Een Nederlandse samenvatting van hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 8 t/m 13 (van H13 alleen 13.1, 13.2 en 13.6) van Learning Statistics with Jasp, Navarro (2019). De handmatige berekeningen en formules voor de statistiek zijn niet overgenomen in de samenvatting.
Navarro (2019) – Learning statistics with JASP
Hoofdstuk: 1, 2, 4, 5, 8 t/m 13 (alleen 13.1, 13.2 en 13.6)
Hoofdstuk 1: Why do we learn statistics?
Statistiek als een veiligheid of dubbelcheck.
Belief bias effect mensen neigen beïnvloed te zijn door de geloofwaardigheid
van conclusies (is iets logisch valide)
Argument is valide als de conclusie een logisch gevolg van de premisse is
‘valid argument doesn’t have to involve true statements’
Mensen gaan niet alleen uit van de logica van de argumenten, maar ook van wat
ze zelf weten.
Een sterk argument dat tegen al bestaande overtuigingen ingaat vindt slechts
46% een sterk argument. Van een zwak argument overeenkomstig met al
bestaande overtuigingen ziet slechts 8% dat het slecht is.
Conclusie = we kunnen niet uitgaan van ons instinct.
Simpson’s paradox statistische situatie waarin een trend of relatie wordt
geobserveerd tussen groepen die weer verdwijnt als de groepen worden
gecombineerd.
Bijvoorbeeld: in totaal worden er meer mannen toegelaten dan vrouwen, maar
per departement zijn er meer vrouwen dan mannen.
Statistiek wordt gebruikt als tool om te leren over je data.
Psychologie onderzoekt mensen met eigen gedachten of meningen.
Waarom zelf statistiek doen?
Verbonden met je onderzoek
Wetenschappelijke literatuur begrijpen wat doen mensen met hun data?
Statistiek is duur
Statistiek komt voor in het dagelijks leven (en gaat veel fout)
Hoofdstuk 2: A brief introduction to research design
Dataverzameling als measurement assigning numbers or labels to stuff
Operationalisatie = “The process by which we take a meaningful but
somewhat vague concept and turn it into a precise measurement”
Wat meet je precies?
Hoe bepaal je het?
Welke waarden?
Theoretical construct = ding waarvan je wilt meten, niet direct observeerbaar
Measure = methode of tool voor observaties
1
, Navarro, 2019 Tentamen 2 april 2024
Operationalisatie = de logische connectie tussen theoretisch construct en
measure.
Variabele = data waar we mee eindigen.
Scales of measurement:
Nominaal
o Geen relatie tussen de opties
o Bijvoorbeeld oogkleur: een blauw oog is niet beter dan een groen
oog
o Je kunt geen gemiddeldes trekken
o Volgorde van presenteren heeft geen invloed
Ordinaal
o Iets meer structuur
o Bijvoorbeeld: finishpositie in een race; je weet de volgorde, maar
niet het verschil tussen nummer 1 en 2, dit verschil is ook niet
consistent
o Wederom geen gemiddeldes mogelijk
Interval
o Geen natuurlijk nulpunt
o Bijvoorbeeld temperatuur in graden Celsius
o Het verschil is consistent
o 0 graden betekent niet dat er geen temperatuur is
o 20 graden is niet twee keer zo heet als 10 graden (?)
o Optellen en aftrekken is mogelijk, delen en vermenigvuldigen niet
Ratio
o Nulpunt is relevant
o Delen en vermenigvuldigen is mogelijk (en optellen en aftrekken
ook)
o Bijvoorbeeld reactietijd: 0 sec is geen tijd
Continue variabele = als je denkt aan twee waarden is
het logisch dat er een tussenin zit.
Discrete variabele = niet altijd iets er tussenin
Niet altijd zo concreet: Likertschaal = quasi-interval
Is het verschil tussen 2 en 3 even groot als tussen 3 en 4?
Geen antwoord van 2,5 mogelijk
Geen natuurlijke 0.
Betrouwbaarheid = hoe precies meet je iets, consistentie of repliceerbaarheid
(niet per se correctheid)
Validiteit = hoe accuraat is je meting
Test-retest reliability = over tijd: herhaling één dag later, hetzelfde antwoord?
Inter-rater reliability = across people: als iemand anders het doet, hetzelfde
antwoord?
Parallel forms = theoretically-equivalent measurements: andere weegschaal,
hetzelfde Antwoord?
Internal consistency = verschillende delen met gelijke functies geven
individuele delen gelijke antwoorden?
Betrouwbaarheid alleen betrekken waar je hetzelfde wilt meten
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Louise2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.