Hoofdstuk 10b. Het cardiovasculaire systeem Fysiologie van bloedvaten en BD
Verschillende bloedvaten afhankelijk van welke functie ze moeten uitoefenen
- Aorta en arteriën = puls in begin opvangen en verder constant veel elastisch weefsel
- Arteriolen = maken of systeem afgesloten of opengezet is veel glad spierweefsel
- Capillairen = zorgen voor uitwisseling
- Venulen = verzamelen veneus bloed
- Venen = veneus bloed terugsturen naar vena cava beetje glad spierweefsel
- Vena cava = veneus bloed naar hart + bloedreservoir veel glad spierweefsel
Fysica van vloeistoffen en circulatie
Stroom = volume/tijd
Stroom = drukverschil/weerstand
- Drukverschil (∆P) kracht die vloeistoffen laat stromen
- Weerstand (R) wrijving met wand en moleculen onderling
o L = lengte vat
o η = viscositeit vloeistof (aantal RBC/ml)
o r = straal vat Stroom
Stroomsnelheid = afstand/tijd
Bloedperfusie = volume/ (tijd*kg)
Als r verdubbeld, neemt R met factor 16 af straal belangrijkste regelsysteem in arteriolen
η kan zowel toenemen als afnemen
L ligt vast in een dier
Grootste snelheid in centrum vat wrijving tussen moleculen onderling < wrijving met wand
Grote vaten relatief kleinere weerstand en dus meer vloei! Totale diameter neemt sterk toe
van centraal naar perifeer waardoor stroomsnelheid sterk daalt. Boven bepaalde
stroomsnelheid ontstaat turbulentie (maakt geluid) sneller bij lagere viscositeit
- Drive = drukverschillen tussen aorta en RA
o Druk in RA heel laag gelijkstellen aan 0
- CO = aortadruk (AD) / totale perifere weerstand (TPR)
Arteriële bloeddruk
Windketelvaten = druk vanuit hart omzetten in continue stroom (wet van Borelli)
- Grote diameter, weinig weerstand werken als buffers
Variatie tijdens hartcyclus
- Systolische bloeddruk = bovendruk (SBD)
o Perifeer goed te voelen 10x sneller dan bloedstroom
o Toename als elasticiteit verminderd door afgenomen buffering (leeftijd)
- Diastolische bloeddruk = onderdruk (DBD)
- Gemiddelde bloeddruk = pulsdruk (SBD-DBD)
Uitgedrukt in mmHg (1 Atm = 760 mmHg)
Bloeddruk meten = aortadruk meten bepaald stroom (altijd op gelijke hoogte als hart!)
, Fase 1: tegendruk genereren om arterie volledig af te knijpen stroom valt weg en er is
geen geluid te horen
Fase 2: tegendruk langzaam laten dalen tot moment dat geluid te horen is
- Stroom kan net door vat = SBD
Fase 3: tegendruk verder laten dalen tot moment dat er geen geluid te horen is
- Stroom herstelt = DBD
Bloeddruk afhankelijk van verschillende factoren
1. Elasticiteit arteries
2. CO meer bloed in arteries is meer uitrekking van vaten
- TPR gelijk: SBD stijgt sneller dan DBD
3. Respiratie expiratie zorgt voor druk op thorax waarbij bloed beetje wordt weggedrukt
en BD dus lichtjes stijgt
4. TPR vooral t.h.v. arteriolen (sterkst geregelde vasomotie)
5. Bloedvolume beïnvloeding veneuze druk en terugvloei hart
- EDV stijgt dus groter SV waardoor BD zal stijgen
6. Emoties, digestie, arbeid
- Eten maagdarm complex wordt goed doorbloed dus druk op hoofdleiding hoger
Arteriolen en hun vasomotie
- Ook wel weerstandsvaten genoemd (60% TPR) belangrijke BD daling tot 35 mmHg
o Veel S zenuwuiteinden = hoge S tonus prikkelt α-receptoren m.a.g. depolarisatie
o Ca influx zorgt voor vasoconstrictie (afname 75%) waardoor weerstand toeneemt
Bepaalde arteriolen (vooral van spieren) bevatten ook β2-adrenerge receptoren die
gevoelig zijn voor adrenaline en activiteit gladde spiercellen inhiberen m.a.g. vasodilatatie
- Overgang naar constante bloedstroom
- Weinig elastisch weefsel, veel glad spierweefsel
- Helpen mee in regulatie BD redistributie CO over verschillende organen
- Enkel door S aangestuurd, PS speelt geen rol in vasomotie!
Bloedvloei Q = ∆P/R
- Druk in venen heel laag dus Q = arteriële BD/TPR
Basale S tonus bepaalde constrictie in rust
- Spontane trage depolarisaties zorgen voor continue matige contractie en er is altijd een
bepaalde puls stroom via S zenuw
- Verhoogde S tonus maximale weerstand, verlaagde S tonus verlaagde weerstand
Arteriole heeft 2 zones
Zone 1 = dicht bij lumen
- Single unit type alle cellen gelijk gestimuleerd
- Weinig bezenuwd dus veel celjuncties
- Vooral beïnvloedt door catecholamines uit bloed geprikkeld via hormonen
Zone 2 = ver van lumen
- Multi unit type elke cel apart geïnnerveerd
- Goed bezenuwd dus weinig celjuncties
- Te trage diffusie geprikkeld via S
Regulatie diameter sterk afhankelijk van weefseltype (verschillend fysiologisch belang)
Daarom verschillende regelmechanismen om diameter te sturen
1. Neurohumorale regulatie = groot belang in regelen BD (BD = CO * TPR)
- Belang S PS enkel bij coronairen, speekselklieren en geslachtsorganen
- Renine uit nier maakt dat angiotensinogeen in bloed omgezet wordt in angiotensine I
en vervolgens angiotensine II sterkste vasoconstrictor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kbavel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.