Blok 1 kennislijn
AFP hoorcollege COPD & astma
COPD (chronische obstructive pulmonale diseases): het vaak samen optreden van chronische
bronchitis en longemfyseem. Bij COPD staat een chronische obstructie van de kleine luchtwegen
centraal, hierdoor wordt de luchtstroom in de kleine luchtwegen beperkt en blijft er meer lucht
achter in de longen. Dit zorgt voor afname van zuurstof in het bloed en toename van CO2.
- Chronische bronchitis: gezwollen slijmvlies en slijmproductie waardoor de patiënt gaat hoesten en
sputum opgeeft.
- Longemfyseem: verlies van elasticiteit van de longblaasjes, dit zal zorgen voor kortademigheid (bij
inspanning). De veerkracht neemt af en er blijft meer lucht achter. De wand raakt beschadigt en
longweefsel met bloedvaten gaat verloren, gaswisseling neemt af waardoor de bloeddruk in de
longen toeneemt (pulmonale hypotensie). Deze hoge bloeddruk gaat ten koste van het hart.
Gevolgen COPD:
- Chronische ontsteking→ beschadiging wand longblaasjes→ obstructie bronchi en broncholi→
afname aantal bloedvaatjes→ afname gaswisseling.
Behandeling COPD:
- Preventie (stoppen met roken, voorlichting, prikkels vermijden, griepvaccinatie)
- Béta-2-sympathico-mimmetica: inhaleren om zo de kleine luchtwegen open te zetten/verwijden
- Anticholinergica: inhaleren om zo de kleine luchtwegen open te zetten/verwijden
- Theofylline: wordt amper meer gebruikt
- Corticosteroïden: behandelen ontstekingscomponent, waardoor het slijmvlies dunner wordt en
betere toegankelijkheid.
- Eventueel zuurstof bij saturatiedaling, echter risico op CO2 stapeling. Het gevaar van CO2 stapeling
is dat het lichaam went aan de hoge CO2 concentratie en dus de zuurstofconcentratie gaat zien als
prikkel voor het ademhalingsstelsel. Dit geeft het risico dat bij teveel toediening van zuurstof het
ademhalingsstelsel gaat remmen.
- LWI→ AB
De wand van de bronchioli (glad spierweefsel) staat onder invloed van het autonome zenwustelsel (=
sympatisch en parasympatisch). Dit maakt gebruik van neurotransmitters, de cellen in de luchtwegen
bezitten receptoren die gevoelig zijn voor bepaalde neurotransmitters.
- receptoren die gevoelig zijn voor adrenaline= B-adrenerge receptoren.
- receptoren die gevoelig zijn voor acetylcholine= cholinerge receptoren
Sympathisch (activiteit) maakt gebruik van adrenaline als neurotransmitters en veroorzaakt
verwijding van de luchtwegen
Parasympatisch (rust) maakt gebruik van acetylcholine als neurotransmitter en zorgt voor vernauwing
van de luchtwegen.
Astma (astma bronchiale): verkramping van de spier rondom de luchtwegen, dit uit zich
aanvalsgewijs in hoesten, dyspnoe en piepen.
,- Specifieke prikkels
Eventueel allergie: antilichaam (IgE) zorgt bij aanraking met de specifieke prikkel voor de koppeling
met de mestcel (apart type cel in de wand van de luchtwegen). De mestcel geeft bij deze koppeling
histamine af. IgE wordt in toenemende mate geproduceerd na herhaald contact met de specifieke
prikkel. Deze toegenomen IgE productie is erfelijk bepaald (=atopie). Dit speelt een belangrijke rol bij
het ontstaan van astma.
- A-specifieke prikkels (bronciale hyperreactiviteit): inspanning, mist, rook
Gevolgen astma:
- Kleine luchtwegen ontsteken: slijmproductie, zwelling en verkramping van gladspierweefsel wat zal
zorgen voor vernauwing van de kleine luchtwegen.
- Prikkeling cholinerge receptoren→ abnormale verkramping van het gladde spierweefsel en
vernauwing van de kleine luchtwegen.
Behandeling astma:
- Preventie (voorlichting, stoppen met roken, saneren huis, prikkels vermijden, griepvaccinatie)
- Béta-2-sympathico-mimmetica: inhaleren om zo de kleine luchtwegen open te zetten/verwijden
- (Anticholinergica): Blokkeren de cholinerge receptoren, dit zorgt ervoor dat het gladde spierweefsel
niet samentrekt en de luchtwegen zich verwijden. Ook wordt de slijmproductie verminderd.
- Theofylline: wordt amper meer gebruikt
- Corticosteroïden: behandelen ontstekingscomponent, waardoor het slijmvlies dunner wordt en
betere toegankelijkheid. Echter maakt langdurig gebruik de luchtwegen minder gevoelig voor
prikkels.
- Leukotriëenantagonisten: remmen de aanmaak van leukotriënen, die komen vrij bij een
ontstekingsreactie en vernauwen de kleine luchtwegen.
- Cromoglicinezuur: voorkomt het vrijkomen van histamine uit mestcellen.
- Eventueel zuurstof bij saturatiedaling, echter risico op CO2 stapeling. Het gevaar van CO2 stapeling
is dat het lichaam went aan de hoge CO2 concentratie en dus de zuurstofconcentratie gaat zien als
prikkel voor het ademhalingsstelsel. Dit geeft het risico dat bij teveel toediening van zuurstof het
ademhalingsstelsel gaat remmen.
- LWI→ AB
Sympathicomimeticum en parasympathicolyticum
Het gladde spierweefsel in de wand van de bronchioli staat in beheer van het autonome zenuwstelsel
(sympathicus en parasympathicus).
- Sympathicus (bij activiteit): adrenaline wordt hierbij gebruikt als neurotransmitter, deze hechten aan
β-adrenerge receptoren (receptoren gevoelig voor adrenaline). Hiermee worden de luchtwegen
verwijd.
- Parasympathicus (in rust): acetylcholine wordt hierbij gebruikt als neurotransmitter, deze hechten
aan cholinerge receptoren (receptoren gevoelig voor acetylcholine). Hiermee worden de luchtwegen
vernauwd.
Hoe werkt dit in de medicatie?
- β2-sympathicomimetica
Deze middelen stimuleren de β-adrenerge receptoren, dit betekent dat het sympathische
effect geïmiteerd wordt en de luchtwegen zullen verwijden.
Voorbeelden: salbutamol (ventolin)
- parasympathicolytica = anticholinergica
, Deze middelen blokkeren de cholinerge receptoren, dit zorgt ervoor dat de werking van
acetylcholine (parasympathisch effect) geblokkeerd wordt. Hiermee zal het vernauwen van de
luchtwegen tegen gegaan worden.
Voorbeelden: ipratropium (atrovent)
Bestudeer casus COPD (werkgroep AFP brightspace)!!
AFP werkgroep Crohn, colitis, astma, COPD
Ziekte van Crohn Colitis ulcerosa
Chronische ontstekingsziekte Chronische ontstekingsziekte
Begint sluimerend
Langdurig wisselend verloop (actief, remissie) Wisselend verloop (actief, remissie)
Inflammatory bowel disease: onevenwicht Inflammatory bowel disease: onevenwicht
tussen cellen/stofjes die ontsteking tussen cellen/stofjes die ontsteking
bevorderen/afremmen→ leid tot chronische bevorderen/afremmen→ leid tot chronische
ontsteking (teveel aan afweermechanisme) ontsteking (teveel aan afweermechanisme)
Ontsteking door alle lagen van de darmwand Ontsteking darm beperkt tot slijmvlies
(onherstelbare schade)
Alle organen maag/darm kanaal mogelijk Beperkt tot dikke darm
ontstoken
Oorzaak onbekend; vermoedelijk afweerreacties Oorzaak onbekend; vermoedelijk afweerreacties
op micro-organismen op micro-organismen
Erfelijke factoren+ omgevingsfactoren Verhoogd risico erfelijk + omgevingsfactoren
Blindedarm operatie: verminderd risico
Colitis ulcerosa:
45.000-50.000 mensen in Nederland lijden aan deze ziekte. Iets vaker bij mannen dan bij vrouwen.
De ontsteking zit in ieder geval in het rectum, maar kan zich over het gehele colon uitbreiden,
daardoor voornaamste klacht: diarree + bloed en slijmbijmenging. Frequente aandrang, laag
gelokaliseerde krampende buikpijn, m.n. vlak voor de defecatie; tenesmi (krampen in de anus) + loze
aandrang treden vaak op. Ontstekingen van de wand van het colon begint meestal distaal (rectum of
sigmoïd) en breidt zich uit naar proximaal en kan de volle lengte van het colon aantasten. In
tegenstelling tot de ziekte van Crohn zijn bij colitis ulcerosa niet alle lagen van de darmwand
aangetast; Soms ook klachten buiten darm: gewrichten, huid. Roken beschermt enigszins tegen colitis
ulcerosa.
Microcyaire anemie
Bij colitis ulcerosa treedt vaak chronisch bloedverlies op waardoor ijzergebreksanemie kan ontstaan.
Bij ijzergebrek zijn de rode bloedcellen kleiner, waardoor microcytaire anemie ontstaat.
Behandelingsmogelijkheden
- Meestal chronische ziekte, soms eenmalig
- Middelen tegen diarree
- Remming ontstekingsreactie: corticosteroïden, sulfasalazine
- Beïnvloeding van de werking van het immuunsysteem: azathioprine, ciclosporine, infliximab
- Breedspectrum-antibiotica
- Bij ijzergebreksanemie (= microcytaire anemie) door chronisch bloedverlies ijzersupplementen
- Let op vochthuishouding en elektrolyten
- Dieet: geen specifiek dieetadvies; het is afhankelijk van patiënt
- Eventueel sondevoeding bij ondervoeding; of per infuus
- Chirurgie bij onvoldoende reactie op medicamenteuze behandeling of complicaties
Wanneer operatieve behandeling?
Bij terugkerende ernstige aanvallen, bij toxisch megacolon (grote dikke darm), bij jonge adolescenten
met een groei- en seksuele ontwikkelingsachterstand en bij patiënten bij wie het hele colon is
aangetast (wegens risico coloncarcinoom)
Ziekte van Crohn:
minstens 40.000 mensen in Nederland lijden aan deze ziekte. Iets vaker bij vrouwen dan bij mannen.
De ontsteking van darmwand zit meestal in het ileum en colon. De ziekte van Crohn kan echter in alle
delen van het spijsverteringskanaal optreden. Typisch is dat aangetaste gedeelten worden
afgewisseld met normale stukken darm; aantasting van de darmwand is door alle lagen heen. Meest
voorkomende klacht is buikpijn, diarree en vermoeidheid. De pijn kan grotendeels verklaard worden
door de lokalisatie van de afwijking in het distale deel van de dunne darm met stenosering
(rechtsonder, soms rond de navel). Krampende buikpijn die na maaltijd meestal verergert. Tenesmi
zijn erg zeldzaam; bloed bij de ontlasting kan voorkomen, maar veel minder dan bij colitis. Een
duidelijk verschil met colitis ulcerosa is dat de ziekte van Crohn nogal eens begint met niet-specifieke
klachten (koorts, anorexie, algehele malaise, groeivertraging bij kinderen, ondervoeding of
symptomen buiten de darm zoals artritis). Roken is een risicofactor voor de ziekte van Crohn.
Symptomen:
Diarree, krampende buikpijn, vermoeidheid, koorts, gewichtsverlies, gebrek aan eetlust. Eventueel
zwelling rechter onderbuik, fistels, ontstekingen andere lichaamsdelen, anemie. Periodes van
remissie en actief (niet duidelijk waardoor verergering, mogelijk stress of bepaalde voeding).
Complicaties:
Darmafsluiting, abcessen, fistels, indien colon aangetast is rectale bloedingen en na loop van tijd
grotere kans op coloncarcinoom.
Verschillende vormen:
- Ileocolitis: laatste deel dunne darm en dikke darm
- Terminale ileItis: enkel laatste stuk dunne darm; dunne darm
- Colitis: dikke darm; diarree, bloedverlies, slijmverlies, valse ontlastingsdrang, incontinentie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritduijnisveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.