Hout- en plaatmaterialen
Soorten hout
Eik (loofhout)
• Kleur: geelbruine tot donkerbruine kleur
• groffe nerf
• rechte draad
• meest toegepaste loofhoutsoort
• toepassingen: binnen- en buitendeuren, meubels, timmerwerk, bouwhout, …
Walnoot (loofhout)
• kleur van Europees noten:
licht grijsachtig bruin tot warm donkerbruin,
al of niet voorzien van een fraaie zwartachtige tekening.
• Warrige draad en fijne nerf
• Gevarieerde tekening
• Matig duurzaam
• Bij vochtige omstandigheden met contact met ijzer: blauwzwart
• Zeer gemakkelijk door insecten aangetast
• Toepassingen
Woning: interieurtoepassingen, meubel
Buiten: terrassen, afsluitingen
Beuk (loofhout)
• Kleur: witachtig tot lichtbruin
• Sterk, hard en splintervrij
• Niet duurzaam
• Rechte, soms golvende draad en fijne nerf
• Gelijkmatige structuur met weinig tekening
• Binnentoepassingen
Es (loofhout)
• Kleur: wit tot geelachtig, licht geelbruin
• Taaie houtsoort
• Recht, soms golvende draad en groffe nerf
• Niet duurzaam
• Hard, soepel, heel elastisch en veerkrachtig
• Toepassingen: sportartikelen, gereedschap, betimmeren, meubels, parket, dekfineer
Grenenhout (naaldhout)
• Kleur: licht tot roodbruin-geel kernhout, wit tot geelachtig wit
spinthout
• Meest toegepaste
• Matig tot weinig duurzaam
• Rechte draad en fijne nerf
• Toepassingen: binnen en buiten, botenbouw, waterbouw, meubels
1
,HOUT
Groei en bouw van de boom
Dwarsdoorsnede van een stam
spint: levende deel : transport water van wortels naar
kruin
kern: donkerder kleur dan het spint
hart: bruin sponsachtig weefsel, enkele mm
straal: horizontaal: opslag en transport van water en
voedingsstoffen
cambium: verhouten: celdeling> groei hout > groeiringen
bast: laagje weefsel, transporteert voedingsstoffen naar
wortels
schors: de afgestorven verkurkte bast.
De dikte en lengtegroei van de boom
Verkerning:
• Cambium produceert steeds nieuwe houtvezels over de reeds bestaande -> boom dikker
• Jonge boom: bladkroon neemt sterk toe in volume <-> stam hout moet bladkroon dragen en
voeden
• Ontwikkeling bladkroon vermindert, steeds nieuwe houtlagen blijven gevormd worden
-> saptransport overbodig in een gedeelte in de stam, in de kern
-> saptransport houdt geleidelijk aan op en de kern wordt droger
Het hout dat nog niet verkernd is noemt men spinthout, het verkernde is kernhout.
o Spinthout: buitenste licht gekleurde deel
o Kernhout: binnenste, meestal donkerder gekleurde deel
Het verschil in eigenschappen tussen kernhout en spinthout:
1. Vochtgehalte: in vers hout is het vochtgehalte van spinthout hoger dan dit van kernhout
2. Kleur: kernhout is meestal donkerder dan spinthout
3. Geur en smaak: sterker bij kernhout dan spinthout
4. Duurzaamheid: kernhout is duurzamer dan spinthout
o Voedsel uit spinthout omgezet in stoffen, afwerend op insecten of zwammen
o Vaten afgesloten, intreden water belemmert
5. Beschermbaarheid: spinthout neemt veel gemakkelijker bescherming-producten op dan
kernhout.
Als we over hout als product praten, bedoelen we voornamelijk kernhout.
Steeds nieuwe scheuten: een tak die op een hoogte van 3m uit de stam komt zal in 10 jaar veel
dikker worden maar blijft op dezelfde hoogte.
2
,Snijvlakken
3 snijvlakken die elk een verschillend uitzicht geven
1. Kops gezaagd hout (= tranversaal)
Doorsnede loodrecht op de as van de boom
Men ziet ringen
2. Kwartiers gezaagd hout (=radiaal)
Lengte doorsnede, richting samen met straal
Men ziet verticale strepen
3. Dosse gezaagd hout (= tangentiaal)
Lengte doorsnede, loodrecht op de straal
Men ziet ‘vlammen’
Bestandweefsels
a) Steunweefsel: stevigheid
b) Transportweefsel: vervoert sappen uit
de grond naar de bladeren
c) Voedselopslagweefsel: voedsel
opslagen en verdelen
Verschil tussen loofhout en naaldhout
Loofhout Naaldhout
o Bedektzadig o Naaktzadig
o Steunweefsel: vezels: korter en o Transport en steunweefsel:
sterkere verdikte wanden Tracheïden: langerekt, minder verdikte
o Transportweefsel: Houtvaten: lange, wanden
smalle kanalen o Geen vaten
o Kops vlak: poriën o Voedselopslagweefsel: veelvuldige
o Langsvlak: fijne, lange groefjes smalle en lange stralen
o Voedselopslagweefsel: Houtstralen:
grote verschillen in dikte & hoogte
Opbouw van het hout
groeiringen
= bij elke groeiperiode ontstaat een nieuwe laag houtcellen tussen hout en cambium; deze lagen zijn
meestal duidelijk zichtbaar op een dwarsdoorsnede van een boom als concentrische banden.
• Tropisch en inlands hout
• Kleurverschil: donker & licht= 1 groei- of jaarring
Vroeghout en laathout
vroeg- of lentehout = Actieve periode: gunstige weersomstandigheden
>veel sap omhoog >brede vaten en tracheïden voor transport
laat- of zomerhout = Rustperiode: zomer, kruin volgroeid, minder voedsel nodig,
>geen aanwas> smallere vaten en tracheïden, meer verdikte wanden
→ vooral te zien in het kleurverschil
Vroeghout is losser, lichter en biedt minder weerstand dan laathout
3
, Groeiringbreedte
Sterkte en hardheid van het hout hangen grotendeels af van de dikte van groeiringen
o Sterk loofhout: brede ringen, snelle groei
o Sterk naaldhout: smalle ringen, trage groei
Houtgebreken
Dubbelhart
= Zijtak die even dik wordt als de stam
De boom vertakt zich dan als het ware op bepaalde hoogte
en vormt zo een reusachtige vork. Wanneer men de boom
nu aan de basis van de vork doorzaagt, dan vindt men twee
afzonderlijk kernen.
Kan soms een voordeel zijn.
draaigroei
Normaal: vezels recht en evenwijdig met hart
spiraalvormige groei -> splijten van boom
kwasten
Boom heeft takken >sterven af >vallen af of worden afgezaagd
Tak groeit Tak wordt gesnoeid
• vanuit cambium knop of scheut • dode tak dicht tegen stam snoeien
• klein, dun stengeltje wordt dikker • onmiddellijk overgroeid
• takvoet dieper en dieper • samenhang tussen tak en stam = VASTE KWAST
Losse kwast: Dode tak die bleef
zitten
macrokenmerken
Vlamtekening: Geaderde tekening:
• Dosse gezaagd hout Verschillende gekleurde lagen
• Langgerekte vlammen door
kegelgroei
• Grenenhout: kleurverschil vroeg en
laat hout
• Eiken: porierijke en poriearme zone Zebrano
in eenzelfde groeiring
eigenschappen
fysische eigenschappen
het volume gewicht
Volume gewicht of volumieke massa van hout:
Gewicht (massa) per volume-eenheid: kg/m³
Bij hout probleem: gewicht afhankelijk van de hoeveelheid water in celholtes.
Volumieke massa van een houtsoort = gewicht na droging tot 12% vochtgehalte
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jude99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.