Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
Hiiii allemaal, Ik heb een samenvatting gemaakt voor het vak SWK7 'Orthopedagogiek'. Ik had een 8. Alle informatie die ik heb gebruikt komt grote deels uit de hoorcolleges en paar dingen uit de boeken. Ik heb alles zo helder mogelijk opgeschreven en voorzien van verschillende voorbeelden en afbeeld...
Het verslag bestaat uit:
- Samenvatting over de 13 hoorcolleges
- Belangrijke begrippen
- Voorbeelden
- Punten groen benoemd wat mogelijk in het tentamen komt
- Afbeeldingen
- 100 multiple choice oefenvragen + antwoorden op de laatste
Blz.
1
,Inhoudsopgave
Normaal en niet-normaal .................................................................................................................. 3
Voeding- en eetstoornissen bij jonge kinderen ........................................................................ 10
Gehechtheid en hechtingsstoornissen....................................................................................... 13
Autismespectrumstoornissen ....................................................................................................... 20
ADHD.................................................................................................................................................... 26
Taal-, spraak- en leerstoornissen ................................................................................................. 33
Agressie en gedragsstoornissen ................................................................................................. 41
Angst en angststoornissen ............................................................................................................ 48
Trauma en PTSS................................................................................................................................ 54
Stemming en stemmingsstoornissen ......................................................................................... 61
Slaapstoornissen en slaapproblemen ........................................................................................ 67
Middelengebruik en middelenmisbruik ...................................................................................... 73
Eten en eetstoornissen ................................................................................................................... 79
Oefententamen .................................................................................................................................. 88
2
, Normaal en niet-normaal
Wat is ontwikkelingspsychopathologie?
“In de ontwikkelingspsychopathologie wordt het ontstaan en beloop van psychische stoornissen
onderzocht”
• Belangrijk daarbij is dat we altijd ‘ontwikkelingsopgaven’ van kinderen als uitgangspunt nemen. Een
jonger kind hoeft nog niet het zelfde te kunnen als een ouder kind.
• Een dynamisch gezichtspunt. Het wilt niet zeggen dat je er met een stoornis er evenveel maten last
van hebt. Een kind met dyslexie heeft bijvoorbeeld tot groep 3 er nog geen last van, want dan hoef je
nog niet te lezen.
• Vroeger en nu. Denk aan een hechtingsproblematiek, hier kan je later last van krijgen.
• Een uniek individu met unieke ervaringen (kind-, gezins- en maatschappijfactoren)
Classificatie
Classificatie betekent: het is een ander woord voor stoornis. Classificatie betekent onderscheid
maken en indelen. Zoals onderscheid tussen allerlei soorten organismen, of grazers, of psychische
stoornissen (zie onderstaande foto’s). Zo kan je ook alle psychische stoornissen onder verdelen in
categorieën.
DSM-classificatiesysteem
Wat bij onder verdelen gebruikt wordt is het DSM-classificatiesysteem. DSM: Diagnostic and
Statistical Manual of Mental Disorders. Het is een groot handboek voor psychiaters waar alle
stoornissen vermeld staan.
• Het is een internationaal gebruikt handboek, maar het wordt uitgegeven door The American
Psychiatric Association. Dit houdt in dat het een wat meer Westers georiënteerd boek is.
• Indeling van gedrag op grond van (uiterlijke en innerlijke) kenmerken. Bij innerlijke kenmerken
moet je denken aan wat je van binnen voelt zoals angst. Uiterlijke kenmerken moet je denken aan
wat je ziet aan het gedrag zoals agressief gedrag.
• Het basisprincipe is beschrijving. Het is een beschrijving van hoe zon stoornis eruit ziet.
• DSM-5 is een classificatiesysteem, ook al lijkt het dat met de titel ‘diagnostisch
handboek’ wordt bedoeld. De titel is niet helemaal lading dekkend.
• Een andere omschrijving van ‘classificatie’ is herkenning.
3
,DSM-systematiek
DSM werkt traditioneel met vaststellen van wel of geen stoornis.
• Je hebt het of je hebt het niet.
• Een beetje een stoornis hebben kan volgens DSM niet.
Dimensioneel denken
Dimensioneel denken betekent dat je problemen bekijkt vanuit verschillende invalshoeken of
perspectieven. In DSM-5 (de laatste DSM) wordt voor het eerst onderscheid gemaakt in: lichte,
matige of ernstige vormen van een stoornis. Hoe meer symptomen: hoe ernstiger de stoornis.
Verschillende soorten DSM
Rond 1950 is de eerste DSM
ontstaan. Toen werden er
ongeveer 106 stoornissen
onderscheiden. In de DSM-5
staan er al ruim 300 stoornissen.
Differentiaaldiagnose en comorbiditeit
Bij het vaststellen of een kind een psychische stoornis heeft, spelen tegelijkertijd nog 2 vragen:
• Hoe zeker ben ik van mijn zaak? Welke andere stoornissen lijken erop...... en kan ik die op grond
van argumenten uitsluiten? Dit noem je de differentiaaldiagnose.
• Welke andere problemen of stoornissen gaan vaak samen...... met de stoornis die ik heb
vastgesteld? Dit noem je comorbiditeit.
Differentiaaldiagnose
Zeker zijn van je zaak is heel belangrijk!
Het niet vaststellen van een stoornis, de verkeerde stoornis vaststellen, ten onrechte een stoornis
vaststellen: kan grote negatieve gevolgen hebben voor het kind en zijn gezin.
• Overlap tussen stoornissen. Bij verschillende stoornissen kan je dezelfde kenmerken tegenkomen.
• Secundaire problemen. Problemen die kunnen voorvloeien uit een stoornis. Denk aan een kind met
ADHD die veel negatieve feedback uit de omgeving krijgt, er is kans dat hij ook gedragsproblemen
daardoor ontwikkelt. Het hoort niet bij de stoornis, maar ontwikkelt zich vanuit de stoornis.
Comorbiditeit
Zeker bij kinderen en jeugdigen eerder regel dan uitzondering.
• Een kind met slechts één psychische stoornis is uitzonderlijk.
• Denk ook aan comorbiditeit met lichamelijke problemen en sociale problemen.
Een voorbeeld is ADHD: gaat vaak samen met o.a. gedragsstoornis, depressie en angststoornis.
4
, Diagnostiek
1. Waarom heeft dit kind deze klachten op dit moment van de ontwikkeling gekregen?
2. Waarom blijven juist deze problemen en klachten bestaan?
3. Wat zegt het over dit kind en het gezin dat deze problemen zijn ontstaan en blijven bestaan?
• Gebaseerd op theorie en interpretatie.
• Eerste stap naar hulpverlening.
Het is een voorwaardelijke stap: ná diagnostiek volgt (eventueel) hulpverlening
Samengevat
Classificatie: Wat is er aan de hand?
Diagnostiek: Waarom en hoe is dat zo gekomen?
Risico cirkelredenaties
Classificatie ‘ADHD’ is samenvatting van:
• Druk gedrag
• Moeite hebben met volgehouden aandacht
• Impulsiviteit (mits niet gevolg van: ziekte, drugs, depressie, angst, etc.)
Vraag: ‘Waarom is hij zo druk?
‘Hij is zo druk en impulsief omdat hij ADHD heeft’ = ‘Hij is zo druk en impulsief omdat hij zo druk en
impulsief is’
Hulpverlening
Drie factoren vergroten de kans dat er een beroep gedaan wordt op hulpverlening:
1. De ernst van de problemen. Hoe ernstiger de problemen hoe sneller mensen geneigd zullen zijn
om daar hulp voor te zoeken.
2. De leeftijd van een kind (hoe ouder, hoe eerder). Dat heeft te maken met hoe jonger kinderen zijn
is er nog zoveel variatie in wat kinderen laten zien. Dat je nog moeilijk onderscheidt kan maken of
iets normaal is en over gaat of dat het echt een probleem is.
3. De combinatie van kind problemen en gezinsproblemen.
Bepalen van de ernst
• Criterium 1: als iets afwijkt van het gemiddelde.
• Normaal – abnormaal als statistische norm (gemiddelde van kwantitatieve gegevens is de norm)
bijvoorbeeld het aantal woordjes dat een kind op een bepaalde leeftijd leest. Zegt nog niets over dat
er iets mis is of dat er iets gedaan moet worden!
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anikevlaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.