4.1 Nederland geheel geordend
Opdracht 1 De groei van Utrecht
In de periode rond 1980 is het aantal inwoners afgenomen vanwege suburbanisatie.
b Er trekken veel jongeren en hoogopgeleidemensen naar de stad.
Eigen antwoord leerling, bijvoorbeeld:
Er zullen meer bijzondere woningen komen, omdat de bewoners met hun huis hun identiteit
willen uitstralen. Dus minder 'eenheidsworst' en meer diversiteit in de woningbouw.
Opdracht 2 Urbanisatie
a Twee oorzaken gevraagd:
1) de mechanisatievan het platteland
2) de komst van fabrieken naar de stad, waardoor mensen in de stad gingen wonen
b In de periode tussen 1850 en 1950 trekken vooral jonge mensen naar de steden om te gaan
werken in de fabrieken in de stad. (De ouderen blijven dus achter op het platteland.)
Opdracht 3 Bevolkingsgroei in het Gooi
Soest, Hilversum en Bussum waren al in 1870 / voor 1900 aangesloten op het spoornet
(oorzaak),
waardoor mensen in het Gooi konden Wonenen in Amsterdam en Utrecht konden blijven
werken (gevolg).
b Twee geografische begrippen gevraagd, bijvoorbeeld:
1) selectieve migratie
2) suburbanisatie
3) forensisme
Opdracht 4 Bevolkingsontwikkelingen in de Randstad
De bevolking in het middengebied en buitengebied is toegenomen terwijl de bevolking in de
stedenring Randsteden is afgenomen.
b Eén demografischgevolg gevraagd, bijvoorbeeld:
1) De bevolking vergrijsde.
2) Het aandeel alleenstaandennam toe.
3) Het aandeel (jonge) gezinnen nam af.
Eén economisch gevolg gevraagd, bijvoorbeeld:
1) Steden kregen minder inkomsten (door het wegtrekken van koopkrachtige bevolking /
midden- en hogere inkomensgroepen).
2) Het aandeel inwoners dat moet leven van een laag inkomen / uitkering, nam toe.
Opdracht 5 Groeikernenbeleid
de toegenomen afstand tussen wonen en werken
b Drie factoren gevraagd, bijvoorbeeld:
1) de aanwezigheid van werk
2) er zijn goedkope woningen beschikbaar
3) er zijn specifieke voorzieningen beschikbaar
4) er zijn familieleden en landgenoten aanwezig
Twee oorzaken gevraagd, bijvoorbeeld:
1) renovatie en nieuwbouw in de grote steden
2) meer werkgelegenheidin de stad
3) nieuwe hippe voorzieningen in de stad
, Opdracht 6 Java-eiland in Amsterdam
herstructurering
b Kenmerken gevraagd, bijvoorbeeld:
1) een planmatigeen grootschaligevernieuwing van een verouderd en verloederd gebied
2) de functie van het gebied wordt gewijzigd, waarbij er ook veel (dure) huizen worden
gebouwd (was industrie- en haventerrein nu woongebied)
3) meer groen waardoor de leefbaarheidwordt vergroot
Kenmerken gevraagd, bijvoorbeeld:
1) nabijheid van het station / ov
2) dicht bij het centrum van Amsterdam
Opdracht 7 Gentrification
Van elke figuur één reden gevraagd:
W8: ligging (relatief) dicht bij de historische binnenstad van Amsterdam
W9: de authentieke / karaktervolle woningbouw in de buurt / bijzondere architectuur van de
woningen
b Eén argument voor het proces van gentrification gevraagd, bijvoorbeeld:
1) Bedrijven in de buurt krijgen meer klanten.
2) Verouderde huizen worden opgeknapt.
3) Het aantal voorzieningen stijgt.
Eén argument tegen het proces van gentrification gevraagd, bijvoorbeeld:
1) verdringing van lagere inkomensgroepen uit de stad / het gebied binnen de ring van
Amsterdam (veel huurwoningen worden verkocht en huurders moeten de stad verlaten)
Door gentrificatie wordt het percentage hogere inkomensgroepen hoger in een wijk of buurt
(oorzaak),
waardoor het percentageoorspronkelijke bewoners van de wijk afneemt omdatdie groep
vaker dan gemiddeld tot de lagere inkomensgroepen behoort (gevolg).
d De Spaarndammerbuurt voldoet (nog) niet aan alle stereotypen van een yuppenwijk.
De volgende kenmerken voldoen aan het predicaatyuppenwijk:
figuur 4.15: De huizenprijzen in de Spaarndammerbuurt stijgen sterk.
figuur 4.16: Het percentage hoogopgeleiden ligt tussen de 30 en 40%.
figuur 4.17: Er zijn twee yogastudio's in de wijk.
figuur 4.18: Er zijn hippe terrasjes / koffiebarretjes in de wijk.
Het volgende kenmerk voldoet niet aan het predicaat yuppenwijk:
figuur 4.15: Het inkomen in de wijk is duidelijk lager dan het Nederlandse gemiddelde.
Verdieping
Opdracht 8 Kattenbroek Amersfoort
Twee redenen gevraagd:
1) Er is geen doorgaand verkeer in de wijk.
2) De wijk is door de bijzondere huizen / buurten aantrekkelijk om in te wonen.
3) De wijk ligttegen de (oudere) stad / het centrum van Amersfoort aan.
b Er zijn weinig voorzieningen in de wijk (terv/ijlmen juist door (onder andere) een hoog
voorzieningenniveau re-urbanisatie wilde bewerkstelligen).
Kattenbroek is in 1991 gebouwd, terwijl de Vinex pas in 1995 is ingegaan.
d Eén argument gevraagd, bijvoorbeeld:
1) De wijk Kattenbroek ligt tegen de stad aan.
2) Er zijn vooral koopwoningen gebouwd (om hogere inkomensgroepen in de stad te kunnen
laten wonen).
De idealewoning van de gemiddelde Nederlander is een eengezinswoning(met een tuin). In
Kattenbroek bestaat 78% van alle woningen uit dit type huizen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Noaveldmaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.