100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Recht, eerste kwartiel. $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Recht, eerste kwartiel.

 74 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Inleiding Recht, eerste jaars Integrale veiligheidskunde.

Preview 2 out of 13  pages

  • No
  • H1,9,12,2
  • December 4, 2018
  • 13
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Recht – deeltoets 1
1. Privaatrecht <-> publiekrecht
2. Materieel recht <-> formeelrecht
3. Dwingend recht <-> aanvullend recht
4. Objectefrecht <-> subjectef echt

Privaatrecht = relate burgers onderling
Publiekrecht = verhouding overheid en burger

De regels voor overheid is hetzelfde als voor burgers op het gebied van kooprecht. Is
geregeld door privaatrecht -> de overheid kan dus als burger handelen.
Bijv.: ondernemingsrecht, overeenkomst.

Publiekrecht = de overheid handelt vanuit gezagsverhouding. Zij hebben andere rechten dan
burgers. Bijv.: staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht.

Nederland is een constittonele arlemeniaire democratee
Consttute = grondwet
Democrate = volk heerst, stem
Parlement = heeft volk gekozen. Wij mogen meebeslissen.

2. Materieel recht = inhoudelijke rechten en plichten. Geboden en verboden.
Formeel recht = regels als mensen zich niet aan materieel recht houden. Procedureregels,
hoe verkrijg ik mijn recht?

3. Dwingend recht = daar heb je je aan te houden. Mag de burger niet van afwijken.
Aanvullend recht = recht waarvan afgeweken mag worden.
Dit valt beide onder materieelrecht.

4.Objectef recht = zijn alle rechtsregels die vandaag gelden.
Subjectef recht = gekoppeld aan een bepaald persoon/ bedrijf.

Functies van het recht
1. Normateve functe. Gedragsregels waar iedereen zich aan moet houden.
2. Geschil oplossende. Rechterlijke organisate die oordeelt of iemand moet worden
gestraft.
3. Additonele. Biedt een rechtsregel als partjen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken.
4. Instrumentale. Zo doen wij het en niet anders – rechter.

Privaatrecht bestaat uit personen- en familierecht (geboorte, huwelijk, adopte etc.) en
ondernemingsrecht. En uit het vermogensrecht (alles wat te maken heeft met geld) en het
voorvloeiende burgerlijk procesrecht. Burgers mogen procederen als iemand schuld
ontkent.


1

, Publiekrecht
1. Strafrecht
2. Staatsrecht
3. Bestuursrecht.

Bij het strafrecht bezit de staat een monopolie posite. lleen het OM kan tot vervolging
overgaan bij strafare feiten.

Wetten met betrekking tot het staatsrechtg
1. Staatsrecht
Regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de invloed die
de burgers daarop kunnen uitvoeren.
2. Grondwet. Hier staan de basisregels van ons staatsbestel opgesomd.

Wetten met betrekking tot het bestuursrecht
1. lgemene wet bestuursrecht. Wet hoe je moet procederen.
2. Bestuursrecht. Heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om op te
treden ten aanzien van de maatschappij.

Wie zijn wetgevers?
1. Natonale wetgever. Regering enerzijds en anderzijds staten generaal (1e en 2e
kamer)
2. Decentrale wetgevers. Provinciaal en gemeentelijk niveau. Regels in de gemeente
gemaakt wordt verordening genoemd.
3. Andere instantes. Denk aan de SER of waterschappen.

Regels tussen wetgevende organen
1. Hoog boven laag
2. Bijzonder boven algemeen
3. Jong boven oud

Wet in formele zin = wet die tot stand is gekomen door de regering en de staten generaal.
Staat wet voor.
Wet in materiele zin = ieder besluit dat gericht is tot een onbepaald aantal en dus niet bij
name genoemde personen. Dit besluit moet natuurlijk afomstg zijn van een daartoe
bevoegd overheidsorgaan. Ook wel algemene regels.
Formeel recht = procesrecht (inhoudelijke regels te handhaven)
Materieel recht = rechten burgers en overheid (rechten en plichten)

Verdrag = een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten.
Bilateraal verdrag = tussen twee staten.
Multlateraal verdrag = tussen meerdere staten.

Jurisprudente = rechtspraak vonnis, wordt gegeven door de rechtbank.
Arrest = door het gerechtshof en de Hoge Raad.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femkevl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  1x  sold
  • (0)
  Add to cart