Wat is een membraan?
- Een laagje om de cel met als doel de cel te beschermen en de boel bij elkaar te
houden.
Fosfolipiden: zijn de basismoleculen van membranen
- Bestaat uit twee vetzuren veresterd aan glycerol molecuul
- Glycerol zit weer vast aan een Fosfaat, glycerol, en vetzuren
- Heef een eigenscha dat olair is en een eigenscha dat a olair is amfy aisch
molecuul
- De ko is hyfrofel en de staart is hydrofoob
- Cholesterol is een membraanli iden en belangrijk bestanddeel en net zo belangrijk
als een fosfoli ide. Cholesterol is net zo amfy aisch als een fosfoli ide.
- Fosfoli iden dubbellaag: alle vetzuurstaarten wijzen naar elkaar toe. De ko en
liggen aan de buitenkant (de waterkant) want ze zijn hydrofel.
Liposoom: ontstaan doordat vetzuren niet met water
mengen. Een li osoom is een kunstmaig
gesyntheiseerd deeltje dat bestaat uit een door een
membraan omgeven inhoud. De membraan bestaat
meestal uit een dubbele laag van olaire moleculen
die lijken o fosfoli iden, de natuurlijke moleculen die
in levende wezens het hoofdbestanddeel zijn van de
celmembraan.
,Lipide bewegingen in membranen:
I. Laterale diffusie: in het vlak van de membraan bewegen, m.a.w. van laats
wisselen
II. Flexie: met de vetzuurstaarten zwaaien
III. Rotaie: om de vericale as tollen
IV. Fli -fo (gebeurt zelden): van de ene li ide laag naar de andere bewegen.
De eerste drie zijn snelle bewegingen.
Verder toelichtin: Stel twee fosfoli iden voor: een met een knik in een vetzuurstaart en een
zonder. Bij het om de as tollen zal het duidelijk zijn dat het fosfoli ide met knik meer ruimte
inneemt dan die zonder. Mogelijkheid 4 komt s ontaan haast niet voor, want is energeisch
zeer ongunsig. Er zijn echter s eciale enzymen voor die 4 bewerkstelligen: fi ases. Deze
enzymen zijn van belang om de asymmetrie in fosfoli idesamenstelling van membranen te
bewerkstelligen/in stand te houden.
Bij toenemende verzadiging (meer H‐atomen o de C‐atomen) wordt het aantal dubbele
bindingen in de vetzuurmoleculen minder. Hierdoor neem het aantal ‘knikken’ in de staarten
af, ze nemen daardoor minder ruimte in. M.a.w. de akking wordt dichter en er zijn meer
hydrofobe interacies mogelijk. De bilaag wordt dus minder ‘vloeibaar’ de membraan wordt
‘sijver’.
Hoe langer de vetzuurresten, hoe meer hydrofobe interacie er mogelijk zijn en dit heef tot
gevolg dat de membraan ‘sijver’ en minder ‘vloeibaar’ wordt
Cholesterol verlaagt de membraan-vloeibaarheid:
- Cholesterol kan zich in de membraan nestelen. Past heel goed in de ruimte naast
het knikje van de fosfoli idestaart.
- Cholesterol nestelt zich met zijn –OH groe tussen de hydrofele ko en van de
fosfo‐ en glycoli iden. Met zijn vlakke hydrofobe deel gaat het een hydrofobe
interacie aan met de vetzuurketen, waardoor de membraan versijfd,. Hoe meer
cholesterol, hoe minder doorlaatbaar de membraan wordt
In biologische membranen zit er veel beweeglijkheid in. Membraaneiwiten kunnen er
gemakkelijk in bewegen.
Functie van membraaneiwiten:
- Trans orterfuncie: (zorgt ervoor dat stoffen in en uit de cel kunnen).
- Ankerfuncie: (voor behoud van de structuur, bijv. bij rode bloedcellen)
- Rece torfuncie: eiwiten die in staat die in staat zijn extra-cellulaire signalen te
herkennen en door te geven naar binnen om vervolgens een reacie geven.
- Enzymaische funcie: kunnen voor wat voor reden dan ook een enzymaische
werking hebben.
Membraan-assosiatie van proteinen:
- Transmembraan
o Beta-sheet goed om grote stoffen door te laten.
- Sommige eiwiten zijn verbonden met vetzuurmolecuul.
, Protein with a single transmembrane segment:
- Al ha helix bevaten restgroe en:
o Dezen kunnen olair, a olair, geladen en ongeladen zijn.
o De eigenscha van eiwiten met restgroe be aald dit.
- Je kan meerde al hahelix door een orie heen steken je krijgt dan een soort
kanaaltje. restgroe en van de alfahelix aan de binnenkant zijn hydrofel.
Transport:
- Passieve diffsiee
o Membranen bewegen, hierdoor kunnen kleine moleculen door het
membraan heen bewegen.
o Polaire moleculen kunnen dit o zekere hoogte ook. (Bv: water, glycerol)
o Aminozuren, glucose en nucleosiden kunnen niet door het membraan
diffunderen (dus grote moleculen).
o Ionen kunnen ook niet door het membraan diffunderen vanwege hun lading.
o Dus passieve difusie is afhankelijkk van groote, lading en polariteit;
- Traisportmechaiismei m.b.v. membraaieiwitei waiieer diffsie iiet werkt)e
o Passief traisport:
Kanaal eiwit: heel rigide molecuul, zit geen beweeglijk in.
Kanaal: een membraaneiwit dat waarlijk een kanaaltje vormt,
waardoor selecief een ionsoort kan stromen. Het kanaaltje kan
o en of dicht zijn (‘gated, d.w.z gaat onder be aald simuli o en of
dicht). Vooral van belang bij (regulering van) assief ionentrans ort.
Seleciviteit van een kanaal voor een be aald ty e ion wordt
verzorgd door een soort van flter, waarbij lading en groote van het
ion belangrijke rollen s elen. Hoe dan ook, een K+ gaat niet door een
Na+ kanaal.
Trans ort-eiwit (hier zit wel beweeglijkheid in, module carrier)
Bij trans orters/carriers moet het te trans orteren molecuul eerst
binden aan een s ecifek bindingssite (vergelijkbaar met enzym-
substraat) binding). Deze interacie be aalt de s ecifciteit van de
trans orter/carrier. Vervolgens vindt er een conformaieverandering
laats, waardoor de stof aan de andere kant (onveranderd) vrij kan
komen.
Sim ele diffusie
o Actef traisporte
Gebeurt tegen het concentraie gradiënt in. Kan alleen als je er
energie in sto t
Trans orteiwit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uguraslan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.