Algemene literatuurwetenschap 2
LES 27/10: postklassieke narratologie
postklassieke narratologie
Structuralisme
o Vooral focus op tekst
o Weigeren tijd te besteden aan ontvanger
Postklassieke narratologie
o Weg van de tekst laat ons de wereld en de lezer erbij betrekken
Structuralistische benadering onder vuur
o Vragen Beckett
Er is alleen maar taal
o Idee van verhalende teksten in vraag stellen
o Geen theorie meer mogelijk
1970s-1980s = narrative turn
o Overal dook het verhaal plots op
o Ook in nieuwe media zoals film
o Verhaaltheorie die we kenden kon niet meer toegepast worden
o Minder abstract, meer toegepast
o Nieuwe benadering = postklassieke narratologie
Zeker niet tegen klassieke narratologie
o Bouwen erop voort
o Integratie: oude theorieën + nieuwe toepassingen
o Opzoek naar nieuwe definitie van verhaal
Citaat David Herman
o Postklassiek is niet poststructuralistisch
Cognitive narratology (CN)
Deel van postklassieke narratologie (focus op mind)
Enter reader
o De cognitie van de lezer
o Lezer in klassieke narratologie? (impliciet aanwezig)
Reception theory als voorganger (1980)
o Iser: ‘implied reader’, ‘leersteller’
o Robert Jauss: reception history, verwachtingspatronen
Kenan: erkenning rol lezer bij karakterisatie
Reception theory = cognitive paradigm (erkenning of niet erkenning)
Cognitive narratology = deel van cognitive science
o Breed veld van allerlei verschillende benaderingen die met de mind te maken
hebben
Voelt zich zowel in cognitive science thuis als postclassical narratology
Heel breed gebied
Soms meet psychologie dan liticrit
Wij focussen op de manier hoe de lezer verhalen leest
Voorkennis van de lezer en de context = cruciaal voor alle theorieën in CN
Frame theory
Concept frame uit computer wetenschap
Ontwikkeld door Minsky
, Brein vergelijken met computer
Mental representaions
Frame= stereotyped situation
People will select a structure from memory to deal with a new situation
Frame wordt altijd bijgesteld (vb. stoel)
Idee van hoe een verhaal in elkaar zit
o Soms is het dat, soms niet
Jahn 3 modellen (frames) voor derde persoonsvertelling (GEEN THEORETISCHE VRAAG GWN
IDEE)
o X tells R that Y sees that Z does something
Meest volledige formule van derde persoon
X = verteller
R=
Y= focaliser
Z = object
o X tells R that Z does something
Interne focalisator ontbreekt
o (X tells R) that Y sees that Z does something
Onzichtbare narrator
Aan elk model = verwachtingen gekoppeld
Frames worden tijdens het lezen geactiveerd maar soms ook verworpen
Op zoek naar oplossing tussen verwachtingen en nieuwe info in de tekst
Scripts theory
Scripts (D Herman)
o Ook mental representations
o Gaat over verwachtingen, maar over sequenties
o Frames statisch, scripts dynamisch (beter voor literaire teksten)
o Scripts bestaan uit frames die elkaar opvolgen
David Herman
o Verhaal: bestaande kennis (lezer) + nieuwe data (tekst)
o Welke kennis = minimal story (structuralisme) = temporal and clausal sequence of
events
o Hoe erkent de lezer een verhaal
Nieuwe informatie
Actie
o Verhaal = verband tussen nieuwe info en bestaande script
Vb. Mary… kite
is een verhaal, link tussen zin is een cadeau van verjaardagsfeest
o activatie script
o dingen herkennen zonder dat ze letterlijk in de tekst staan
Nieuwe elementen zijn de namen Mary en Jack
Activation of scripts + context
o Aantal scripts die geactiveerd zijn bij de lezer is beperkt door de tekst
o Narrativity: hoe hoger, hoe meer de tekst als een verhaal wordt herkent
Hoe meer scripts er zijn en hoe complexer ze zijn, hoe sneller de tekst als een
verhaal wordt beschouwd
Narrative innovation
o Expliciete verwerping van oude scripts
o Lezer moet op zoek naar een andere soort wereldkennis voor interpretatie
Traditionele genderrollen worden omgekeerd
, Hedendaagse bewerkingen van sprookjes
Experimental literature
o Diachronische benadering
Ontwikkeling tijd
o Synchronische benadering
Ontwikkeling over genre
o Bijdrage tot literatuur geschiedenis
The City
o Script van alien in ufo
o Script hoe lees ik een graphic novel
Character construction theory
Probleem structuralisme was: wie moet die karakters herkennen?
Schneider: hoe doen de lezers dat?
o Bottom-up: informatie van de tekst
+
o Top-down: bestaande kennis (frames en scripts)
o Circular (continu bijgewerkt)
2 soorten modellen
o Categorie = top down
Sociaal, literair, veralgemeningen in tekst
Personages hebben geen namen
We hebben wel een idee hoe an laywer eruit ziet en krijgen er stereotypen
bij
o Personalisatie = bottom up
Als de info in de tekst jouw idee tegenwerkt
Vaak bij indirecte zelf-karakterisering van personages
Als je denkt dan aan een advocaat bepaalde stereotypes als die erop eens
niet zijn in de tekst kijk je naar personage zelf dus personalisatie
Dan heb je een meer persoonlijk beeld van personage
o NB: individuation = combinatie
Als de info in de tekst de categories bevestigt
Personage = lid van category maar individualised
Categorie = deel van een complex personage
Pegasisch
o Rijmeester
Categorie
Geen individuation want we weten niets van de rijmeester behalve dat hij
dat is
Meesters in het algemeen ook stereotypen
Fictional minds = real minds
Alan Palmer (2004,2010)
Real minds = models voor fictional minds (op dezelfde manier behandelen)
o Minder focus op fictie en meer op mind sciences
Continuing consciousness frame
o Als je een verhaal leest ga je je altijd dingen inbeelden
o Proces = dynamisch
o Joining up the dots = om het onderliggende bewustzijn van personages continu te
erkennen
, Social minds
o Stoppen met fixeren op 1 fictional mind
o Meer kijken naar gedrag personage
o Externalist perspective
Dispositions = sociaal geaccepteerde gewoontes om het fictional mind ????
o Intermental (public) ipv intramental (private) thought
o Middlemarch: Dorothee is a collective mind voor de rest van de personages
o De kaart
Beschrijving dorp en boekenwinkel creëert een collective mind van het dorp
(iedereen weet wat een dorp en Sinterklaas is)
De jongen staat tegenover collective mind en neemt steeds meer afstand
van zijn dorp
o Grens tussen mind en world in poreus
Theory of mind
Zunshine
We weten dat er andere minds zijn
We kunnen eigen mind interpreteren, maar ook die van andere
Mind reading die we constant doen ook in het echte leven
MAAR: soms is het moeilijk om real en fictional minds te vergelijken ???
Balans tussen uitdaging en beloning
o Niet te moeilijk maken voor de lezer wel een beetje een uitdaging
o ???
Pegasisch
o Weinig achtergrond info – veel onzekerheid
o Onverwachtse wending op het einde (conflict lost op)
o Drie mogelijke interpretaties
Theory of mind werkt niet (haar mind verkeerd gelezen)
Lezer bedenkt een extra element op de theory of mind te doen werken (veel
tijd ertussen)
Lezer stopt met logica achter de wending te zoeken
LES 10/11: feedback proefexamen en vragen
Feedback proef examen
Zie word
Recap structuralisme
Zie ppt
Character construction theory in de aanmaning
o Inspecteur
Individuation
Ons verwachtingspatroon wordt bevestigd
Stereotiep
o Nora
Individuation
Betwetterige doctoraat student
Voorbeeld vragen examen
Theorie en toepassing
Zie ppt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller axelleleuridan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.02. You're not tied to anything after your purchase.