een handige samenvatting waarmee ik na drie keer proberen een 5.5 heb gehaald, ik vond dit zelf een heel moeilijk vak maar met deze samenvatting is het gelukt.
Hoofdstuk 1
1.1 Administratie geeft informatie
Informatie als middel bij het voorbereiden en het nemen van beslissingen
Intern
Het informatiesysteem binnen de onderneming moet in staat zijn aan elke functionaris de
informatie te verschaffen, die voor een juiste vervulling van zijn functie noodzakelijk is.
De boekhouding geeft naar zijn aard informatie over het afgelopen boekjaar, maar de
gebruiker kan ervan leren ten behoeve van de besluitvorming van de toekomst.
Extern
Ook voor bijvoorbeeld vermogensverschaffers kan informatie over de betrokken
onderneming van groot belang zijn bij het nemen van hun beslissingen.
1.2 Administratie als ‘a tool of management’
Eisen interne informatieverzorging:
1. Informatie is betrouwbaar
2. Informatie betreft een korte periode
3. Informatie is snel na verstrijken bedoelde periode beschikbaar
4. Informatie is van een juiste mate van detaillering.
Industriële onderneming: de geproduceerde en verkochte goederen verschillen van de
ingekochte goederen doordat bij het fabricageproces een technische vormverandering
optreedt.
Dienstverlenende onderneming: hier is vaak geen goederenbeweging aanwezig. Door het
ontbreken van de goederenbeweging zijn ook controles moeilijker uit te voeren.
Korte termijnplan = aankomend jaar
Een belangrijk onderdeel bij de opstelling van het budget is de budgettering van de
opbrengsten en de daarmee verbonden toegestane kosten.
1.3 Fabrieksboekhouding
In een industriële onderneming worden grondstoffen en andere materialen met behulp van
machines en arbeid omgezet in eindproducten.
Het doel van de boekingsgang in de fabrieksboekhouding is om de periodekosten in rubriek
4, via een verbijzonderingsproces in de rubrieken 5 en 6, om te zetten in productkosten in
rubriek 8, waardoor ‘als vanzelf’ een correcte winst- en verliesrekening over de afgelopen
periode wordt opgesteld in rubriek 9.
rubriek 0: grootboekrekeningen van vaste activa, eigen vermogen, voorzieningen en vreemd
vermogen lang;
rubriek 1: financiële rekeningen;
rubriek 2: controlerende tussenrekeningen;
rubriek 3: grootboekrekeningen van de voorraden grondstoffen, hulpstoffen en onderdelen;
rubriek 4: grootboekrekeningen van alle periodekosten, waarbij de kosten zijn ingedeeld in
kostensoorten (de zogenaamde categoriale indeling);
rubriek 5: grootboekrekeningen van de indirecte kosten en van de verbijzondering van deze
kosten. De keuze van de grootboekrekeningen hangt af van de toegepaste
,kostenverbijzonderingsmethode (zoals de opslagmethode of de kostenplaatsenmethode);
rubriek 6: grootboekrekeningen van alle fabricagekosten, te weten het grondstoffenverbruik
en gebruik van hulpstoffen en onderdelen, de directe loonkosten en de indirecte
fabricagekosten (zoals de afschrijving op de machines).
rubriek 7: grootboekrekeningen van de gereedgekomen eindproducten (bij massaproductie)
of gereedgekomen orders (bij stukproductie);
rubriek 8: grootboekrekeningen voor de vaststelling van het verkoopresultaat (kostprijs van
de verkopen, overige verkoopkosten en opbrengst van de verkopen);
rubriek 9: grootboekrekeningen die samen de analytische winst- en verliesrekening per
periode vormen (inclusief de rekeningen voor bijzondere baten en lasten).
De rubrieken 0, 1, 2, 3 en 7 bevatten balansrekeningen, de rubrieken 4, 5, 6, 8 en 9
resultaatrekeningen.
1. De boekingsgang staat hierboven, uitleg per nummer:
Voor het fabriceren van eindproducten of het uitvoeren van orders worden
grondstoffen uit het magazijn genomen. Hierdoor worden grondstoffen kosten in
het productieproces. Dit grondstoffenverbruik wordt gejournaliseerd met een
overboeking van rubriek 3 naar rubriek 4.
2. Voor de fabricage is ook arbeid nodig. De personeelskosten worden gejournaliseerd
naar rubriek 4. Daarnaast worden nog meer kosten geboekt in rubriek 4, zoals
huurkosten, afschrijvingskosten, interestkosten etc. op een bepaald moment zijn dus
alle kosten verzameld in rubriek 4.
3. De kosten die direct verband houden met de fabricage van eindproducten of orders,
zoals het grondstoffenverbruik en de directe arbeid, worden verzameld in rubriek 6.
Deze kosten worden daarom overgeboekt van rubriek 4 naar rubriek 6.
4. De indirecte fabricagekosten moeten via de opslagmethode of via de
kostenplaatsenmethode worden verbijzonderd naar de fabricage van de
eindproducten of de orders. Daarvoor worden deze indirecte fabricagekosten eerst
verzameld in rubriek 5.
5. In rubriek 5 wordt deze kostenverbijzondering gejournaliseerd, waarna de
overboeking naar rubriek 6 plaatsvindt. Op dit moment zijn alle fabricagekosten
geboekt in rubriek 6.
, 6. Als het fabricageproces van de producten gereed is, worden deze eindproducten op
voorraad gehouden in het magazijn. Het magazijn gereed product is rubriek 7. De
waarde van deze eindproducten wordt overgeboekt van rubriek 6 naar rubriek 7.
7. Als deze eindproducten worden verkocht, wordt de opbrengst verkopen geboekt.
8. Ook worden de eindproducten uit het magazijn genomen en afgeleverd. Deze
‘kostprijs van de verkopen’ wordt gejournaliseerd door deze over te boeken van
rubriek 7 naar rubriek 8.
9. Naast de kostprijs van de verkopen zijn er nog directe verkoopkosten (Zoals
verpakkingskosten) en indirecte verkoopkosten (Zoals reclamekosten en salaris van
verkopers). De directe verkoopkosten worden vanuit rubriek 4 rechtstreeks
overgeboekt naar rubriek 8.
10. De indirecte verkoopkosten worden vanuit rubriek 5 overgeboekt naar rubriek 8.
11. Het saldo van rubriek 8 is het verkoopresultaat. Dit wordt op de winst- en
verliesrekening geplaatst door dit saldo te journaliseren van rubriek 8 naar rubriek 9.
12. Ten slotte kunnen rubriek 5 en rubriek 6 nog een saldo bevatten, dat ontstaat door
een verschil tussen de standaardkosten (voorcalculatie) en de werkelijke kosten
(nacalculatie). Dit is het kostenresultaat. Deze saldi worden gedebiteerd of
gecrediteerd naar rubriek 9.
Uiteindelijk wordt het eindsaldo van rubriek 9 (nettowinst) toegevoegd aan het eigen
vermogen in rubriek 0.
De journaalposten worden gemaakt vanuit dagboeken:
- Verbruiksregister grondstoffen voor verwerking van stap 1.
- Overboekingsregister directe kosten voor verwerking van de stappen 3 en 9.
- Overboekingsregister indirecte kosten voor verwerking van de stappen 4 en 9.
- Opslagenregister voor verwerking van de stappen 5 en 10 bij de opslagmethode.
- Kostenverdeel- en dekkingsstaat voor verwerking van de stappen 5 en 10 bij de
kostenplaatsenmethode.
- Register gereedgekomen product voor de verwerking van stap 6.
1.4 Automatisering van de administratie in industriële ondernemingen
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninaplaisier73. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.18. You're not tied to anything after your purchase.