Hoofdstuk 4
Eens per maand komt er uit één van beide eierstokken (ovaria) een eicel (0,2mm) vrij: de eisprong/
ovulatie.
zaadlozing= honderden miljoenen zaadcellen komen vrij vanuit vagina baarmoeder eileiders.
Doel: eicel.
zygote= bevruchte eicel.
embryo= ontwikkelingsstadium.
klievingsdeling= deling waarbij cellen niet groeien.
blastula= het stadium waarbij alle cellen migreren naar de buitenkant zodat in het midden een holte
overblijft.
vlokken= uitstulpingen die het baarmoederslijmvlies ingroeien. Dit proces heet innesteling.
Placenta vindt uitwisseling van voedingsstoffen, zuurstof en afvalstoffen plaats. Bloedsomlopen
van moeder en embryo gescheiden. De navelstreng verbindt via drie bloedvaten het embryo met de
placenta. Vruchtvliezen en vruchtwater beschermen de foetus tegen stoten en uitdroging.
X- en X-chromosomen= meisje
x- en y- chromosomen= jongen
Primair wat je bent bij geboorte.
secundair wat er veranderd aan je lichaam.
tertiair hoe je wordt.
Kern van lichaamscel: 46 chromosomen.
karyogram= afbeelding van chromosomen.
lichaamscellen= diploïd (2N), ze bevatten 23 chromosoomparen.
Voor elk paar geldt dat:
- Eén van beide chromosomen afkomstig is van de moeder, het ander van vader.
- Beide chromosomen info hebben over dezelfde erfelijke eigenschappen. (Bijvoorbeeld
oogkleur of lichaamslengte). Dit betekent dat zowel je vader als moeder info heeft geleverd
over al je eigenschappen.
Elk ei- en zaadcel bevatten 23 chromosomen haploïd (n). Meiose of reductiedeling= deling die
chromosoomaantal halveert. Voor de meiose verdubbelt het DNA.
1. Meiose I, de diploïde cel sorteert de paren.
2. Chromosoomparen gaan uit elkaar (n= 23).
3. Meiose II, chromatiden uit elkaar. Vier haploïde.
4. Bevruchting van de eicel.
Recombinatie= herverdeling van erfelijke eigenschappen van de (voor) ouders in een nakomeling.
Zaadballen bestaan uit dunne zaadbuisjes, daartussen liggen hormonen. Voorlopercellen leveren
door meiose per stuk 4 haploïde zaadcellen.
Meiose I eindigt met een ongelijke verdeling van het grondplasma: één cel krijgt vrijwel alles, de
ander vrijwel niets en vormt een poollichaampje.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gabyaskamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.