100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Algemene literatuurwetenschap 2 $13.08
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Algemene literatuurwetenschap 2

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn notities van het vak, maar tegelijkertijd een heel overzichtelijke en gedetailleerde samenvatting.

Preview 3 out of 29  pages

  • March 28, 2024
  • 29
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Olga beloborodova
  • All classes
avatar-seller
Algemene literatuurwetenschap 2
LES 29/09: intro + inleiding basisbegrippen
Verhaal?
 Geen handleiding om het te schrijven ↔ techniek altijd een uitleg of handleiding
 Waarom?
o Wij als mens hebben een ‘literary mind’ (Turner 1996)
o Waarom hebben we dan the science of narrative of verhaal theorie nodig?
o Weten hoe iets gemaakt is helpt ons om het beter te begrijpen → beter lezers en
schrijvers (literatuurwetenschap)
 Hoe?
 Inductie: tekstgenese (studie van de schrijfprocessen)
o Je vertrekt van de data en maakt conclusies
o Analyseren klad van schrijvers
 Deductie: verhaaltheorie (structuur en elementen)
o Eerst theorieën bespreken die al bestaan en dan naar
verhaal kijken
Verhaal vandaag
 Verhaal heeft een ruime betekenis
 Narrative turn → in veel menswetenschappen is er in de laatste 50 jaar veel aandacht
gekomen voor de notie “verhaal”
 Verhalen in verschillende vormen, heel breed (zoals Instagram verhalen, marketing, kleding)
Functies van verhalen
 Behoefte: verhalen zijn therapeutisch
 Verplichting: als je gedrag moet verantwoorden (politie, verdacht van criminele daden)
 Entertainment: Van Dale: verhaal = mondelinge voordracht al dan niet verzonnen
gebeurtenissen met het doel publiek te verstrooien of te boeien
 Doorgave van normen en waarden: met risico op manipulatie: een visie wordt ongemerkt
opgedrongen (sprookjes, reclame)
Narratologie
 = verhaalanalyse/ verhaaltheorie
 Term (vanaf het structuralisme) voor wetenschappelijk verantwoorde theorie van de
verhalende tekst
 Behandelt vooral literaire verhalende teksten
o Maar ook: drama, poëzie, andere media
o Doel: op zoek naar onderliggende structuren
 Theorie van de verhalende tekst + toolkit
Basisbegrippen
 geschiedenis en verhaal (11-14)
o E.M. Forster theoriseerde over verhaal
o Geschiedenis (story): chronologisch
 The king died and the queen died (plot ontbreekt)
o Verhaal (plot): causaal verband nodig
 The king died and the queen died of grief
o Poging (1) definitie verhaal

,  Aaneenschakeling van gebeurtenissen?
 Gebeurtenis?
 Chronologisch? Logisch? Oorzaak-gevolg?
 Gebeurtenissen en verbanden
 Temporeel (chronologisch) of causaal
 Verschil?
o Poging (2) tot definiete verhaal
 “a narrative is the semiotic representation o a series of events meaningfully
connected in a temporal and causal way” (HNA 13)
 ? wat is betekenis vol voor jou? Betekenis vol moet altijd wel rest (temporeel
en causaal) niet
o Poging (3) tot definitie verhaal/ narrative
 Gerald Prince (HNA 13) Minimal story
 Minimaal 3 elementen
 Begin situatie
 Actie
 Uitkomst
 Verhaal pinguïn beantwoord aan criteria
 ↔ Rimmon Kenan: temporal connection nodig zegt ze = minimal story
o Alle definities verschillen van benadering
 Betekenisvol heel belangrijk
o Oefening: Waarom zijn de drie teksten verhalen?
 De kaart
 Minimal story (alle delen aanwezig)
 Verteller duidelijker dan in Pegasisch
 Pegasisch
 Minimal story (alle delen aanwezig)
 Je moet het zelf doen, geen hulp van verteller
 City
 Begin: buitenaards wezen land in een stad
 Actie: wandelt met hond
 Uitkomst: ze vliegt weg
o Conclusie
 Soort verbanden tussen gebeurtenissen minder belangrijk (chronologish?
causaal? etc.)
 De verbanden moeten wel door de LEZER als betekenisvol gezien worden.
 >> rol van de lezer essentiëel! (cf. postklassieke narratologie)
 vertellen en tonen
o Mimesis/diegesis
 Mimesis: nabootsen
 Diegesis: vertellen
o Geen binaire oppositie
o Verhaal is niet de realiteit, het is een representatie altijd
o Mimesis
 Voert realiteit op (geciteerde dialoog)
 Drama maar ook proza
o Diegesis
 Samenvatting realiteit verteller
 Proza
o Binaire oppositie
 NEE

,  Nooit zuiver, altijd continuüm
o Roman: mix van diegesis en mimesis
o Telling and showing/ summary and scene
o Henry James: verkiest showing boven telling (verteller nauwelijks zichtbaar)
o Maar: roman eerder diegetisch (↔ drama)
o Oefening: welk verhaal diëgetisch en mimetisch
 De kaart meer diëgetisch en Pegasisch meer mimetisch omdat de verteller
minder zichtbaar is
 The City: twee benaderingen
 Mimetisch beelden geven weer (prentjes)
 Diëgetisch: beelden vertellen een verhaal
 Auteur verteller lezer
o Communicatiemodel
 Zender → boodschap → ontvanger ≠ auteur → verhaal → lezer
 Auteur en lezer komen minder aan bod, onze focus gaat naar verhaal
o Author (nu even wel in dit vak)
 Wayne Booth, The rhetoric of fiction
 Auteur → nooit zelf aanwezig
 Implied author:
 Idee dat wij als lezer vormen van de ideologie achter de tekst en
beeld van de auteur
 Structuralisten: strikte scheiding tussen realiteit en verhaal
 Problematische entiteit want
 Grensgeval tussen auteur, tekst en lezer
 I.A.≠ auteur
 I.A. → tekst??
 I.A. constructie van de lezer
 Definitie: ideologie die wij als lezer in de tekst ontdekken: ‘the
patterns in the tekst which the reader negotiates’
 Dramatised author (zichtbaar – de ik-verteller of auctoriële verteller
 Geen personage, zweeft boven de tekst
 De kaart niet
 Vb. boek E.A. Poe een verhaal waar hij niet bij was
 Vb. Conan Gray: hij vertelt wat er gebeurt is
o Narrator
 Dramatised narrator (aanwezig en zichtbaar als personage – de ik verteller)
 Observer or agent (Boot)
 Vb. All too well ‘I was there’ (Taylor’s version)
 Undramatised narrator (niet zichtbaar – de derde-persoonsverteller)
 Vb. Mrs. Dalloway (modernisme)
 Samenvatting kader Booth rethoric of fiction
Type 1ste of 3de Binnen of buiten Zichtbaar of niet
persoon het verhaal
Dramatised 1ste persoon Buiten (is geen Zichtbaar
author personage)
Dramatised 1ste persoon Binnen (is een zichtbaar
narrator personage)
Undramatised 3de persoon ? onizchtbaar
author

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller axelleleuridan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.08
  • (0)
Add to cart
Added