100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BOEK 1 DEEL 2 (H1-6) $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting BOEK 1 DEEL 2 (H1-6)

2 reviews
 45 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting recht en onderneming (TEW BA 1) Samenvatting van het tweede deel (hoofdstuk 1 t.e.m. 6) uit het eerste boek.

Preview 3 out of 16  pages

  • December 3, 2018
  • 16
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: davidvannoordenne2 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: tringasopi • 5 year ago

avatar-seller
Deel 2
Hoofdstuk 1: grondprincipes van de staatsorde
De rechtstaat
Rechtstaat houdt in dat de staat er in de eerste plaats is om de burger te dienen. Het stelt de
belangen, fundamentele rechten en vrijheden van de burger veilig. De rechtsregels gelden niet alleen
ten aanzien van de burger maar ook ten aanzien van de staat.
Bv. recht van vrije meningsuitng, vrijheid van vereniging, …

! landen die een rechtstaat zijn blijven dit niet  wanneer de rechten niet worden nageleefd wordt
het een dictatuur
Bv. nazi’s in Duitsland

MAAR natonale grondweten bleken niet sterk genoeg  Europees verdrag ter bescherming v.d.
rechten v.d. mens = internatonaal verdrag (gesloten binnen de raad v.d. E.U.)

De wetstaat
Men stelde vast dat burgerlijke vrijheden enkel gegoede burgers bereiken. De armen kunnen zonder
stemrecht geen gebruik maken van de liberale vrijheden.

Idee: wetstaat moet zwakke burgers beschermen en streven naar meer gelijkheid.
Bv. via wetgevingen de rijkdom verspreiden over iedereen (= herverdelingssysteem)

De overheid neemt een regulerende rol is en vaardigde een dwingende wetgeving uit
Bv. socialezekerheidsrecht, fscale subsidiëring van onderwijs en huisvestng
 Bijdragen via belastngen (om natonaal inkomen te herverdelen)

! Een absolute wetstaat zou geen goed doel zijn want dan zou de rechtstaat in verdrukking geraken
door een overvloed aan wetgevingen.

De 3 staatsmachten

MACHT Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
BEVOEGDHEID - Maakt algemene - Zorgt voor het bestuur van - Past de wetgeving toe
regels/ wetgevingen de staat - Beslecht geschillen
 beheert staatsapparaat
INSTELLING - Uitgeoefend door - Uitgeoefend door Koning en - Uitgeoefend door diverse
verkozen Parlement de Regering rechtscolleges
en d Koning (hoven en rechtbanken)

Het is belangrijk om die 3 machten te scheiden anders zouden we uitgroeien tot een dictatuur en corrupte.

De 3 staatsmachten beïnvloeden elkaar en controleren elkaar. Ze zijn voldoende afankelijk van elkaar
maar werken toch samen.
Bv. U.M. controleert R.M. want de rechters van de R.M. worden benoemd door U.M.

! de Koning heef een dubbele functe

Democratisch beginsel
Het democratsch beginsel houdt in dat de W.M. ligt bij de gekozenen van het volk.
Deze democratsch verkozen organen hebben volle bevoegdheid, wat wil zeggen dat zij op hun
niveau de volledige macht uitoefenen (tenzij anders bepaald).

Uitzondering op deze regel = Europees parlement (= democratsch defcit) want moet samenwerken
met Raad van Ministers (van 28 lidstaten) (geen volwaardige democrate)

,Hoofdstuk 2: de supranationale rechtsorde
Van EEG naar E.U. (p21-22)
1. 1957: EEG
Idee: samenwerking tussen West-Europese lidstaten enkel op economisch vlak
(Bedoeling: later ook politeke eenheid maar dit gebeurde nooit)
De samenwerking werd wel uitgebreid, waardoor het verdrag aangepast moest worden

2. EG

3. E.U.
De doelstellingen blijven vooral economisch maar zijn nu ruimer gedefnieerd.
De verruimde samenwerking op beleidsdomeinen werd vastgelegd in verdragen
Bv. milieu, …
Bevat 28 lidstaten (V.K. gaat E.U. verlaten) (lidstaten niet kennen)
Uitvoeren van verdrag verloopt moeizaam omdat lidstaten meer en meer bevoegdheden
moeten overdragen aan E.U. (niet gewenst door velen).

De politieke instelling van de E.U.
1. Het Europees parlement
Het Europees Parlement bestaat uit rechtstreek verkozenen (een aantal vertegenwoordigers per land)

! Heef maar beperkte bevoegdheden want het is den dele slechts een adviserend orgaan. Beslissingen
moeten samen met de Raad van ministers gemaakt worden.

Met het Verdrag is het aantal gebieden waarover het parlement medebeslissingsrecht kan uitoefenen,
fors toegenomen. (Bv. op gebied van landbouw migrate en politezaken)

! belangrijke bevoegdheid van E.P.: goedkeuren van begrotngen (bepalen dus het werken van anderen).

2. De Raad van de Europese Unie
De Raad van de Europese unie is het belangrijkste beslissingsorgaan van de E.U.

Bestaat uit de ministers van alle 28 lidstaten (welke minister?: afankelijk van welk dossier er op tafel ligt)

Welke minister precies gaat voor zijn/haar onderdeel wordt beslist met een gekwalificeerde stemming
(elk land krijgt een bepaald aantal stemmen naar gelang inwonersaantal)

Er is ook 1 basisraad en die bestaat uit alle ministers van buitenlandse zaken

Deze hebben een belangrijke functe: raad = het beslissingsorgaan (maar is defcit)

3. Europese raad
De Europese raad is de politeke top van de E.U. die de grote beleidslijnen uitekent

Bestaat uit de staats-en regeringsleiders van de 28 lidstaten samen met de voorziter van de
Europese Commissie (nu: Juncker)

4. Europese Commissie
De Europese Commissie is de spil van de Europese administrate en is een permanent orgaan.
Neemt wetgevende initateven op Europees vlak. De Raad v.d. E.U. bekrachtgt de initateven.

De leden worden aangeduid door de lidstaten, maar zijn volledig onafankelijk van hun land van
oorsprong.
Er zijn 28 commissarissen: voor elke lidstaat 1, elke commissaris heef een andere bevoegdheid.
! Ze verdedigen niet de belangen van hun lidstaat maar verdedigen de Europese belangen

, De Europese Commissie is collegiaal verantwoordelijk tegenover het Parlement.

5. De Hoge Vertegenwoordiger
Nu: Mogherini

Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid samengevoegd met
Eurocommissaris voor Buitenlandse Betrekkingen.

Behartgd de buitenlandse belangen van de E.U.

Is ook lid van de Europese Commissie

6. Europese wetgeving en normen
Bronnen:
1. Verdragen waarop E.U. gestoeld is
Belangrijk: Verdrag inzake werking van de E.U.
Bv. kartelrecht, mededingingsrecht, posite op de markt niet misbruiken, …
!! de verdragen zijn de top van de wetgeving: andere weten moeten overeenstemmen met
de Europese wetgeving
2. Verordeningen
! Zijn echte Europese weten die gedetailleerd algemene verplichtngen opleggen.
Doelgroep: Heef geen directe bestemmeling, heef gelding in de hele E.U.
3. Richtlijnen
Een richtlijn bevat doelstellingen en laat lidstaten in bepaalde gevallen vrij om een aantal
afwijkingen te voorzien of geef natonale instantes ruimte om de vorm en de inhoud van de
regels te bepalen. De middelen om het doel te bereiken mogen zelf gekozen worden.
Doelgroep: Gericht aan lidstaten
Heef altjd een uitvoeringsdatum! (omzeingstermijn = gem. 2jaar)
Richtlijnen worden gebruikt voor harmonisate van natonale wetgevingen (zodat in alle
lidstaten de wetgeving voor een bepaalde problematek hetzelfde is)
Bv. Merkbescherming
4. Besluiten
Besluiten worden gericht aan bepaalde personen, ondernemingen of instellingen en is
verbindend in al haar onderdelen.
Eigenheid: een individueel probleem wordt opgelost
Doelgroep: kan gericht zijn aan:

Een lidstaat Een partculier
Bv. Land verleent toch staatssteun Bv. Kartelrecht
(ondanks verbod) Toch een verboden prijsafspraak gemaakt
Besluit dus een bedrijf toch te redden  Als het bewezen kan worden: verbod +
(veel werknemers e.d.) onder vorm van boete wordt opgelegd door overheid (via
partcipate (overheid ojobi in een besluit)
onderneming)  Dit kan wel juridisch aangevochten worden
 Terugvordering staatssteun via
besluiten
(= norm die wordt uitgevaardigd en
verplicht is)

5. Aanbeveling
Een aanbeveling heef geen bindende kracht.
Met een aanbeveling wordt een gedragslijn voorgesteld zonder juridische plichten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student269315. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (2)
  Add to cart