasting van langetermijngeheugen.
-
Stoornis in abstract denken en oordeelsvermogen
-
Problemen met taal
-
Problemen met handelen en/ of het herkennen van de
betekenis van voorwerpen.
Gevolg Niet meer in staat zijn om zelfstandig te functioneren in het
dagelijks leven.
Vasculaire dementie
Pathofysiologie
o Slechte doorbloeding in hersenen waardoor hersencellen beschadigd
raken en kunnen afsterven.
Kenmerken: afhankelijk van plaats en uitgebreidheid van doorbloeding.
o Het begint abrupter dan alzheimerdementie.
o De toestand verslechtert stapsgewijs.
o Er kunnen langer durende stabiele perioden zijn.
Frontotemporale dementie
= vooral op jonge leeftijd (40-65 jaar). Het begint met geleidelijke gedrags- en
persoonlijkheidsveranderingen.
Frontotemporale dementie wordt niet meteen herkend.
o De gedragsveranderingen staan op voorgrond: gezien de jonge
leeftijd worden ze vaak toegeschreven aan overspannenheid,
depressie en/ of relatieproblemen.
Lewy-bodydementie
Pathofysiologie
o Specifieke ophoping van eiwitten in hersencellen, de zogenaamde
lewy-lichaampjes.
Kenmerk: denk- en bewegingsstoornissen
o Stoornissen in uitvoerende bewegingen
o Stoornissen in aandacht- en concentratie
o Hallucinaties
Externe en persoonlijke factoren
Naast een falende brein zijn er nog andere factoren die een invloed hebben op
het functioneren van mensen met dementie.
Belevingskenmerken
= De manier waarop de persoon zelf veranderingen in zijn functioneren beleeft
en verwerkt.
De ziektebesef varieert van volledig tot wisselend en zelfs geen besef.
o Het is mogelijk dat er wel besef is, maar dat de patiënt geen enkele
emotie omtrent de ziekte vertoont.
Openhartigheid over verlieservaringen
Onafhankelijkheid en zelfwaardering
Sociale relaties en rollen
Levensgeschiedenis, persoonlijkheid en sociale omgeving
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller serhatkl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.