Samenvatting lesstof en powerpoints toets OBS3. Samenvatting bevat:
- Fysiologie van de baring
- Pathofysiologie van de baring
- Foetale bewaking (CTG)
- Pijnstilling tijdens de baring
Samenvatting toets EPA OBS-3
Fysiologie van de baring
Baringskanaal
Benige baringskanaal:
- Bekkeningang: wijst in dwars-ovale richting. Bovenkant symfyse.
- Bekkenholte: rond van vorm, ligt tussen bekkeningang en uitgang.
- Bekkenuitgang: wijdst in voor-achter richting.
Aan het baringskanaal kan een benig deel en een week deel worden onderscheiden. Het benig
bekken (pelvis) omringt het weke baringskanaal; het totaal wordt het kleine bekken genoemd.
Weke baringskanaal:
- Onderste uterussegment
- Cervix uteri
- Vagina
- Spieren en bindweefsel bekkenbodem en vulva
Het weke baringskanaal is de tunnel waardoor het kind wordt uitgedreven. Het kanaal wordt
gevormd door de weke delen. Van het grootste belang is dat het baringskanaal een sterke
buiging naar voren toe maakt, zodanig dat de bekkeningang en de bekkenuitgang een hoek van
90 graden met elkaar maken.
4 vlakken van hodge
Hodge 1: bovenrand symfyse en bekkeningang.
Hodge 2: evenwijdig aan H1, loopt tot onderrand symfyse.
Hodge 3: vlak voor spinae ischiadicae (nauwste deel bekken), als hoofd
hier langs is weet je dat vaginale baring goed kan lukken.
Hodge 4: bekkenbodem, bij labia spreiden zie je al het achterhoofd van de
baby. Baby dan bijna geboren.
Aard van voorliggende deel
Hoofd, stuit of dwarsligging.
Normale ligging: hoofdligging.
Stand van voorliggende deel
Wordt gevoeld aan de hand van de wijspunten kleine fontanel. Hoe staat
het hoofd?
Stand wordt weergeven naar de stand van het bekken.
A.a.l.v: achterhoofdsligging met achterhoofd linksvoor.
A.a.r.a: achterhoofdsligging met achterhoofd rechtsachter.
A.a.v: achterhoofdsligging met achterhoofd voor.
Achterhoofdsligging = meest optimaal.
Kind in AAA ligging vroeg persdrang.
Kruinligging
Voorhoofdligging= kan niet vaginaal geboren worden.
Aangezichtsligging
Wandbeenligging = asynclitisme, kind ligt schuin.
De baring komt op gang wanneer er weeën of contracties aanwezig zijn, vruchtwaterverlies (start
het vaak maar bij 10% van de baringen mee) en het verlies van bloederig slijm.
Wanneer kan je de diagnose stellen dat iemand in partu is?
, Er zijn vier of meer weeën per 10 minuten aanwezig.
Een vrouw moet zich concentreren op de wee en zucht deze weg.
De cervix verstrijkt, dus wordt korter.
Wanneer de vliezen breken is het belangrijk te kijken naar de kleur, geur en de hoeveelheid
vruchtwater. Maar ook heeft iemand krampen, is het kind goed ingedaald (navelstrengprolaps!),
kindsbewegingen.
Kleur Risico’s
vruchtwater
Groen Kind heeft intra-uterien meconium geloosd.
Diffuus groen: oud meconium.
Slierden: vers meconium = gevaarlijker!
Bij groen vruchtwater risico op meconiumaspiratie van kind.
Andere oorzaak kan nog zijn besmetting met bacterie listeria
monocytogenes.
Bloederig Onschuldig: na breken van de vliezen bijmenging vruchtwater
met bloed cervix.
Risico: abruptio placentae (solutio).
Bruin Koffiebruinachtige kleur IUVD.
Bruin door maceratie van intra-uterien overleden kind.
Wanneer is iemand goed in partu?
Valse start: onregelmatige en korte weeën waarbij lange pauzes, pijn blijft op hetzelfde niveau,
vooral pijn in de onderbuik, cervix verstrijkt niet.
Begin van de baring: regelmatige weeën waarbij frequentie en duur toeneemt, pijn neemt toe,
onderbuik rug en bovenbenen pijnlijk, cervix verstrijkt en ontsluiting treedt op.
Tekenen: vaginaal verlies van bloederig cervixslijm: de cervix gaat openen.
Contractiliteit van de uterus: contractiliteit kan het beste worden waargenomen door het voelen
van de spanning van de uterus tijdens een contractie en bij rust. Het wordt dan duidelijk hoe de
spanning van de uterus is en of de foetus tijdens een contractie nog door voelbaar is, zodat een
goed beeld wordt verkregen van de kracht van een contractie.
Begin van de baring
De foetus zet zelf de baring in gang via het produceren van hormonen als gevolg van de rijping en
activatie van het foetale endocriene systeem.
Via de placenta worden de stoffen aan de moeder doorgegeven.
Daardoor veranderen de cervix en het myometrium van de uterus (prostaglandines E2 en
oestrogenen spelen hierbij een belangrijke rol).
Het aantal oxytocinereceptoren neemt toe.
Er ontstaan specifieke verbindingen tussen de myometriumcellen
In korte tijd ontstaan synchronisatie en coördinatie tussen de spiercelcontracties; deze
contracties krijgen effect op de cervix.
De cervix verstrijkt verder (verstrijken is het verkorten van de portio).
Hierdoor stijgt de productie van prostaglandine E2.
Het passieve verwekings- en verstrijkingsproces wordt nu een actief proces, waarbij
regelmatige contracties effect op de cervix uitoefenen en hiermee de bevalling is
begonnen.
Wat wil je weten wanneer iemand gebroken vliezen heeft of weeën?
- G/P aterme datum.
- Hoeveelheid vruchtwater, kleur vruchtwater.
- Aard voorliggende deel.
- Mate van indaling.
- Zijn er contracties?
- Medische indicatie.
- Verloop zwangerschap.
- Kindsbewegingen.
- Bloedverlies .
Soorten van weeën
Braxton hicks: oefenweeën. Beginnen vaak al aantal weken voor de bevalling, harde buiken.
, Ontsluitingsweeën: starten langzaam op. Begint met irregulaire weeën, bij doorzetten zie je dat
vrouw regelmatige en frequente weeën krijgt. Duur weeën neemt toe, cervix verstrijkt en
ontsluiting treedt op. Hele buik is dan hard en onderrug doet mee.
Uitdrijvingsweeën: reflectoire persdrang.
Nageboorteweeën: weeën die optreden na geboorte van het kind op placenta geboren te laten
worden.
Naweeën: weeën na de bevalling waardoor baarmoeder kan involueren naar de juiste positie.
Werking van oxytocine
Hoofd drukt op cervix cervix zitten zenuwen waardoor in de hersenen door de hypofyse het
hormoon oxytocine wordt afgegeven aan de bloedbaan oxytocine stimuleert de baarmoeder tot
het maken van contracties.
Eerste tijdperk: ontsluitingstijdperk
Begint bij het verstrijken van de cervix en eindigt bij volledige ontsluiting.
Ontsluiting kent meerdere fasen:
Latente fase: cervix gaat verstrijken onder invloed van prostaglandinen. De cervix wordt
korter. Vrouwen ervaren nog geen heftige contracties en kunnen nog praten/activiteiten
uitvoeren.
Kan maximaal 8 uur duren voordat 3cm is bereikt.
Minstens 2 contracties per 10 minuten.
Overgangsfase: vanaf 4cm ontsluiting, baringsproces komt actief op gang.
Actieve fase/versnellingsfase: versnelling van de ontsluiting tot 9cm. Contracties worden
sterker, langer en komen regelmatiger voor. Pijnintensiteit neemt toe.
Deceleratiefase: duurt tot volledige ontsluiting. Vaak trager verloop van de laatste
centimeter ontsluiting
Snelheid van ontsluiting varieert, normaal 1cm tot 1.5cm per uur.
Vaginaal toucher tijdens ontsluitingsfase:
P: portio: cervix verstrijking. Normaal gesproken staand en gesloten. In de zwangerschap tegen het
einde wat weker. Bij start weeën gaat cervix verkorten.
O: hoeveel ontsluiting.
V: vliezen: staand of gebroken. Beste te voelen tijdens de weeën.
I: indaling vlakken van hodge.
A: aard van voorliggend deel, is het een hoofd of een stuit, of dwarsligging?
S: stand, moulage (of schedel al over elkaar gaat/schuift schedelnaden) is aanpassing aan
geboortekanaal, wanneer sprake is van moulage zijn er goede weeën. Caput succadeum: zwelling
op hoofdje van de baby door druk van de weeën en geboortekanaal.
Tweede tijdperk: uitdrijvingsfase
De uitdrijvingsfase is de fase waarin het kind zich verplaatst van de uterus naar het baringskanaal
(onderste uterus segment, cervix, vagina).
De uitdrijvingsfase begint wanneer een barende VO heeft en reflectoire persdrang. Het hoofd van
de baby bevindt zich dan op H3.
De duur van de uitdrijving wordt bepaald door de 3 K’S:
- Kracht: uitdrijvende kracht, frequentie, kracht van de weeën en perskracht barende.
- Kanaal: weerstand van het baringskanaal.
- Kind: grootte, ligging, presentatie en houding.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fdkoster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.67. You're not tied to anything after your purchase.