,Onderzoek/behandelen
neuro/interne
Interne
1. Hartpatiënten
1.1. Hartinfarct
Proces waarbij een deel van de hartspier afsterft doordat de bloedtoevoer door de kransslagaderen
naar de hartspier wordt onderbroken. Na ongeveer 20-30 minuten is de schade onherstelbaar.
De patiënt blijft 7-10 dagen in het ziekenhuis en mag naar huis bij MET 3-4. Klachten na de operatie
kunnen zijn. de eerste 6 weken mogen zware lasten niet. De dagelijkse activiteiten worden
langzaam opgebouwd.
- Pijn bij ademhalen of hoesten
- Vermoeidheid en slapheid
- Pijn in de borststreek en spierpijn in de nek, rug en schouders
- Pijnlijke benen
- Moeite met slapen
- emotioneel
dotterbehandeling en stent:
de eerste week van thuiskomen kan er een trekkerig gevoel in de buurt van het hart aanwezig zijn.
iemand kan angstig zijn.
1.2. Hartfalen
het hart kan niet meer voldoende bloed rondpompen. Waardoor sommige delen van het lichaam
niet meer voldoende bloed en zuurstof krijgen.
- Systolisch hartfalen: de spier trekt niet krachtig genoeg samen. Het hart pompt per slag
veel minder bloed rond dan normaal.
- Diastolisch: de spier ontspant niet meer goed genoeg. Het vult minder goed met bloed,
minder bloed is beschikbaar om rond te pompen.
Medicatie
- ACE-remmers
- Links: pompfunctie verbeteraars (om het vocht weg te krijgen)
- Betablokkers
- Diuretica
Onderzoek
Voordat je begint met het onderzoek is het belangrijk om te weten, welke behandeling de patiënt is
ondergaan. En hoe lang het geleden is dat de patiënt is behandeld.
Observatie
, je kijkt naar de vegetatieve situatie. Heeft de patiënt nog veel pijn.
- hoe ziet de wond eruit
- hoe gaat de ademhaling (thoracaal/abdominaal, mond/neus, oppervlakkig/diep,
ontspannen)
- sputumretentie (hoestkracht, hoestfunctie, sputum)
- mobiliteit (transfers lig-zit, zit, zit-stand, zit-stand-passen, transfer bed-stoel, lopen in
kamer)
- ADL
aanvullende testen
Borg Vermoeidheid
Een 15 puntsschaal (6 tot 20) die gebruikt wordt om subjectieve ervaring tijdens fysieke belasting
te beoordelen. Deze kan helpen bij het inschatten van de mate van inspanning, de belastingsgraad
en vermoeidheid.
RR-meting
RR-meting is meting van de bloeddruk. Dit wordt
gedaan met een manchet om de arm en een
stethoscoop. De manchet wordt opgeblazen en
vervolgens laat de therapeut deze rustig leeg
lopen. de therapeut luistert vervolgens naar de
boven druk en de onderdruk. Een bloeddruk van
120 of lager is een ideale bloeddruk. Een lage
bloeddruk is als de bovendruk lager is dan 90 of
de onderdruk lager is dan 60. Een bovendruk van 140-120 is normaal.
HF-meting
Hartslag meten. Dit kan gedaan worden met verschillende apparaten. Vaak wordt hiervoor de
saturatiemeter gebruikt. Een hartslag verschilt per persoon en per geslacht. Een vrouw heeft vaak
een gemiddelde hartslag van 76 slagen per minuut, een man 68
slagen per minuut. In rust is de hartslag vaak tussen de 60 en de
70 slagen.
Een hartslag onder de 60 slagen per minuut wordt gezien als een
lage hartslag. Vaak mag de maximale hartslag niet hoger komen
dan 120.
PSK
, Wordt toegepast om de functionele status van de patiënt te bepalen de patiënt selecteert de 3 tot 5
belangrijkste klachten op het gebied van fysieke activiteiten. De gekozen activiteiten kunnen
helpen bij het stellen van de hulpvraag.
SWT (Shuttle Walk Test)
Een maximale inspanning test die gebruikt kan worden om de functionele capaciteit of
inspanningstolerantie van de patiënt te bepalen.
De patiënt wandelt tussen twee pionnen in een tempo dat wordt aangegeven door een
geluidsignaal. De patiënt vertrekt bij de eerste pion als een signaal klinkt en wandelt vervolgens
naar de tweede waar hij op het volgende signaal gearriveerd moet zijn. de patiënt mag niet voor
het signaal uitwandelen. De snelheid wordt na een aantal shuttles opgevoerd door de tijd tussen de
signalen te verkorten. De patiënt probeert zoveel mogelijk trajecten af te leggen.
Het traject is 10 meter lang.
Aan het eind van de test wordt de score op het scoreformulier ingevuld.
6 MWT (6 minuten wandeltest)
Wordt gebruikt om de functionele capaciteit te meten. De maximale afstand die een patiënt aflegt
binnen 6 minuten wordt gemeten. De patiënt mag tijdens de test gebruik maken van een
loophulpmiddel.
Het parcours tussen de 2 pionnen is 8 meter. Voordat de test begint vraag je de borg uit, meet je
de hartslag en de saturatie. Tijdens de 6 minuten tel je de afgelegde rondjes.
Als de patiënt stopt met lopen en pauze nodig heeft, mag hij even tegen de muur leunen en starten
zodra hij weer kan de timer wordt niet uitgezet.
Na de test wordt de borg weer uitgevraagd, hartslag en saturatie gemeten. Je schrijft het aantal
gelopen meters op.
Normale wandeltest score is ongeveer 413 meter.
Steep-ramp test
een korte maximale inspanningstest op een fiets om de aerobe capaciteit te meten. De belasting
wordt in een korte snelheid opgevoerd (25W/10 seconden) tot uitputting van de patiënt.
De test begint met een warming-up van 3 minuten onbelast fietsen. De patiënt moet tussen de 70-
80 onwentelingen per minuut zitten. Na 3 minuten gaat het wattage elke 10 seconden met 25
omhoog. De test stopt als de omwentelingen van de deelnemer lager is dan 60 per minuut.
Je noteert het maximaal behaalde wattage tijdens de test en berekent het wattage dat op basis van
de steep ramp gebruikt gaat worden bij het bepalen van de trainingsintensiteit. W max = 0,65 X Wramp-
3.9
5 times sit to stand
Een evaluatie test om spierkracht van ouderen te bepalen. De patiënt wordt gevraagd zo snel
mogelijk 5 keer op te staan van de stoel en weer te gaan zitten, zonder hierbij de armen te
gebruiken. De therapeut neemt de tijd op.
Als de ouder meer dan 14 seconden nodig heeft, heeft deze een verhoogd valrisico.
Timed up and go
meet de tijd die de patiënt nodig heeft om op te staan uit een stoel, 3 meter comfortabel te lopen,
om te keren, weer terug te lopen en te gaan zitten. Loophulpmiddel mag gebruikt worden.
- Minder dan 20 seconden: de patiënt loopt zelfstandig en veilig
- Meer dan 30 seconden: hulp bij het lopen is noodzakelijk
1 of 10 RM
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindasiebes1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.