Samenvatting Tijd voor Geschiedenis - Leerjaar 1 - havo/vwo - Hoofdstuk 6 - Licht op de Middeleeuwen
41 views 2 purchases
Course
Geschiedenis
Level
HAVO
Samenvatting van hoofdstuk 6; per paragraaf de belangrijke woordenlijst, eventuele belangrijke jaartallen en een samenvatting met de belangrijkste informatie.
Behandeld wordt de tijd in de Middeleeuwen waarin er standen waren, er een leenstelsel was, de Noormannen aanvielen en een groot deel van E...
Samenvatting Hoofdstuk 6: Licht op de Middeleeuwen
Paragraaf 1: Licht op de Middeleeuwen
Woordenlijst
Standenmaatschappij Maatschappij (ook wel: samenleving) met een indeling in standen.
In de middeleeuwen waren er drie standen. Bovenaan stond de geestelijkheid, gevolgd
door de adel en de boeren en burgers. De adel en de geestelijkheid vormden maar een
klein deel van de samenleving, terwijl de boeren en burgers de meeste plaats innamen.
Stand Bevolkingsgroep op basis van geboorte en afkomst.
Geestelijkheid Verzamelnaam voor alle mensen die hoorden bij de (katholieke) kerk.
De geestelijkheid was in de middeleeuwen de eerste stand, omdat zij dichter bij God
zouden staan dan de edelen en boeren.
Adel Mensen die op grond van hun hogere afkomst een titel hadden, zoals graaf, hertog of
ridder.
De adel, de tweede stand in de middeleeuwen, had net als de geestelijkheid veel
voorrechten. Edellieden hielpen de koning met de uitvoering van het bestuur, voerden
oorlog voor hem en regelden de rechtspraak in het gebied waar zij namens de koning de
baas over waren.
Boeren en burgers Mensen uit het onderste deel van de samenleving zonder veel rechten.
De groep boeren en burgers was heel divers. Wie namelijk geen geestelijke of edelman
was, behoorde tot derde stand, of hij of zij nu arm was of rijk. De boeren en de
stadsburgers hadden in de middeleeuwse standensamenleving veel meer plichten dan
rechten.
Samenvatting
In de middeleeuwen was de samenleving verdeeld in drie groepen (standenmaatschappij): de
geestelijken, de adel en de boeren. De geestelijken waren mensen met een functie in de kerk, van de
paus tot de dorpspriester. De adel had titels zoals hertog of graaf, en ook ridders hoorden hierbij.
Ridders hielpen de koning met het bestuur, rechtspraak en oorlog. De grootste groep was de derde
stand, de boeren, die het land bewerkten. Burgers en boeren werkten voor de andere standen. Later
werden de burgers van steden ook bij deze groep gevoegd.
1e stand: de geestelijken
2e stand: de adel
3e stand: de boeren (en de burgers)
Tijd voor Geschiedenis Leerjaar 1 havo/vwo Versie 3.0
, Samenvatting Hoofdstuk 6: Licht op de Middeleeuwen
Paragraaf 2: Karel de Grote, vader van Europa
Woordenlijst
Frankische Rijk Gebied in West-Europa dat tussen de derde en de tiende eeuw door
Franken werd bestuurd.
Het Frankische Rijk kreeg in het jaar 800 een keizer: Karel de Grote.
Paus Leider van de katholieke (christelijke) kerk.
De paus woont in Rome in het Vaticaan (een kerk). Op de foto zie je de
huidige paus, Franciscus.
Feodalisme (leenstelstel) Middeleeuwse vorm van bestuur, waarbij de koning grond uitleende aan
de adel die hem in ruil hielp met het bestuur en het leger.
Feodalisme is een ander woord voor leenstelsel. Naast het helpen met
besturen zorgde de adel ook voor de rechtspraak, soldaten en het innen van
belastingen.
Leenheer Grondbezitter die grond uitleende om zo zijn rijk te kunnen besturen.
De leenheer gaf zijn grond in leen, omdat het rijk te groot was om in zijn
eentje te kunnen besturen.
Vazal Geestelijke of edelman die bij de koning in dienst was.
Het woord 'vazal' stamt af van het Keltische woord ‘gwasawl’ dat
‘dienende man’ betekent.
Leenman Geestelijke of edelman die grondgebied van de koning in leen kreeg.
Achterleenman Geestelijke of edelman die grondgebied van een leenman in leen kreeg.
De leenman zelf had dit gebied van de koning in leen gekregen.
Missionaris Persoon die het christendom verspreidt.
Het woord 'missionaris' komt van het latijnse woord ‘missio’ dat
‘uitzending’ betekent.
Klooster Gebouw waarin geestelijken wonen die hun leven in dienst van God leven.
Mannen die in een klooster wonen heten monniken; vrouwen heten
nonnen. In een klooster wordt vooral veel gebeden, maar er worden ook
praktische werkzaamheden verricht. In de middeleeuwen waren dat vaak
schrijfwerkzaamheden, zoals het overschrijven van de Bijbel.
Karolingische Renaissance Opleving van kunst en cultuur in de tijd van Karel de Grote.
Ook wetenschap en onderwijs maakten in deze periode een bloeiperiode
door.
Tijd voor Geschiedenis Leerjaar 1 havo/vwo Versie 3.0
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MeesterMark. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.