Overzichtelijke schema's die alle relevante onderwerpen en toetsingskaders uit het vak Verdieping Strafprocesrecht uiteenzetten. Alle belangrijke onderwerpen worden besproken.
De verdachte & de verdenking
Drie gradaties van een verdenking:
De aanwijzing van een terroristisch misdrijf – de lichtste gradatie – aanwijzingen volstaan, er is geen redelijk vermoeden van schuld nodig.
Het redelijk vermoeden van schuld – hier zijn objectieve feiten en omstandigheden voor nodig ex. art. 27 Sv.
De ernstige bezwaren – een hoge mate van waarschijnlijkheid dat deze persoon een strafbaar feit heeft begaan.
De rechterlijke overtuiging – de zwaarste gradatie – de rechter stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat iemand een strafbaar feit heeft
begaan.
Het verdachtebegrip – uit art. 27 lid 1 volgen drie vereisten:
1) Zijn er objectieve feiten en/of omstandigheden
2) Waaruit een redelijk vermoeden van schuld voortvloeit
3) Ten aanzien van een strafbaar feit?
De vervolgingsbeslissing
Nederland kent het opportuniteitsbeginsel ex. art. 167 jo. 242 Sv. Het OM kan afzien van vervolging op gronden ‘aan het algemeen belang’ ontleend. Het
voordeel dat vervolging met zich meebrengt, moet opwegen tegen de daaruit voor betrokken individuen en samenleving voortvloeiende nadelen.
Correctiemechanisme op de vervolgingsbeslissing van het OM:
De beklagprocedure ex. art. 12 Sv:
Beslissingen OM:
1. Niet vervolgen – hierbij is geen rechter betrokken, en er geldt ook geen termijn.
2. Niet verder vervolgen – hierbij is wel een rechter betrokken. Er geldt een termijn van drie maanden ex. art. 12l lid 2 Sv.
3. Wijze van vervolging – er geldt een termijn van drie maanden ex. art. 12k lid 1 Sv. Waar kan het om gaan?
a. De kwalificatie van het feit (Zeeuwse Motorrijder-arrest)
b. Er is een strafbeschikking uitgevaardigd
c. Er is geen mogelijkheid tot schadevergoeding
1
,Opsporingsbevoegdheden
De politie is ex. art. 3 Politiewet (PW) belast met: de hulpverlening & handhaving van de rechtsorde.
Opsporen doen zij door: toezicht/controle en opsporing het opsporingsbegrip – art. 132a Sv: het onderzoek i.v.m. strafbare feiten, onder gezag OvJ,
met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen. Soorten opsporing:
Klassiek – titel IVa Sv opsporing aan de hand van een strafbaar feit dat heeft plaatsgevonden.
Vroegsporing – titel V Sv voorafgaand aan een strafbaar feit opsporen. Het is onderzoek naar aanleiding van een verdenking dat in
georganiseerd verband ernstige misdrijven worden beraamd of gepleegd die vanwege hun aard of samenhang met andere misdrijven een
behoorlijke impact hebben op de rechtsorde.
Terrorisme – titel Vb Sv in het geval van terrorisme hoeft er zelfs geen sprake meer te zijn van een redelijk vermoeden van een verdenking
maar mag je ook al gaan opsporen wanneer er enkel nog maar aanwijzingen zijn dat terroristische misdrijven worden beraamd of gepleegd.
Is er een specifieke wettelijke grondslag vereist? Dit is afhankelijk van de mate van inbreuk op bepaalde grondrechten. Wanneer er geen specifieke
wettelijke grondslag nodig is dan vormen art. 3 PW jo. art. 141 Sv voldoende grondslag.
Art. 7 Politiewet regelt het rechtmatig toepassen van geweld door de politie. De vereisten zijn proportionaliteit en subsidiariteit. Zie ook Anne Faber.
- Proportionaliteit: de inbreuk mag niet groter zijn dan door de omstandigheden wordt gevorderd. Denk aan: vluchtgevaar en ernst misdrijf.
- Subsidiariteit: was er een minder ingrijpende manier/methode mogelijk?
Waarborgen van zo’n wettelijke grondslag:
Wie? Welke autoriteit is bevoegd.
Wanneer? In welke gevallen.
Waarom? Op een van de gronden:
o Staande houden: vaststellen van identiteit van verdachte.
o Aanhouden: het geleiden naar een plaats voor verhoor.
o Inverzekeringstelling: dit moet vereist zijn in het belang van het onderzoek.
o Voorlopige hechtenis: een van de gronden van art. 67a Sv.
Soms: voor welke termijn?
Let op: pressieverbod ex. art. 29 lid 1 Sv: fysiek geweld is niet toegestaan op de verdachte. Hangt samen met het nemo tenetur-beginsel en de
onschuldpresumptie. Valt ook onder art. 6 EVRM.
2
, De gewone observatie
Een inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van personen is krachtens in de wet gestelde beperkingen mogelijk ex. art. 10 GW en 8 lid 2 EVRM.
Beperkte inbreuk? Dan bieden art. 3 Politiewet en art. 141 Sv voldoende grondslag.
De stelselmatige observatie
De definitie: wanneer je een min of meer compleet beeld krijgt van iemands privéleven of bepaalde aspecten daarvan. De inbreuk op de persoonlijke
levenssfeer strekt dus verder. Kijk ook naar HR Peilbaken-arrest en HR-Voetbalkooi-arrest om te kijken of er sprake is van een stelselmatige observatie.
Wettelijke regeling – art. 126g, art. 126o en art. 126zd Sv. Wat is van belang?
o De duur
o De plaats
o De intensiteit
o De frequentie
o De technische hulpmiddelen
o Welke aspecten van het privéleven komen in beeld?
Wanneer het voorzienbaar is dat de observatie op grond van deze gezichtspunten stelselmatig zal zijn kan de observatie enkel plaatsvinden op
bevel van de OvJ.
Wanneer kan er worden geobserveerd? Er kan in verschillende fasen worden geobserveerd. De gevallen:
- Er moet sprake zijn van een verdenking van een misdrijf ex. art. 126g lid 1 Sv.
- Of van een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband misdrijven beraamd of gepleegd worden zoals omschreven in art. 67 lid 1 Sv en die
een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren ex. art. 126o lid 1 Sv.
- Dan wel aanwijzingen van een terroristisch misdrijf ex. art. 126zd lid 1 sub a Sv.
Art. 126g Sv – klassieke verdenking: stelselmatige observatie – vereisten:
Verdenking ex. art. 27 lid 1 Sv er moet sprake zijn van een verdachte op basis van objectieve feiten en omstandigheden (MMA-melding-arrest)
Van een misdrijf check of het in een bijzondere wet wordt aangemerkt als misdrijf (bijv. Opiumwet) of waar het staat in Sr.
Een schriftelijk bevel van de OvJ kijk in de casus of hier iets over vermeld wordt, anders: ‘in dit geval zijn wij de OvJ, dus hier is aan voldaan.’
In het belang van het onderzoek er moet een onderzoeksbelang zijn. Bijvoorbeeld: ‘de feiten die we tot dan toe hebben zijn onvoldoende om
een vervolging op te baseren. Er is meer onderzoek nodig om tot vervolging over te gaan.
Geef een conclusie: stelselmatige observatie is hier niet/wel mogelijk ex. art. 126g Sv.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirtehaanappel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.