Deze samenvatting is een samenvatting van de colleges, de benodigde hoofdstukken in het boek, de artikelen en er is een extra overzicht van theorieën en programma's
Hoofdstukken
Hoofdstuk 1 Hoe wordt misdaad benaderd en begrepen vanuit de
psychologie?
Moral reasoning theory: de manieren waarop individuen redeneren over hun
gedrag met betrekking tot morele situaties en hoe ze dit goed praten
Kohlberg en Gibbs: misdaad kan moreel goed gesproken worden volgens elk van
de volgende fases:
1. Misdaden gerechtvaardigd als straf ontweken kan worden
2. Misdaden gerechtvaardigd als voordelen groter zijn voor individu dan
nadelen
3. Misdaden gerechtvaardigd als persoonlijke relaties behouden kunnen
worden
4. Misdaden gerechtvaardigd als het de samenleving in de hand houdt
Hostile attributional bias: ambigue gebeurtenissen of sociale interacties
worden als vijandig gezien
Crick en Dodge: model van zes stappen hoe individuen de wereld waarnemen en
info verwerken:
1. Coderen van sociale aanwijzingen
2. Interpretatie van de situatie
3. Helderheid van doelen/uitkomsten
4. Constructie van mogelijke responsen
5. Keuze van respons
6. Uitvoeren van respons
De cognitieve gedragstheorie over geweld richt zich op interne processen
van geweld, zoals de hostile attributional bias en het gebrek aan empathie, en
hoe deze processen leiden tot agressie.
└> sociale factoren zoals familiestructuur en ervaringen met geweld tijdens jeugd
spelen ook een rol
Schade aan frontale/temporale kwabben kunnen invloed hebben op agressie
Verklaringen voor:
- Huiselijk geweld: vanuit het perspectief van vrouwen, waarbij
machtscontrole door mannen en sociale leertheorieën een rol spelen.
- Seksuele misdaden:
o Finkelhor's preconditionele model
o Quadripartite model van Hall en Hirschmann
o Pathway model van Ward en Siegert
- Andere seksuele misdaden zoals verkrachting :
o Malamuth en zijn collega's
o Ward en Beech's geïntegreerde theorie
o Marshall en Barbaree's brede theoretische benadering
4 categorieën voor brandstichting:
1. Brandstichting geassocieerd met mentale stoornissen
, a. Schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen, depressie
2. Brandstichting geassocieerd met medische of biologische stoornissen
3. Jongeren die dingen in de brand zetten
4. Brandstichting niet geassocieerd met psychobiologische factoren
a. Door verkrijgen van winst, roem, misdaad verbergen of vandalisme
Actus rea: misdaad hebben begaan (schuldige actie)
Mens rea: misdaad begaan wetend dat het slecht was en tegen de wet
(schuldige mind)
Iemand met een bepaalde stoornis heeft soms geen mens rea
Invloed van bepaalde stoornissen op criminaliteit:
- Schizofrenie: problemen met perceptie, affectie, gedachten, acties; 3
verklaringen
1. Schizofrenie veroorzaakt overtredingen; misdadig gedrag komt door
hallucinaties en paranoïde ideeën van het individu
2. Schizofrenie is een consequentie van misdaden
3. Schizofrenie correleert met overtredingen en hebben een gezamenlijke
oorzaak
- Depressie: major depressie vs. bipolaire depressie
- Major depressie: verdriet, gevoelens van schaamte, schuld, moeheid,
minder eetlust en suïcidale gedachten
- Bipolaire depressie: afwisselingen van manie en depressie
- Misdaad door depressie vs. depressie door misdaad vs. geen correlatie
- Intellectuele gebreken: IQ van max 70 + slecht sociaal functioneren
- Gecorreleerd, maar niet duidelijk
- Groep 1: milde intellectuele gebreken uit achtergestelde gezinnen
(homogene groep)
- Groep 2: begaan minder misdaden, wel gevaarlijkere (heterogene groep)
- Persoonlijkheidsstoornissen: stoornis hoe individu aan zichzelf, anderen en
omgeving relateert
- Meeste gevangenen hebben antisociale persoonlijkheidsstoornis, daarna
meest voorkomend is paranoïne persoonlijkheidsstoornis
- Kenmerken geassocieerd met misdaad: emotionele instabiliteit, onzekere
binding, depressiviteit, vijandigheid, impulsiviteit en weinig empathie
- Psychopaten: weinig schuldgevoel, impulsief, ontverantwoordelijk, leugens,
manipulatie, charme en onvermogen om te leren van eigen ervaringen
,Hoofdstuk 2 Wat zijn de dominante theorieën in de ontwikkelings- en
levensloopcriminologie?
Ontwikkelingscriminologie en levensloopcriminologie hebben voornamelijk
betrekking op 3 onderwerpen:
1. Ontwikkeling van misdaden begaan en van antisociaal gedrag
2. Invloed van risicofactoren op verschillende leeftijden
3. Effecten van levensgebeurtenissen op ontwikkeling
Antisociale geneigdheid: hoe erg iemand neigt naar antisociaal/misdadig
gedrag; in hoe verre iemand zichzelf heeft aangeleerd om egoïstisch, agressief of
manipulatief te handelen
└> factoren: lage cognitieve vaardigheden, prosocialiteit, lef, negatieve
emotionaliteit
Levensloop consistente antisociale mensen: op jonge leeftijd verkeerd
gedrag, aanhouden tot later
└> Aanmoedigende factoren: cognitieve tekortkomingen, hyperactiviteit, slecht
temperament, tienerouders, slecht functionerende families, armoede, lage
sociaaleconomische status
Belangrijkste is maturity gap: niet in staat zijn om volwassen beloningen te
krijgen tijdens tienerjaren
Adolescentie gelimiteerde antisociale mensen: korte criminele tijd in
tienerjaren
3 belangrijkste factoren voor antisociaal gedrag:
Sampson en Laub dachten dat de belangrijkste factoren voor antisociaal gedrag
binding met familie, leeftijdsgenoten, school en later huwelijken waren
Psychologische theorieën voor misdadig gedrag:
- Verstoorde aanhechting: warme liefdevolle relaties met moeder belangrijk
voor ontwikkeling kind
- Gebroken huis: kinderen die gescheiden worden van een ouder hebben
grotere kant op crimineel gedrag; conflict tussen ouder lijkt grotere rol te
spelen dan gebroken gezin zelf
- Persoonlijkheidstheorie: crimineel gedrag komt voort uit onderontwikkeld
geweten tijdens jeugd, gekoppeld aan trekken als impulsiviteit en
psychoticisme
- Sociaal leren theorie: belonen en straffen van ongewenst gedrag
beïnvloedt ontwikkeling
- Levensstijl theorie: criminele levensstijl door hedonistische motivatie,
zoeken naar spanning en defensieve reacties
Integrated cognitive antisocial potential (ICAP): biedt verklaring voor
crimineel gedrag (vooral onder mannen uit lagere klasse). Centrale concept is het
antisociaal potentieel (AP) dat varieert van laag tot hoog en wordt beïnvloed door
, verschillende factoren als ADHD, lage intelligentie, familiecriminaliteit, armoede
en opgebroken families
└> overtredingen gezien als interactie tussen individu en omgeving
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmourmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.51. You're not tied to anything after your purchase.