100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Voeding en Dietetiek - Hoofdfase 2 P1 Samenvatting Sociale wetenschappen $4.28
Add to cart

Summary

Voeding en Dietetiek - Hoofdfase 2 P1 Samenvatting Sociale wetenschappen

3 reviews
 110 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Onderwerpen: eetproblematiek en eetstoornissen bij kinderen, eetstoornissen volwassenen, somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen. Cijfer: 7,8

Preview 4 out of 50  pages

  • December 6, 2018
  • 50
  • 2018/2019
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: Frederiquevd • 4 year ago

review-writer-avatar

By: ingewinters • 5 year ago

review-writer-avatar

By: aniabombka1997 • 5 year ago

avatar-seller
HF2 P1 Sociale wetenschappen – samenvatting
W4
Leerdoelen:
 De DIO heeft kennis van het meervoudige systemenbenadering van honger en eten
 De DIO weet wat een neurotransmitter is en welke betrokken zijn bij ons eetgedrag
 De DIO heeft kennis van relevante hersendelen die betrokken zijn bij ons eetgedrag
 De DIO kan vanuit het biopsychosociaal model verklaringen geven voor het ontstaan van
verstoord eetgedrag
 De DIO heeft inzicht in de emoties van de mens
 De DIO heeft inzicht in de relatie temperament en eetgedrag
 De DIO kent de verschillende eetstijlen van kinderen
 De DIO kan afwijkend eetgedrag signaleren
 De DIO is op de hoogte van de relatie opvoedstijlen en eetproblematiek bij kinderen
 De DIO kent het verschil tussen een eetstoornis, een eetprobleem en een voedingsprobleem

Psychologie, een inleiding – paragraaf 2.2.3. Het endocriene stelsel
Behalve voedingsstoffen vervoert het bloed ook informatie. Deze informatie, die door het bloed wordt
overgebracht in de vorm van hormonen, dient als communicatiemiddel tussen de klieren van het
hormoonstelsel en andere doelorganen. Het hormoonstelsel wordt ook wel het endocriene stelsel
genoemd. Endocrien is afgeleid van het Griekse ‘endo’ dat inwendig betekent en ‘krinein’ dat
afscheiding betekent. Hormonen, die overwegend dezelfde rol spelen als neurotransmitters in het
zenuwstelsel, brengen signalen over die niet alleen van invloed zijn op lichaamsfuncties, maar ook op
gedragingen en emoties. Bepaalde hormonen uit de hypofyse stimuleren bijvoorbeeld de groei van het
lichaam. Hormonen uit de ovaria en testikels beïnvloeden seksuele ontwikkeling en seksuele reacties.
Hormonen vanuit de bijnieren veroorzaken de arousel die met angst gepaard gaat. En hormonen uit
de schildklier regelen de stofwisseling, oftewel het metabolisme van het lichaam (het geheel van
biochemische processen die in het lichaam plaatsvinden en de hoeveelheid energie die het lichaam
gebruikt en opslaat). Als hormonen eenmaal door een klier in de bloedbaan zijn afgescheiden,
circuleren ze door het lichaam totdat ze bij hun doel zijn aangekomen. Dat kan een andere klier zijn, of
een spier of orgaan.

Neurotransmitter Normale functie Problemen door tekort of teveel Stoffen die het functioneren van de
neurotransmitter beïnvloeden
Dopamine Produceert sensaties van genot en Schizofrenie Cocaïne
bevrediging. Ziekte van Parkinson Amfetamine
Wordt gebruikt door neuronen van Methylphenidaat (Ritalin of Rilatine)
het CZS die betrokken zijn bij Alcohol
vrijwillige bewegingen.
Serotonine Reguleert slap en dromen, Depressie Fluoxetine (Prozac)
stemmingen, pijn, agressie, eetlust Bepaalde angststoornissen Hallucinogenen (zoals LSD)
en seksueel gedrag. Obsessieve-compulsieve stoornis
Norepinefrine / Wordt gebruikt door neuronen in het Hoge bloeddruk Tricyclische antidepressiva
noradrenaline autonome zenuwstelsel en door Depressie Bètablokkers
neuronen in bijna elk deel van de
hersenen.
Reguleert hartslag, slaap, stress,
seksuele ontvankelijkheid, alertheid
en eetlust.
Acetylcholine Is de belangrijke neurotransmitter in Bepaalde spierziekten Nicotine
neuronen die berichten van het CZS Ziekte van Alzheimer Gif van de Zwarte Weduwe (spin)
vervoeren. Gif van botulismebacterie
Speelt ook een rol bij sommige Curare
soorten van leren en herinneren. Atropine
GABA Is de belangrijkste blokkerende Angst Barbituraten
neurotransmitter in neuronen van Epilepsie ‘Lichte’ kalmeringsmiddelen (zoals
het CZS. Valium, Librium)
Alcohol
Glutamine Is de belangrijkste stimulerende Waarschijnlijk leidt een teveel aan PCP (‘angel dust’)
neurotransmitter van het CZS. glutamine tijdens een beroerte tot
Speelt een rol bij leren en hersenletsel
herinneren.
Endorfinen Produceert aangename sensaties Verslaving aan opiaten leidt tot een Opiaten: opium, heroïne, morfine,


1

, en reguleert pijn. tekort aan endorfinen methadon

Deze endocriene klieren … Produceren deze hormonen … En regelen …
Hypofyse voorkant Follikel Stimulerend hormoon (FSH) & Ovaria en testikels
Luteïniserend hormoon (LH)
Prolactine Productie moedermelk
Tyroïd Stimulerend hormoon (TSH) Stofwisseling
ACTH Reactie op stress
Groeihormoon
Hypofyse achterkant Antidiuretisch hormoon (ADH) Waterhuishouding in het lichaam
Oxytocine Uitscheiding moedermelk
Samentrekkingen baarmoeder
Hechting
Schildklier Tyroxine Stofwisseling
Lichamelijke groei en ontwikkeling
Bijschildklier Parathormoon Calciumgehalte in het lichaam
Alvleesklier Insuline en glucagon Glucosestofwisseling
Bijnieren Cortisol, epinefrine en norepinefrine Fight-or-flightrespons en de
Oestrogenen stofwisseling
Seksueel verlangen (vooral bij
vrouwen)
Ovaria Oestrogenen Ontwikkeling vrouwelijke
Progesteron geslachtskenmerken
Productie van ova (eitjes)
Testikels Androgenen Ontwikkeling mannelijke
geslachtskenmerken
Spermaproductie
Seksueel verlangen (bij mannen)

Onder normale omstandigheden (zonder arousel) werkt het hormoonstelsel samen met het
parasympathische zenuwstelsel om onze elementaire lichaamsprocessen in stand te houden.
Bij een crisis worden zowel het sympathische zenuwstelsel als de hormonen geactiveerd. Omdat het
zenuwstelsel sneller signalen kan versturen, is het het sympathische zenuwstelsel dat de eerste fight-
or-flightreactie initieert. In een latere fase zullen ook de hormonen stressreacties oproepen. Na de
stresssituatie zal het parasympatische zenuwstelsel sneller de overhand nemen, omdat signalen
sneller worden doorgegeven dan hormonen dit kunnen doen. Dus als je een stressor tegenkomt of in
een noodsituatie terechtkomt, wordt het hormoon epinefrine (soms ook adrenaline genoemd) aan het
bloed afgegeven, en ondersteunt het de fight-of-flightreactie. Op deze wijze maakt het hormoonstelsel
af wat het sympathische zenuwstelsel is begonnen, door je hartslag te blijven versnellen en je
spierspanning te verhogen, klaar voor actie.

Aan de basis van de hersenen ligt de belangrijkste hormoonklier, de hypofyse. Deze klier houdt
toezicht op alle hormoonreacties; dit doet de hypofyse door hormonen af te geven die via het bloed in
andere hormoonklieren in het gehele lichaam terechtkomen. De hypofyse is zelf echter slechts een
manager uit het middenkader; deze klier reageert op zijn beurt weer op de hersenen, in het bijzonder
op een kleine neurale kern waaraan hij is vastgehecht: de hypothalamus.

Psychologie, een inleiding – paragraaf 9.3.1. Honger: een homeostatische drijfveer
én een psychologisch motief
In tegenstelling tot seks is honger een van onze persoonlijke biologische
overlevingsmechanismen. Wanneer er voedsel beschikbaar is, leidt de drijfveer honger vrijwel
vanzelf tot eten. Honger heeft ook een sociale en cognitieve basis.

Meervoudige systemenbenadering van honger en eten
De hersenen genereren een hongergevoel door het combineren van allerlei biologische en
psychologische informatie, waaronder de lichamelijke behoefte aan energie, de hoeveelheid
voedingsstoffen die op dat moment aanwezig zijn, voorkeuren voor bepaalde voedingsmiddelen,
voedselprikkels uit de omgeving en culturele normen en waarden. De hersenen verzamelen al deze
gegevens en sturen vervolgens boodschappen naar het zenuwstelsel, het endocriene stelsel, de
organen en het spierstelsel. Het resultaat is dat je gaat eten, of niet gaat eten.
De meervoudige systembenadering is een andere manier om te zeggen dat honger op verschillende
niveaus van de behoeftehiërarchie opereert, en niet altijd uitsluitend vanuit de biologische behoefte.




2

,Biologische factoren
In de hersenen, de maag, het bloed en in vetcellen die in het gehele lichaam zijn opgeslagen, is een
enorm aantal biologische mechanismen aan het werk om het hongergevoel en het eetgedrag te
reguleren. Deze mechanismen opereren op het meest basale niveau van de behoeftehiërarchie.
 Hersenmechanismen die honger reguleren: de hypothalamus is letterlijk een zenuwcentrum
voor honger, met een regio die hongergevoelens activeert en een andere die ze dempt.
Andere regio’s, met name gelokaliseerd in de hersenstam, werken samen met de
hypothalamus bij het in de gaten houden van de bloedsuikerspiegel, de voorraad
voedingsstoffen in de darmen en de vetreserves.
 Mechanismen voor het instellen van set point (homeostatische mechanismen): een interne
biologische ‘schaal’ houdt de vetreserves van het lichaam in de gaten en geeft die informatie
door aan het centrale zenuwstelsel. Als de voorraden in die gespecialiseerde vetcellen onder
een bepaald niveau, oftewel set point zakken, geven ze signalen af die het eetgedrag
produceren (een homeostatisch proces). Set point: de tendens van het lichaam om de
vetvoorraad en het lichaamsgewicht op een bepaald niveau te handhaven.
 Detectoren in de maag: drukdetectoren in de maag signaleren of de maag vol of leeg is. Ook
deze informatie wordt naar de hersenen gestuurd, waar ze gecombineerd wordt met
informatie over de voedingsstoffen in het bloed en de toestand van de vetcellen.
 Voorkeuren van het beloningssysteem: het beloningssysteem van de hersenen geeft ons een
voorkeur aan voor zoete en vette voedingsmiddelen die eveneens een biologische basis heeft
en in de loop van de evolutie is ontstaan. Zoet en vet eten is namelijk zeer calorierijk, een
essentiële eigenschap in tijden van voedselschaarste.
 Beweging: lichamelijke activiteit heeft ook invloed op onze gevoelens van honger en
verzadiging. Externe lichaamsbeweging roept honger op, maar uit onderzoek blijkt dat matige
lichaamsbeweging de trek juist onderdrukt.

Psychologische factoren
Naast de biologische mechanismen speelt onze emotionele toestand ook een rol in de manier waarop
we met voedsel omgaan. Angst onderdrukt de behoefte aan eten. Stress en depressie hebben
eveneens invloed op onze eetlust, hoewel sommige mensen er meer door gaan eten en anderen juist
minder. Leren speelt hierbij eveneens een rol. Omdat we hebben geleerd om bepaalde situaties met
eten te associëren, kunnen we ons ook zonder een biologische behoefte hongerig voelen.
Dit verklaart waarom je plotseling behoefte hebt aan eten op het moment dat de klok aangeeft dat het

3

, lunchtijd is. Cultuur kan ook een enorm effect hebben.

Eetstoornissen
De aandoening anorexia: een persistent gebrek aan eetlust, ontwikkelt zich slechts zelden als gevolg
van bepaalde lichamelijke ziekten of aandoeningen zoals shock, misselijkheid of een allergische
reactie. Veel vaker ligt de oorzaak bij emotionele of psychologische omstandigheden, en wordt het
syndroom anorexia nervosa genoemd: eetstoornis die wordt gekenmerkt door het zichzelf zodanig
uithongeren dat de gezondheid in gevaar komt, begint bijna altijd als een manier om af te vallen.
Als iemand minder dan 85% van zijn ideale gewicht weegt, maar zich nog steeds zorgen maakt te dik
te zijn, is de kans groot dat die persoon anorexia heeft. Mensen met anorexia kunnen ook boulimia of
boulimia nervosa hebben, wat gekarakteriseerd wordt door perioden met vreetbuien (binge eating)
gevolgd door zuiveringen zoals overgeven of het gebruik van laxeermiddelen. In veel gevallen is er
ook sprake van een klinische depressie of een obsessief compulsieve stoornis.
Iemand die aan anorexia nervosa lijdt, kan volkomen uitgemergeld zijn, terwijl hij of zij zich totaal niet
ongerust lijkt te maken en doorgaat met ‘lijnen’, ondertussen geeft het lichaam allerlei alarmsignalen
af, zoals het uitblijven van de menstruatie, maar deze worden genegeerd. Bij boulimiapatiënten leidt
het veelvuldig braken er in de loop van de tijd toe dat de slokdarm, de keel en het gebit door het
maagzuur worden beschadigd.

De meeste anorexiapatiënten zijn vrouwen, wat al in een bepaalde richting wijst. Bovendien komen
dergelijke eetstoornissen het meest voor in westerse culturen, meestal bij vrouwen uit de sociale
middenklasse. Mensen met anorexia hebben vaak een achtergrond van goed gedrag en goede
schoolprestaties, maar ze hongeren zichzelf uit in de hoop acceptabel dun en aantrekkelijk te worden.
In een poging om imaginair ‘overgewicht’ kwijt te raken onderdrukt de patiënt alle hongergevoelens.
Hoewel haar zelfbeheersing wordt beloond met gewichtsverlies, voelt de anorexiapatiënt zich nooit
slank genoeg. Anorexia is, net zoals honger, een toestand die door biologische, cognitieve en sociale
factoren wordt veroorzaakt.

Overgewicht en gewichtsbeheersing
Het echte probleem is natuurlijk niet het overgewicht zelf, maar de daarmee gepaard gaande
gezondheidsrisico’s op problemen als hartaandoeningen, herseninfarct en diabetes. Door de evolutie
zijn we biologisch gezien aangepast om met de afwisseling in perioden van overmaat en hongersnood
om te gaan; daardoor zijn we geneigd meer te eten dan we nodig hebben als er veel voedsel
aanwezig is. De beste oplossing voor gewichtsbeheersing voor de meeste mensen is een vorm van
cognitieve gedragstherapie. De beste weg naar gewichtsbeheersing op de lange termijn bestaat uit
een evenwichtig dieet, een programma van matige lichaamsbeweging en, als je wat extra hulp kunt
gebruiken, cognitieve gedragstherapie.

Psychologie, een inleiding – paragraaf 9.3.2. Wilskracht en de biologie van
zelfbeheersing
Zelfbeheersing heeft een biologische basis. Zelfbeheersing is een cognitieve bron, die evenals
lichamelijk uithoudingsvermogen, tijdelijk uitgeput kan raken. Verrassend genoeg lijkt zelfbeheersing
niet alleen in het gedrag, maar ook in het bloed meetbaar te zijn; aangezien suiker (glucose) een
energiebron is voor het lichaam, speculeren onderzoekers dat bij het uitoefenen van zelfbeheersing
een deel van die energie wordt verbruikt, waardoor mensen minder efficiënt worden bij het uitvoeren
van een volgende taak. Een suikerhoudende drank brengt in dit geval niet alleen de
bloedsuikerspiegel terug naar het oorspronkelijke niveau, maar ook de prestaties van degenen met
zelfbeheersing worden teruggebracht naar het niveau van degenen die zich konden laten gaan.
Blijkbaar berust de eigenschap die de meeste mensen wilskracht noemen in elk geval voor een deel
op de energiereserves in de bloedsomloop. Wel is het beter om je energieniveau te handhaven met
een eiwitrijk dieet of met complexe koolhydraten, dan je bijvoorbeeld voor te bereiden op een
tentamen met een glas frisdrank en een reep chocolade om je wilskracht te versterken.
Als je ervoor wilt zorgen dat je mentaal scherp bent, is matigheid een betere strategie dan ontzegging.



Psychologie, een inleiding – kernvraag 9.4. Hoe motiveren onze emoties ons?
Emoties zijn speciale klasse motieven die ons helpen om te gaan met belangrijke (meestal
externe) situaties en onze bedoelingen aan anderen over te brengen. Emoties vergroten ook onze


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvanoirschot1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  2x  sold
  • (3)
Add to cart
Added