100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Understanding Pragmatics - samenvatting $7.08   Add to cart

Summary

Understanding Pragmatics - samenvatting

4 reviews
 184 views  21 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting van Understanding Pragmatics helpt om het boek beter te begrijpen. De samenvatting laat zien wat belangrijk is in ieder hoofdstuk. Voor het gemak wordt het in het Nederlands uitgelegd, maar de belangrijke termen staan in het Engels tussen haakjes zodat je de juiste begrippen leert...

[Show more]

Preview 4 out of 56  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h4, h5
  • December 6, 2018
  • 56
  • 2018/2019
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: joranswart • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Vivianpoort • 4 year ago

review-writer-avatar

By: theowoudstra • 4 year ago

Translated by Google

Comprehensive and helpful because it is a Dutch translation of an English edition

review-writer-avatar

By: pstapel • 5 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1: pragmatiek en fiosofe
Wat we doen als we spreken en wat we eigenlijk bedoelen.

1.1 Introductie
Fiiosofe bestudeert hoe we onze wereid en onze ievens interpreteren ais zinvoi. Nog
aigemener: hoe we betekenis genereren. Taai is daarbij een beiangrijk huipmiddei. Je
bestudeert in de taaikunde (iinguistics) hier hoe sprekers taai gebruiken om specifeke
betekenissen te genereren in bepaaide contexten. Op dat punt ontmoeten fiosofei
semantiek en pragmatiek eikaar.

1920-‘30: Fiiosofen en wiskundigen in Wenen en Beriijn beweerden dat een zin zinloos
is tenzij de waarheidscondities kunnen worden getest. Dus: tenzij formeie en
iogische anaiyses van deze zin een uitkomst bieden op de vraag onder weike
voorwaarden de zin waar of onwaar is. Zinnen moeten dus verifeerbaar zijn, anders
zijn ze niet zinvol.

Dit standpunt impiiceert dat de meeste zinnen die gewone sprekers in de dageiijkse
verbaie interactie producereni zinioos zijn. Dit 'logisch positivisme' (iogicai positivism)
werd overgenomen door fiosofen ais Aifred J. Ayer die iogisch gedragi positivisme en zijn
'verifcatiekunde theorie van betekenis' propageerde.

1945-‘70: Fiiosofen van Oxford wantrouwden het iogische paradigma van deze formeie
semantiek. Ze toonden aan dat dit paradigma niet goed om kan gaan met verschijnseien
zoais:

- Anafora (anaphora) (dat wii zeggen: het gebruik van een woord dat verwijst naar
een eerder gebruikt woord om herhaiing te voorkomeni bijvoorbeeid de
voornaamwoorden hiji het en zij)i
- Vooronderstellingen (presuppositions) (dat wii zeggen: informatie die ais
vanzeifsprekend wordt beschouwd tussen sprekende sprekers) en
- Taalhandelingen (speech acts) die piaatsvinden in een gewonei natuuriijke taai.

Onder deze geieerden waren John Austini John Searie en H. Paui Grice.

1.2 Taaihandeiingen theorie (speech act theory) van John Austin
In dit gedeeite toont Austin het verschii aan tussen beweringen en uitspraken
(utterances). Hiernaar verwijst hij met de term constatieven (constatives) en
performatieven (performatives) waarmee iets wordt gedaan.

Constatieven: zinnen die gereiateerd zijn aan een uiting die in staat is om waar of niet
waar te zijn.
Performatieven: andere uitspraken.

Austin ziet taai ais actie. Austin maakt een onderscheid tussen:

- Locutions: spraakhandeiingen die betekenis hebben;
- Illocutions: spraakhandeiingen die een bepaaide kracht hebben;
- Perlocutions: spraakhandeiingen die bepaaide efecten bereiken.

1.2.1 Constatieven versus performatieven
De taaifiosofe van John Austin behandeit vormen van gebruik van de gewone taal. Hij
vindt dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de betekenis die wordt
uitgedrukt door een uitspraak en de manier waarop die uitspraak wordt
gebruikt. Daarnaast vindt hij dat een uitspraaki van weike aard dan ooki kan worden
beschouwd ais een handeiing.

1. Ik noem dit schip de Queen Eiizabeth.


Pagina 1 van 56

, 2. Ik wed dat Six Pence Furyi de zwarte hengsti de race wint.
3. Mijn dochters naam is Frauke en mijn zoon heet Sebastian.
4. We wonen in een kiein provinciestadje in het noordwesten van Duitsiand.

De eerste twee zinnen zijn deciaratieve zinnen (deciarative scentences). Hierin wordt iets
gedaan of iets gezegd ais een performatieve zin: ze worden gekenmerkt door
werkwoorden in de eerste persoon enkeivoud tegenwoordige tijd (verbs in the frst person
singuiar present indicative active). De actie wordt dus door de spreker zeif uitgevoerd. De
zin voert dus een handeiing uit; deze uitspraak is dus niet waar of onwaar (performative
verbs).

Zinnen 3 en 4 zijn beweringen en uitspraken. Dit zijn constatieve zinnen: hier wordt
iets gezegd wat waar of onwaar kan zijn.

Hoewei Austin steit dat performatieven niet waar of onwaar kunnen zijn omdat de vraag
niet reievant isi wijst hij erop dat performatieven aisnog fout kunnen gaan. Bijvoorbeeid
ais je zin 2 pas aankondigt nadat de race voorbij is. Austin noemt dit een ‘ongeiukkig
voorvai’. Performatieven moeten dus voidoen aan ten minste de voigende zogenaamde
‘geiuksomstandigheden’ (feiicity conditions):

A. (i) Er moet een conventioneie procedure (conventionai procedure) zijn met een
conventioneei efect. (Conventioneei is voigens de gewoonte).
(ii) De omstandigheden en personen moeten passend zijni zoais gespecifceerd in
de procedure.
B. De procedure moet (i) correct en (ii) voiiedig worden uitgevoerd.
C. Vaak (i) moeten de personen de vereiste gedachteni gevoeiens en intenties
hebbeni zoais gespecifceerd in de procedure.
(ii) Ais consequent gedrag wordt gespecifceerdi dan moeten de reievante partijen
dat ook doen.

Austin geeft voorbeeiden van situaties waarin niet aan deze voorwaarden wordt voidaan:

A. (i) Stei dat er een getrouwd stei is en beiden zijn christen. Ais de man tegen zijn
vrouw zegt: 'Ik wii scheiden’i dan gebeurt dat niet. Ais dit echter bij een
mosiimkoppei zou piaatsvindeni dan zou dat stei wei scheiden.
a. (ii) Stei dat een dominee een baby 'Aibert' doopt in piaats van 'Aifred'.

B. (i) Stei dat een man ‘mijn huis’ zegt ais hij er eigeniijk twee heeft en de context
iaat niet zien weik huis hij bedoeit.
b. (ii) Stei dat de bruidegom een poging doet om ‘ik wii’ te zeggen op zijn trouwdagi
maar de bruid zegt ‘ik niet’ dus het misiukt.

C. (i) Iemand wordt om advies gevraagd en geeft opzetteiijk siecht advies.
c. (ii) Iemand beiooft iets zonder de intentie om de beiofte na te komen.

Austin noemt A en B ongeiukkigheden (infeciiities) die zo zijn omdat de handeiing voor
het uitvoeren daarvan niet wordt bereikt. Hij noemt dat misfres. Bij C gaat het om
opzetteiijke overtredingen. De handeiing is dus gehaaid maar is opzetteiijk
tegengehouden. Hij noemt dat abuses.

Constatieven worden ook beïnvioed door feiicity conditionsi bijvoorbeeid uitspraken die
verwijzen naar iets wat niet bestaat.

1. De kat is op de mati maar ik geioof niet dat dat zo is.

Denk aan voorbeeid C (i): dit is niet de waarheid.

2. Frankrijk is zeshoekig.



Pagina 2 van 56

,Dit is niet waar of onwaari het is gewoon een 'ruwe beschrijving'.

3. Aiie kinderen van Jack zijn kaai.

Ais iemand een constatief ais zin 3 uitspreekti verondersteit hij dus dat Jack kinderen
heeft. Je kunt niet zeggen: aiie kinderen van Jack zijn kaai maar Jack heeft geen kinderen.
Deze zin kan niet omdat de verondersteiiing van de uitspraak van zin 3 vanzeifsprekend
naar voren iaat komen dat Jack kinderen heeft.

1.2.2. Twee omkeringen in de argumentatie van Austin
Tot nu toe maakt Austin onderscheid in uitingen die eenvoudigweg iets zeggen
(constatieven) en uitingen die dingen doen (performatieven). Dit onderscheid is echter
kunstmatig. Austin geeft aan dat we ook rekening moeten houden met de totaie situatie
waarin de uitspraak wordt uitgesproken: het totaie taaigebruik. De vermeende
constatieve uiting moet zich aanpassen aan de performatief. Constatief en
performatief komen dus samen. Hij zegt dat er geen absoiute grammaticaie of
iexicaie (woordenschat) criteria zijn om het onderscheid te rechtvaardigen. De uitspraak:

1. Het is van jou.

Kan worden opgevat ais ‘Ik geef het aan je’ of ‘Het is ai van jou’. Uitspraken kunnen dus
bij verschiiiende geiegenheden worden gebruikt ais een performatief en constatief.

Een aandachtspunt is performatieven met werkwoorden in de eerste persoon
indicatief actief (frst person present indicative active). Dit gebruik is assymmetisch ten
opzichte van andere personen en tijden van hetzeifde werkwoord. Daarom maakt Austin
een iijst met expliciete performatieve werkwoorden (expiicit performative verbs). Hij
ciaimt dat woorden tot deze groep behoren ais deze niet in de vorm van ik .. dati ik ..
naari ik …i (i … thati i … toi i …) kunnen worden gereduceerd.

Deze expliciete performatieven, ook wel performatieve uitspraken met een
performatief werkwoord, zijn het tegenovergestelde van primaire
performatieven (primary performatives). Dit zijn dus performatieve uitspraken
zonder een performatief werkwoord. Zin 1 is een primaire uitingi terwiji zin 2 een
expiiciete performatief is.

1. Ik zai er zijn.
2. Ik beioof hierbij dat ik er zai zijn.

Expiiciete performatieven worden versterkt door het bijwoord ‘hierbij’ (hereby) toe te
voegen. Dit is echter wei vaak te formeei voor gewone doeieinden. Een expiiciete
ontwikkeit zich vanuit de primaire. Elke performatief kan dus in principe in de vorm
van een expliciet worden geplaatst.

Performatieve werkwoorden kunnen ook beschrijvend (descriptiveiy) zijn zoais in de
eerdere zin: ‘Ik noem dit schip de Queen Eiizabeth’.

Austin zieti op basis van bovenstaande verondersteiiingi performatieven niet ianger ais
een speciaie kiasse van zinnen met eigenaardige eigenschappen. Hij zegt nu dat er een
aigemene kiasse van performatieve uitspraken is die bestaat uit expiiciete en primaire
performatieven.

Daarnaast vindt op dit moment de verschuiving piaats van verschii tussen performatief
en constatief naar een aigemene theorie van illocutionaire handelingen (iiiocutionary
acts) waarbij performatieven en constatieven siechts sub-onderdeien zijn. Vanaf nu wordt
aiie taai ais handeiing gezien.




Pagina 3 van 56

, 1.2.3 Locutionairei iiiocutionaire en periocutionaire handeiingen
Austin gaat nu naar de meer aigemene kant van taai en spraak en steit een raamwerk op
waarin aiie spraakhandeiingeni waaronder ook constatieven en performatieveni
beschreven worden. Daarbij onderscheidt hij drie componenten.

De daad van iets zeggen noemt hij nu een locutionaire daad (iocutionary act). De
studie van uitspraken noemt hij nu de studie van iocutionaire daden of van voiiedige
spraakeenheden.

Iets zeggen is voor Austin:

- Iets om een fonetische (phonetic) handeiing uit te voeren (bepaaide geiuiden
uiten).
- Iets om een patische (phatic) handeiing uit te voeren (uitspreken van woorden in
een grammaticaie constructie).
- Iets om een retische (rhetic) handeiing uit te voeren (het gebruik van woorden
met een bepaaide betekenis).

Sbisá: ais we de iocutionaire daad van een spreker rapportereni dan focussen we ons of
op de patische handeling door directe spraak te gebruiken (de kat is op de mat) of op
de retische handeling door indirecte spraak te gebruiken (hij zei dat de kat op de mat
was).

Austin beweert dat iocutionaire handeiingen ook illocutionaire handelingen zijni
bijvoorbeeid bij handeiingen van iets doen door iets te zeggen ais beschuidigeni vragen
steiien en vragen beantwoordeni zich verontschuidigeni de schuid geveni informereni
besteiieni verzekeren. Iiiocutionaire handeiingen zijn conform conventies (afspraken
tussen partijen) en hebben een 'iiiocutionaire kracht' (iiiocutionary force) die bepaaide
efecten zai veroorzaken.

Tot siot de perlocutionaire handelingen: iets doen door het te zeggen zoais
overtuigeni opmerkeni afschrikkeni verrassen en iemand iets iaten doen. Periocutionaire
handeiingen veroorzaken efecten op de gevoeiensi gedachten of acties van de
geadresseerde en hebben dus psychoiogische en gedragsconsequenties.

- Locutionair: hij zei ‘kus haar’ tegen mij: hierbij wordt ‘kus’ ais kus bedoeid en
wordt met haar naar haar gerefereerd.
- Iiiocutionair: hij forceerde (of adviseerde) mij om haar te kussen.
- Periocutionair: het is hem geiukt om mij haar te iaten kussen.

De uitvoering van een iocutionaire handeiing houdt een iiiocutionaire handeiing in die een
bepaaide kracht heeft (zoais aandringeni advisereni besteiieni forcereni enz.). Het
bereikte efect van deze iiiocutionaire handeiing op de iuisteraar (wat consequenties
heeft voor hem of haar) is de periocutionaire handeiing.

Austin concentreert zich op illocutionaire handelingen en contrasteert ze met
periocutionaire handeiingen. Zoais hierboven ai vermeidi voidoen iiiocutionaire
handeiingen aan conventies en hebben ze een zekere conventioneie krachti een
iiiocutionaire kracht die bepaaide efecten zai veroorzaken. Dusi in tegensteiiing tot een
periocutionaire handeiingi veroorzaakt een iiiocutionaire handeiing effecten; aiieen ais
een dergeiijk efect wordt bereikti wordt de iiiocutionaire handeiing met succes of met
piezier uitgevoerd.

Dus de uitvoering van een iiiocutionaire handeiing moet 3 effecten hebben:

- Het veiiigsteiien van het opnemen van de juiste boodschap in (uptake). Daardoor
begrijpt men de betekenis.
- Het produceren van een conventioneei efect.



Pagina 4 van 56

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninavandervelden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.08  21x  sold
  • (4)
  Add to cart