In dit document vind je een uitgebreide uitwerking van alle leerdoelen die in het toetsmatrijs staan van de kennistoets langdurige zorg van de Hogeschool Viaa. De gemarkeerde woorden of zinnen in het document zijn alle hoofdonderwerpen die je sowieso moet kennen volgens het toetsmatrijs. Alle leer...
Answer: Het afweersysteem vallen de bétacellen van de pancreas aan. De bétacellen produceren insuline dus het lichaam kan veel minder of geen insuline zelf meer aanmaken. Daarom is het nodig om insuline te spuiten.
2.
Wat zijn de kenmerken van een hypoglykemie?
Answer: Bij een hypo is er sprake van een extreem lage bloedsuikerspiegel. De klachten waaraan u een hypo kunt herkennen zijn: zweten, trillen, gapen, bleek zien, wazig zicht, hoofdpijn, duizeligheid, hongergevoel, gevoel van kou, hartkloppingen, vermoeidheid en stemmingswisselingen.
3.
Wat is sociale veroudering?
Answer: Sociale veroudering is te herkennen aan: achteruitgang van vaardigheden, verkleining van het sociale netwerk en toename van het gevoel van sociale onveiligheid
4.
Wat is de preventie van een CVA en hoe wordt CVA behandeld?
Answer: Preventie van een CVA kan door:
te stoppen met roken, voldoende bewegen,
niet te veel vet eten.
Behandeling CVA:
Bij een herseninfarct of TIA bestaat de behandeling onder andere uit trombolyse en medicijnen. Bij een hersenbloeding krijgt u bloeddrukverlagende medicijnen, of vragen we u te stoppen met het slikken van bloedverdunners. In sommige gevallen is een halsslagaderoperatie nodig.
5.
Wat zijn de twee verschillende vormen van injecteren?
Answer: Subcutaan en intramusculair
Content preview
,Inhoudsopgave
De student herkent de preventie, oorzaken, diagnose, symptomen, vormen, behandeling, prognose
en epidemiologie van DM. .......................................................................................................................5
De student onderscheidt hoe de bloedglucosewaarde bij DM gereguleerd wordt................................7
De student onderscheidt de symptomen van diabetische ketoacidose, hypoglycemisch coma en
hyperglycemisch hyper osmolair syndroom en kan deze verklaren. ......................................................8
De student onderscheidt veranderingen in de lichaamssamenstelling bij ouderen die consequenties
hebben voor de farmacokinetiek en -dynamiek. ..................................................................................10
De student onderscheidt de problematiek bij medicijngebruik en medicijnveiligheid bij ouderen. De
student onderscheidt de normale, functionele, cognitieve, emotionele en sociale veroudering. .......11
De student herkent de oorzaken en symptomen van COPD en Astma. ...............................................12
De student herkent de preventie, diagnose, behandeling en prognose van COPD en Astma. ............18
De student herkent de epidemiologie van COPD en Astma. .................................................................18
De student herkent de definiëring, omschrijving, oorzaken, co morbiditeit en epidemiologie van een
verstandelijke beperking. ......................................................................................................................18
De student onderscheidt psychotische aandoeningen door vormen, oorzaken, diagnose, behandeling
en epidemiologie te herkennen. ...........................................................................................................21
De student onderscheidt de kenmerken van het specialisme psychiatrie, de geschiedenis van de
psychiatrie en de uitgangspunten van de biologische psychiatrie. .......................................................26
De student onderscheidt de behandeling, de werking en bijwerkingen van antipsychotica. ..............28
De student herkent de oorzaken, diagnostiek, symptomen, vormen, behandeling, prognose en
epidemiologie van MS. ..........................................................................................................................29
De student herkent hoe op cellulair niveau de membraanpotentiaal tot stand komt en verandert bij
de prikkelvorming- en geleiding. ...........................................................................................................32
De student herkent de preventie, oorzaken, diagnose, symptomen, vormen, behandeling, prognose
en epidemiologie van incontinentie. .....................................................................................................34
De student onderscheidt de oorzaken, symptomen en behandelmogelijkheden van
prostaathypertrofie, prostaatcarcinoom, urineweginfectie, blaastumoren en urolithiasis. ................36
De student herkent de kenmerken en functies zijn van de verschillende vitamines, mineralen en
spoorelementen. En kan hierin onderscheid maken tussen water en vetoplosbare vitamines. ..........39
De student herkent de kenmerken en functies zijn van koolhydraten, eiwitten en vetten en niet
verteerbare polysachariden...................................................................................................................42
De student herkent de epidemiologie, preventie, oorzaken, (alarm)symptomen, diagnostiek,
classificatie, behandeling en prognose van maligne tumoren. .............................................................45
De student onderscheidt de overeenkomsten en verschillen tussen goed- en kwaadaardige tumoren.
...............................................................................................................................................................51
De student herkent de epidemiologie, preventie, symptomen, oorzaken, diagnostiek, behandeling en
prognose van een CVA herkennen. .......................................................................................................52
De student onderscheidt de anatomie en fysiologie van de bloedvoorziening van de hersenen
herkennen. .............................................................................................................................................54
,De student herkent de epidemiologie, preventie, symptomen, oorzaken, diagnostiek, behandeling en
prognose van hartfalen..........................................................................................................................57
De student onderscheidt de werkvelden en huidige ontwikkelingen in de langdurige zorg. ...............60
De student onderscheidt de termen Compliance, adherence, concordance en persistence in relatie
tot therapietrouw en kan dit toepassen op een casus. .........................................................................61
De student onderscheidt de vijf fasen van Morse en het Chronic Care Model van Wagner en kan dit
toepassen op een casus. ........................................................................................................................62
De student herkent de verpleegkundige aandachtspunten observatiepunten bij COPD en
onderscheidt de werking, bijwerking van bronchusverwijdende therapie bij COPD............................66
De student onderscheidt de recente ontwikkelingen en verschillende definities die van toepassing
zijn op geriatrie. .....................................................................................................................................71
De student onderscheidt de definitie, prevalentie en de frailty markers bij kwetsbare ouderen. ......83
De student onderscheidt de geschiedenis, de maatschappelijke ontwikkeling, de indeling met
betrekking tot de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. .............................................91
De student onderscheidt analyse instrumenten en methodische begeleidingsvormen en kan die
toepassen op een casus. ........................................................................................................................93
De student onderscheidt de domeinen en het meetinstrument van Schalock, de ervaringsordening
(Timmers-Huigens), LACCS en kan dit toepassen op een casus. ...........................................................95
De student onderscheidt de communicatieniveaus en Totale communicatie en kan deze toepassen
op een casus. .........................................................................................................................................97
De student herkent de seksuele ontwikkeling van de zorgvrager in relatie tot de beperking en
symptomen van seksueel misbruik. ......................................................................................................98
De student onderscheidt de competenties en taken van een verpleegkundige die relevant zijn in een
FACT-Team De student onderscheidt aandachtspunten die van belang zijn in contact met zorgvragers
met psychotische aandoeningen. ........................................................................................................108
De student herkent in een casus de invloed van psychiatrische aandoeningen op het cliëntsysteem
en weet welke gezinsinterventies daarbij ingezet kunnen worden. ...................................................110
De student onderscheidt aandachtspunten die van belang zijn bij het begeleiden van zorgvragers
met incontinentie. ...............................................................................................................................111
De student onderscheidt de diverse aspecten en functies van voeding die het lichaam nodig heeft
wanneer er sprake is van MS of een oncologische aandoening en kan dit toepassen op een casus. 112
De student onderscheidt het Sunrise model van Leiniger, het model van Purnell en de
cultuurdimensies van Hofstede en onderscheidt van hieruit handvatten die behulpzaam zijn in
communicatie met een zorgvrager met diverse culturele achtergronden en past dit toe op een casus.
.............................................................................................................................................................127
De student onderscheidt de verschillende benaderingen voor de markering van en het omgaan met
zorgvragers in de palliatieve fase, terminale fase en stervensfase. ....................................................130
De student onderscheidt het proces van gezamenlijke besluitvorming en proactieve zorgplanning en
kan dit toepassen op een casus. ..........................................................................................................131
De student onderscheidt de vier dimensies van palliatieve zorg bij ernstig hartfalen en kan deze
toepassen in een casus. .......................................................................................................................131
, De student onderscheidt de geschiedenis, zijn visie en het functioneren van het classificatiesysteem
Omaha en kan dit toepassen op een casus. ........................................................................................133
De student kan de variabelen, stressoren en hulpbronnen van het NSM onderscheiden en een PES
opstellen naar aanleiding van een casus. ............................................................................................135
De student onderscheidt de vier dimensies van palliatieve zorg in relatie tot de variabelen van het
NSM......................................................................................................................................................137
De student onderscheidt de verpleegkundige aspecten bij revalidatie na een CVA. .........................137
Onderscheidt de EWS-score, SBARR en de ABCDE-methode en passen dit toe op een casus. ..........137
De student herkent technologieën en innovaties voor gebruik ten behoeve van diabetes regulering
.............................................................................................................................................................140
De student onderscheidt wat mantelzorg is en hoe de Caregiver Strain Index en het
draagkracht/draaglast model ingezet kan worden. ............................................................................140
De student herkent het ASE-model, het model van Lalonde en herkent de relatie met Healthy ageing.
.............................................................................................................................................................141
Suggestie: De student onderscheidt de taken van verpleegkundigen in de eerstelijnsgezondheidszorg
en hoe deze georganiseerd zijn. ..........................................................................................................146
De student onderscheidt de verschillende soorten revalidatiezorg. ..................................................147
De student onderscheidt hoe de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking georganiseerd
is en hoe de verschillende disciplines met elkaar samenwerken. .......................................................158
De student beschrijft een onderbouwde visie op de zorg voor mensen met een verstandelijke
beperking. ............................................................................................................................................159
De student onderscheidt het ontstaan, het doel, de taak, de rol van de verschillende disciplines in
een sociaal wijkteam. ..........................................................................................................................159
De student kan benoemen wat de taken van Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn. ....................160
De student onderscheidt de dilemma’s ten aanzien van de gevolgen voor de zorgvragers met
chronische aandoeningen en kan deze toepassen op een casus. .......................................................162
De student onderscheidt de drie perspectieven op hoop en kan in een casus verpleegkundige
interventies met betrekking tot hoop en troost toepassen. ...............................................................162
De student onderscheidt een ethisch dilemma en kan een onderbouwde mening hierover
presenteren middels een mindmap. ...................................................................................................164
De student kan benoemen welke invloed de zingeving van iemand heeft op het veranderen van de
leefstijl en wat dit kan betekenen voor de verpleegkundige interventies..........................................164
De student onderscheidt hoe de WLZ, WMO en WGBO van toepassing zijn op een casus over de
langdurige zorgverlening. ....................................................................................................................166
De student kan volgens protocol in een gesimuleerde zorgsituatie een eenmalige- en
verblijfskatheter inbrengen en kan in een gesimuleerde zorgsituatie een suprapubische katheter
verzorgen. ............................................................................................................................................166
De student kan volgens protocol in een gesimuleerde zorgsituatie een intramusculaire en subcutane
injectie klaarmaken en toedienen. ......................................................................................................175
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isawillemsen2005. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.00. You're not tied to anything after your purchase.